In ‘Innenschau [Revisited]’ mengt Jakop Ahlbom Company theatrale trucs met mime en dans ****
Na de met razende tekst en groteske videobeelden geladen voorstelling Accusations is de nieuwe choreografie van Ann Van den Broek relatief rustig. Fast Forward Plus Rewind 60 Minutes Revisited – mocht je de titel voluit uitspreken – is een herschrijving van een werk uit 2005 en maakt op vergelijkbare manier gebruik van een live video-feed, maar de stemmen zijn teruggebracht tot wezenloos gemompel en de relatie tussen danser en videocamera is eerder ingetogen.
Het voor Ann Van den Broek gebruikelijke, intens ingezette, repetitieve bewegingsmateriaal ‘en groupe’ is daarentegen weer helemaal terug. Christoph De Boeck bewerkte de oorspronkelijk geluidsband van Arne van Dongen en er staan nu ook mannen op het toneel, niet alleen vrouwen, zoals in 2005.
Als een overblijfsel uit Accusations torent in FF+Rew 60:00 Revisited het brede videoscherm hoog boven het speelvlak uit. De feed staat alleen zo nu en dan aan en verdubbelt en blaast op in zwart-wit wat links en rechts op de hoeken van het speelveld voor camera’s klein wordt gehouden. Maar meestal dient het videoscherm om de tijd aan te geven. Een wat onbetrouwbare klok telt de cijfers terug, van zestig minuten naar 00:00.
De situatie is stationair. De dansers Marion Bosetti, Estelle Delcambre, Jean-Gabriel Maury, Nik Rajšek en Johanna Tengan (één van de vijf stagiaires die aan het project meedoen) bewegen veel en intens, maar de situatie verandert nauwelijks. Op het toneel is een speelveld uitgetekend, met een klein parcours dat alle hoeken aandoet, als een soort mens-erger-je-niet, maar de dansers lijken zich nog weinig aan het spel of de regels gelegen te laten liggen. Verschillende associaties dringen zich op, zoals zucht en verslaving, wanhoop en uitzichtloosheid. De dansers gedragen zich als marionetten. Hun bewegingen zijn automatisch en zonder veel tegenwoordigheid. De vraag is alleen wat hen nu zo in de greep heeft.
FF+Rew 60:00 Revisited zou kunnen gaan over onze online verslavingen, over consumptiedrang, over verlies aan contact, afweer en zelfmedicatie in de vorm van drugs of ander gebruik dat afleidt en alleen op korte termijn leegte en pijn verhelpt. Bewegen en bewogen worden lopen naadloos in elkaar over. Niemand maakt ooit een probleem, stapt uit of stelt een vraag. Het geeft de choreografie een paradoxaal karakter: wanhoop en richtingloosheid worden geproduceerd door middel van heel precies georganiseerde, gechoreografeerde handelingen. Het zelfbewuste radbraken doet denken aan een strafkamp voor prikkelverslaafden, of misschien zelfs het eeuwig branden in de hel.
Terwijl de beats driftig dreunen, en de boel zo nu en dan op stop wordt gezet – van reverse is niet echt sprake – waarbij steeds iemand zichzelf aan de camera toont en weinig weet uit te brengen, dit alles uiterst esthetisch opgesteld en uitgelicht door Bernie van Velzen, ontstaat na lange tijd alsnog een soort van sociale interactie waarbij tijdens het schudden met bekken, buik, armen en benen een van de performers het mikpunt wordt van de anderen. Pestgedrag op sociale media, het is een van die brandende kwesties waar iedereen wel eens mee van doen heeft, maar die we ook het liefst zo snel mogelijk weer vergeten.
‘Chicken’, denk ik wanneer de dansers tegen het einde van de voorstelling niet alleen naar elkaar gebaren maar ineens op het voortoneel verschijnen en direct het publiek lijken aan te spreken. Laf betekent het. Uit angst moeilijkheden uit de weg gaan, er tussenuit knijpen of terugkrabbelen, zegt het wiki-woordenboek. Van den Broek situeert de verslaving in de lichamen van de dansers en de gestes tussen hen. Bubbelend bestaan zij naast elkaar. Het robotachtige is vermeden, maar in deze choreografie wordt aan een stuk door naar de automatische piloot verwezen.
Gedurende het stuk trekken de dansers steeds meer kleren aan en wordt het chique ondergoed bedekt met dito bovenkleding. Maar niemand die een spaak in het wiel steekt van deze overduidelijke kritiek op overmatige consumptie van communicatie- en andere technologie. De wanhoop is constant, evenals het onvermogen. Het is een goed beeld, maar het daagt mij niet uit. De lamlendigheid strekt zich uit zover het oog rijkt en dat is te fijn en te zeker.
Foto: Maarten Vanden Abeele
Heb zojuist (17-2-‘18) de voorstelling gezien in het Natlab in Eindhoven. Hoewel ik regelmatig dansvoorstellingen bezoek ben ik geen ‘kenner’, laat staan deskundige. Maar deze voorstelling heeft mij absoluut niet weten te raken. Noch de bewegingen, noch het geluid (muziek is het niet te noemen) hebben een richting, laat staan dat je er een duiding aan kan geven anders dan verwarring en lelijkheid. Wellicht is dat ook de bedoeling van de choreografe, maar dan mist het precisie (niet alleen inhoudelijk maar ook choreografisch vond ik het slordig) en ontbreekt het mijn inziens aan zeggingskracht. Het applaus na afloop was dan ook hoorbaar gereserveerd. Zag twee weken geleden in Breda Inside Out van Connie Janssen Danst. Vanzelfsprekend niet vergelijkbaar, maar hoeveel meer wist die voorstelling mij te boeien.