Doorgaans beginnen we aan een voorstelling door de zaal binnen te komen en zelf onze stoel op te zoeken. Maar in Every Body Electric wórden wij op onze stoel gezet, bijna letterlijk, door choreograaf Doris Uhlich en, vooral, door Josefine Mühle, een van de zes dansers in deze voorstelling uit 2018, die zijn Nederlandse première beleefde tijdens PAFFF, het theaterprogramma van de Friese kunstentriënnale Arcadia. (meer…)
Dans- en performanceplatform WhyNot organiseert, buiten een tweejaarlijks festival, ook het voorbereidende onderzoeksprogramma ‘The Body & ’ waarin het verscheidene scenes uitnodigt om elkaar te inspireren. In het tweede event uit deze nieuwe serie, ‘The Body & Beats’, gaat het om dans en dance. Tijdens Amsterdam Dance Event (ADE) afgelopen weekend werd in de kelder van Paradiso ruimte gemaakt voor een programma over interactie tussen technologie, muziek, dans en onderzoek.
Gastheer Gagi Petrovic hield het luchtig, en zo ook de genodigde gasten. De bijeenkomst, die zo nu en dan heftig doorspekt werd, met soundchecks uit de grote zaal, ging vaak niet verder dan het vluchtig aanstippen van mogelijk interessante snijpunten tussen dans en dance, performance en technologie, onderzoek doen en kunst maken. En dat is misschien ook precies wat een bijeenkomst tijdens een Dance-Industry-meeting in de namiddag kan hebben.
DJ Artefakt, alias geluidskunstenaar Robin Koek, en danseres Lily Kiara werkten samen een dag met de Enliven 3D Devkit van developer Thomas van Els. De Devkit is een interface die via sensoren danser en muzikant in staat stellen elkaars input te beïnvloeden en samen interactief geluid te produceren. Op het kleine podium in het goed gevulde zaaltje lieten Koek en Kiara helaas na eerst uit te leggen hoe het experiment in elkaar zit en wat er nieuw aan is, waardoor de aandacht van het publiek al gauw verslapte.
Eén dag werken is natuurlijk niet genoeg om iets meer dan de geijkte eerste stappen te bereiken. Dit soort experimenten vinden bovendien al decennia plaats, zeker in cybercity Amsterdam. Maar je kan, juist nu computers steeds sterker worden en de gaming industrie ontploft, steeds opnieuw de vraag te stellen wat er nu interessant is aan interfaces voor interactie, en hoe je met de feedback van data, genereerd door tracking of capturing van beweging, iets bijzonders kunt doen. Maar op een of andere reden was er in het hele programma weinig tot geen ruimte voor dit soort meer fundamentele vragen.
Neuropsycholoog Rebecca Schaefer van de Universiteit Leiden liet in een informatieve powerpoint zien hoe zij met haar onderzoek kan aantonen dat niet alleen het luisteren naar en bewegen op muziek, maar ook het je voorstellen daarvan terug te vinden is als een aparte hersenactiviteit op MRI-scans. Leren gaat daardoor sneller wanneer er muziek bij komt kijken, al is het maar imaginair. Ook blijkt dat het ritmisch synchroniseren tussen mensen hen positief sociaal gedrag laat vertonen.
Het is bewonderenswaardig hoe onverstoorbaar Schaefer doorspreekt, terwijl in de grote zaal een soundcheck het ene na het andere bombardement aan decibellen door het gebouw jaagt. Schaefer komt, misschien wel door de omstandigheden, niet helemaal toe aan het leggen van een link tussen haar bevindingen en de medische toepassing ervan, zoals ze in haar MusicBrainHealthTechnology-lab in Leiden onderzoekt, en wat de relatie met de praktijk van dans en performance zou kunnen zijn. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat het onderzoek iets kan betekenen voor de behandeling van Parkinson-patiënten, of het bevorderen van leercompetenties, maar de link naar artistiek gebruik blijft ongewis.
Artistiek gezien veel spannender, maar qua onderzoek nog in de kinderschoenen, is het project I Dance Alone van Bogomir Doringer. Geïntrigeerd door het verschil in atmosfeer tussen de dansvloer waarmee hij opgroeide in de jaren negentig in voormalig Joegoslavië, nu Servië (clubs in schuilkelders waar mensen dansten dat hun leven ervan af hing), en wat hij in Nederland aantrof in de jaren 2000 (niet zo spannend, beetje lui), begint Doringer dansvloeren te observeren en van boven te filmen – als hij daar toestemming voor krijgt. Het gaat hem vooral om groepsgedrag, de patronen die ontstaan en hoe groepen mensen opnemen, maar ook om individueel gedrag, van loners die zonder veel contact met anderen hun eigen gang gaan op een vloer, of trendsetters, mensen die een vloer in beweging kunnen zetten.
Het is ontwapenend hoe bevlogen Doringer spreekt over zijn veldonderzoek van de afgelopen twintig jaar. Hij legt ook verbanden tussen bredere culturele waarden en de manier waarop mensen clubben. Hij noemt de dance-omgeving een chauvinistisch mannenbolwerk, waar vrouwen vaak niet op een prettige manier aan kunnen meedoen. Hij verwijst naar de gay club-scene waar niet alleen gays maar ook vrouwen hun toevucht zochten om uit te gaan. Grappig genoeg merkte Doringer met zijn birdseye-opnames op dat in gay clubs mensen in alle richtingen bewegen, in tegenstelling tot hetero-dansvloeren. Ook stelde hij vast dat er tegenwoordig weer samen met anderen wordt gedanst en mensen meer ruimte nemen dan voorheen. De intrigerende vraag, waarom de dansvloeren in Amsterdam al een decennium zo vreselijk saai zijn, beantwoordt Boringer niet.
Uiteindelijk maakt de performance van Chai Blaq en Jesús de Vega de meeste indruk. Als duo ontstaan in 2016 tijdens Distinguished Dreams, een uitwisselingsproject van de Nederlandse Dansdagen voor choreografen en singer-songwriters, hebben drummer en zanger Michelle N’Toumba (aka Chai Blaq) en danser en choreograaf Jesús de Vega iets te pakken dat duidelijk het snuffelstadium voorbij is. Hun twee eerste choreo-pop-nummers zijn simpel qua opzet, mooi uitgewerkt en spelen heel bewust met de altijd zo vermoeiende, vermeende sex-appeal van nieuwe technologie.
Choreografie en muziekcompositie zijn in elkaar geschreven en met elkaar verweven. Er is een uitgesproken evenwicht tussen beide spelers. De benadering doet analoog aan, ook al wordt er links en rechts heel wat electronica ingeplugd. De Vega produceert een beat, maar laat ook zijn knarsende kniegewricht klinken via de microfoon. Chai Blaq beweegt met en om hem heen, en zingt zo nu en dan rake teksten. Twee totaal verschillende, volwaardige podiumbeesten die het op hebben gebracht wat langer te studeren op hun vonsten. Dat belooft wat.
Al met al is het een gezelllige namiddag bij WhyNot @ ADE: low profile, weinig poeha, iedereen blij om zijn of haar dingen te delen. WhyNot wil als festival de verbreiding van dans en performance bevorderen in minder gebruikelijke samenwerkingen en dito plekken. De huidige leiding van het festival, artistiek leiders en curatoren Daisy Benz en Marjolein Vogels, zou wel iets steviger kunnen inzetten op de voorbereiding van hun programma, ook wanneer het geprogrammeerd staat voor the morning after.
Foto: Chai Blaq en Jesús de Vega