Toverhomo, L’ Oreal model, windmachinewonder, aan bijnamen geen gebrek. Hans Klok verplettert Carré met het fonkelnieuwe, avondvullende programma Face the Future. Sappige verdwijn- en wisseltrucs worden afgewisseld met verbluffende decors, waarbij AI en Virtual Reality de boventoon voeren. Hans gaat ervoor, hij verleidt iedereen met een ritje in zijn tijdmachine.

In het jaar 3085, ver verwijderd van het heden, staat de beroemde illusionist Hans Klok voor een cruciale missie. Met drie lenige dames en een groep gespierde mannen reist hij door eeuwen en culturen, op zoek naar de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Deze zijn nodig om zijn op hol geslagen digitale avatar te stoppen. Om dit klaar te spelen, achtervolgt Klok zijn digitale dubbelganger – een pratend virtual reality masker, geprojecteerd op groot scherm – door de tijd, totdat deze in een fysieke vorm verandert.

Met wapperend haar en witte blouse – bovenste knoopjes open – verovert hij Carré vanaf de eerste seconde. Klok is een entertainer pur sang. Zijn show, met vet Amerikaanse flair, combineert donderende geluidseffecten en indrukwekkende lichtshows. Rechterhand Zarina Potapova, zijn vooraanstaande diva in de magie, doet denken aan de boze heks Maleficent inclusief zwarte cape. Kort na aanvang verschijnt ze uit de eerste toverdoos, later begeleid door Jenily Wagenmakers en Bo Ufkes. De drie zwepen het publiek op, laten je je lippen aflikken; allen excelleren in buigzaamheid en présence.

Face the Future voelt als twee uur dwalen in een snoepwinkel, met muren van Haribo en vloeren van regenbooglolly’s. Klok legt uit dat ieder publiek uit twee groepen bestaat: groep 1 leunt ontspannen achterover en denkt: ‘Laat Klok maar een trucje doen’, terwijl groep 2 kritisch meekijkt en probeert zijn geheimen te ontrafelen. Voor die laatste groep heeft hij slechts één boodschap: ‘Heel veel succes!’

Wereldgeschiedenis
Klok heeft een grenzeloze interesse in de wereldgeschiedenis. Dat wordt duidelijk wanneer hij door verschillende tijdperken reist: van het oude Egypte en de Middeleeuwen tot het Parijs van 1850 en de verre toekomst. Onderweg verzamelt hij de vier verloren elementen te midden van verbluffende decors, van grafkelders tot piramides, terwijl hij door de tijd navigeert in zijn tijdmachine.

De show bevat ook een kritische noot, want wat gebeurt er als de mensheid botst met technologie? In het uitbeelden ervan zijn het de fysieke illusies in samenwerking met zijn assistentes die muziek en decor overstijgen. De ene verdwijnt in een smalle kast met dubbele muren, waar zelfs geen kleuter in past, terwijl de ander spoorloos raakt wanneer Klok een rode doek over haar lichaam drapeert.

Voor de leek: magie draait om tien basisprincipes: verdwijnen, zweven, creëren, transformeren, verplaatsen, doordringen, herstellen, ontsnappen, teleporteren en voorspellen. In deze show blinkt Klok vooral uit in het verdwijnen. Een vrouw stapt in een kist, de gespen worden strak aangetrokken, en bij het openen is ze pats boem opgelost. Zonde is dat de truc zo vaak wordt herhaald dat het publiek gaat verlangen naar meer variatie. ‘Of laat het in godsnaam een hele treincoupé zijn als dit zo doorgaat’, fluistert een chique dame op de elfde rij.

Klok verrast vooral met zijn kleinere, meer poëtische illusies. Bevlogen vertelt hij over de gloeilamp, uitgevonden door Thomas Edison, al was goochelaar Robert Houdin (Leuk feitje: Houdini heeft Houdins naam ingepikt, door er een ‘i’ achter te plaatsen) volgens zijn Franse landgenoten de echte uitvinder van de lichtbron. Klok laat de gloeilamp tot in de zaal zweven, en doet dat samen met zijn collega, een voortreffelijke mimespeler, die zeer waarschijnlijk Kloks onderbewuste speelt. Wat volgt is een romantische passage, waarbij de mimespeler een gelijke vindt in een blauwe damesjurk, bevestigd aan een kapstok. Innemend brengt hij deze ‘fictieve vrouw’ tot leven, danst met haar, kust haar.

Klok is een fantastische beroepsbedrieger. Niet alleen zijn illusies, maar ook zijn feilloze gevoel voor slechte humor (de lekkere variant) sluiten geweldig goed aan bij ‘het merk’ Hans Klok. Alleen hij komt weg met opmerkingen over ‘een avondje klok kijken’ en domme blondjes. Ook al serveert de top-illusionist aan het eind geen bijzondere klapper, samen met zijn vrouwen is hij er om te blijven. Veni, vidi, vici, aldus Julius Caesar. Ik kwam, ik zag, ik overwon.

Foto’s: Roy Beusker