Hij stelt zichzelf voor, na spetterende openingsmuziek met lichtshow en een originele opkomst. Merijn Scholten is de naam, ‘uit Afghanistan’. Ouders hadden een belwinkeltje in Kabul. Studeerde citymarketing, maar dat had in die contreien geen impact. Na wat omscholing kwam hij terecht ‘in een niet zo fijne werkomgeving’. (meer…)
Micha Wertheim maakt dit seizoen twee experimentele kleine-zaal-voorstellingen, die samen een tweeluik vormen. Ergens anders, het eerste deel, is inderdaad experimenteel te noemen: het is een cabaretvoorstelling zonder cabaretier. Dit moest tot op het laatste moment geheim blijven en daarom verschijnt deze recensie pas na de laatste voorstelling. Conclusie: Wertheim verlegt opnieuw de grenzen van het genre cabaret.
Op het toneel staat een grote stereo-installatie. Bij aanvang klinkt uit de speakers een live uitzending van het radioprogramma Kunststof, waarin Wertheim zelf te gast is. In eerste instantie lijkt dit een ‘echte’ uitzending, totdat de interviewer na ongeveer een kwartier aan Wertheim vraagt of hij op dit moment niet in het theater zou moeten zijn. Nee, antwoordt Wertheim. ‘Daarom heet de voorstelling dus Ergens Anders.’
Dit is de spannende opening van Ergens Anders. Op het moment dat Wertheim in dit nagespeelde radio-interview heeft aangekondigd dat hij er niet zal zijn, ontstaat er wat geroezemoes in de zaal. Zou Wertheim echt niet komen opdagen? Of staat hij stiekem in de coulissen en stelt hij het moment uit waarop hij het toneel op moet? Maar nee, Wertheim komt niet het toneel op. Dit is een voorstelling zonder cabaretier.
In Ergens Anders speelt het publiek een belangrijke rol. Het voert via koptelefoons opdrachten uit op het toneel. Ondertussen horen we de stem van Wertheim op band, die ons een – naar eigen zeggen – waargebeurd verhaal vertelt. Dit verhaal begint op het moment dat Wertheim in zijn huiskamer naar een luisterboek aan het luisteren is. De toeschouwers met koptelefoon bouwen op het toneel Wertheims huiskamer na. Dit is een slimme ingreep, want hiermee zijn zij niet alleen toeschouwers die opdrachten uitvoeren via een koptelefoon, maar zijn zij ook acteurs die Wertheim spelen, de Wertheim die in zijn huiskamer naar een luisterboek luistert.
Behalve het publiek speelt ook techniek een erg belangrijke rol in de voorstelling. Er is natuurlijk de stereoinstallatie, die naast radio-uitzendingen ook cassettebandjes en platen afspeelt. Daarnaast is er een printer die blaadjes uitspuugt die door een toeschouwer op rij 1 moeten worden voorgelezen. Ten slotte is er nog een klein, menselijk robotje met de stem van Wertheim (maar dan vervormd), dat ons op grappige wijze vertelt over het moeilijke bestaan van een robot, die nergens aan de bak komt en zeker niet in Hilversum, want daar hebben ze liever ‘echte’ mensen.
Wertheim is er met deze voorstelling opnieuw in geslaagd de toeschouwer te ontregelen. Dat heeft Wertheim altijd gedaan: in zijn voorstellingen speelt hij voortdurend een spel met de verwachtingen van het publiek en met de conventies van het genre cabaret. Een cabaretvoorstelling staat of valt met de aanwezigheid van de cabaretier. Misschien nog wel meer dan in andere theatergenres is die onmiddellijke aanwezigheid en het directe contact tussen cabaretier en publiek doorslaggevend. Wertheim doorbreekt die verwachting radicaal door zelf afwezig te blijven. Dit verklaart de woede bij een deel van het publiek. In een interessante reportage van NRC Handelsblad van vandaag is te lezen dat sommige toeschouwers wegliepen wanneer bleek dat Wertheim er niet was. Soms vroegen ze zelfs na afloop hun geld terug.
Die boze reacties doen weinig recht aan de voorstelling. Want zoals altijd is Wertheim er niet simpelweg op uit om het publiek te choqueren of de zaal uit te jagen. Ergens anders is een zeer doordachte, gelaagde en spannende voorstelling, die interessante vragen stelt over aanwezigheid. Wertheim laat zien dat aanwezigheid een gelaagd begrip is en dat het onderscheid tussen aan- en afwezigheid in een technologisch en gemediatiseerd tijdperk niet altijd helder is. In deze voorstelling is het niet de cabaretier met een lichaam die de voorstelling speelt, maar vooral de techniek: de radio, het cassettebandje, de robot. Maar hierin is Wertheim, als auteur en stem, wel steeds aanwezig, en reflecteert hij op de grenzen en beperkingen van aan- en afwezigheid.
Het is duidelijk te zien dat Wertheim zich in deze voorstelling niet in de eerste plaats door cabaret, maar door theater heeft laten inspireren. In het theater wordt al langer met de afwezigheid van de performer of de acteur geëxperimenteerd. Er werden de afgelopen decennia veel voorstellingen gemaakt waarin de mens vervangen werd door techniek of waarin het publiek een hoofdrol kreeg. Wat Wertheims voorstelling zo radicaal maakt, is vooral dat hij deze technieken inzet om de cabaretvoorstelling te deconstrueren.
Behalve een spel met de conventies van het cabaret en een onderzoek naar aanwezigheid en afwezigheid, vertelt Wertheim in deze voorstelling voor het eerst in zijn oeuvre een (waargebeurd) verhaal dat niet in de eerste plaats grappig of satirisch is, maar eerder serieus of ontroerend. Dit is een interessante stap in Wertheims werk, waarin de emotie en de ontroering nooit een belangrijke rol hebben gespeeld. Op dit punt is Wertheims experiment echter niet helemaal geslaagd. Wertheim vertelt een in potentie ontroerend verhaal over de dood van een vriendin, maar dit verhaal bevat zoveel afstandelijke reflectie en metacommentaar dat het niet werkelijk ontroerend is. Wertheim is zich hier natuurlijk van bewust – het verhaal gaat namelijk deels over zijn eigen onvermogen om directe emoties te ervaren en een emotioneel verhaal te vertellen. Daarmee is Wertheim zijn critici – zoals wel vaker – een stap voor door die kritiek al te integreren in zijn voorstelling. Maar dit laat onverlet dat Wertheims verhaal, door alle dubbele bodems en het metacommentaar, zijn emotionele kracht verliest.
Ten slotte is het jammer dat Wertheim zijn voorstelling niet, of pas na de laatste voorstelling, wilde laten recenseren. Wertheim leek erg bang dat het ‘geheim’ van de voorstelling verklapt zou worden en vraagt in de voorstelling ook expliciet aan het publiek om de inhoud niet verder te vertellen. Hiermee doet Wertheim zijn eigen voorstelling tekort. Hij reduceert zijn voorstelling hiermee tot de gimmick van de afwezige cabaretier. Natuurlijk speelt de spanning rondom Wertheims aanwezigheid – komt hij nog of komt hij niet? – een rol in de voorstelling, maar de voorstelling is meer dan dat en ook als je van tevoren al weet dat Wertheim er niet is, is de voorstelling nog interessant. Ergens anders is een gelaagde voorstelling, die aanzet tot denken en zeer nieuwsgierig maakt naar het volgende deel van dit tweeluik.
Foto: Gijsbert van der Wal
Deze recensie is in feite dus gewoon nutteloos. Waarom de moeite nemen een voorstelling te recenseren waarvan niemand hem meer kan zien? Kies dan voor een andere cabaretvoorstelling.
Ik vind een reactie op een recensie die je nutteloos vindt ook nutteloos.
Je gaat bijna denken dat mensen wel eens iets op internet zetten waar niet iedereen t mee eens is.
Waar moet dat heen met de wereld?
Wat een nutteloze reacties!
Een recensie is naar mijn idee zowel een voorbeschouwing voor de potentiële theaterbezoeker als een nabeschouwing voor degene die hem al gezien heeft, of niet is gegaan maar wel informatie wil. Zeker bij een experimentele voorstelling die veel reactie oproept vind ik het heel interessant om de mening van een specialist te lezen, en dus helemaal niet nutteloos!
Emoties en het ervaren daarvan verschillen nogal per persoon. Ik durf nooit te reageren, maar in dit geval wil ik een uitzondering maken om te laten weten dat ik het tweede deel van de show (on/vermogen emotie te voelen) juist erg waardeerde. Voor mij verloor het verhaal niet aan emotionele kracht, maar won het juist door de openheid over de ervaren gevoelens (en ook juist het uitblijven daarvan) doordat het niet door de cabaretier in persoon, maar op afstand werd verteld (omdat het in de praktijk voor mij althans makkelijker is uberhaupt aan jezelf te durven erkennen dat je iets voelt wat minder positief of prijzenswaardig (lees taboe) is, dat je je herkent daarin, in een setting waar je niet met een persoon, maar met onpersoonlijke media geconfronteerd bent). De observatie dat je kennelijk makkelijker gevoel kunt hebben bij een fictief onverwacht overlijden (in de roman One Day) dan bij een feitelijk overlijden van een dierbare was voor mij heel herkenbaar (en ook het idee dat je iets zou moeten voelen omdat dat rationeel logisch lijkt) (en afgezien of dat verhaal nu op werkelijkheid berust of een verzonnen deel van de voorstelling vond ik het het fijn dat zo’n taboegevoel aan de orde kwam). Veel recensies benoemen het spelen met verwachtingen, voor mij had de emotionele kracht juist door het doorbreken van verwachtingen en de statement dat dat ok en niet primair bedoeld om iemand te kwetsen is veel meerwaarde. Een soort van steunbetuiging dat het niet perse fout is het anders te doen of te voelen dan mensen van je verwachten of waar ze recht op menen te hebben, dat je je niet altijd naar die mensen hoeft te schikken, die me erg aansprak omdat ik me erdoor gesterkt voel. Heb daarom veel bewondering voor dit experiment en het lef om niet de makkelijke weg te kiezen.
Het valt mij ook op dat Micha hier zelf totaal niet reageert. Het moet geen gewoonte worden hoor, dat afwezig zijn. Edoch, de heer Wertheim heeft mij vanaf zijn eerste show altijd weer ontregelt en verrast. Of hij dat nu in aan- of afwezigheid doet zal mij echt worst zijn. Toch is een waarschuwing wel op zijn plaats voor het nu volgende ‘Iemand anders’. Het zou best kunnen dat mensen daar ook nerveus van worden. In dat geval kan ik van harte de shows van Jandino, Guido of Tineke (voor de ouderen) aanbevelen. Poep & piestheater MET fysieke grappenmaker. Ook voor de gezellige zaterdagavond. Toen er nog wel eens een leuke kwis op TV was. Met mensen die je kende.
Interessanter wellicht is het oordeel van de mensen die de voorstelling niet hebben gezien doordat ze ook zelf elders waren.
Ik vind het heel leuk dat iemand de moeite doet iets over de voorstelling te schrijven. En onzin dat dat alleen zin heeft als je die nog kan zien. Recensies zijn geen reclame maar een poging iets te duiden!
Micha is flink aangekomen. Na een tragische gebeurtenis in zijn priveleven zoekt hij troost in eten. Hij durft het podium niet meer op en kijkt vanuit de coulissen de zaal in. Ze zeggen dat hij voor het tweede gedeelte van dit tweeluik wel op het podium verschijnt, maar we zullen hem amper herkennen, al went het snel. Er is alleen maar meer Micha om van te genieten, grapt de theatermaker annex kookboekenschrijver die nu ook zijn baard heeft laten staan. Daarom is de prijs van het kaartje verdubbeld. Micha maakte de huidige voorstelling met behulp van een robot, alleen de situaties zijn door M. ingevoerd en soms zijn zelfs die door algoritmen bepaald. ‘Het leven is een experiment’ aldus de kunstenaar, waarbij hij een akelig gekakel uitstootte, het hoofd achterover gooiend. De alleseter ambieert een carriere als operazanger. De operateksten schrijft hij zelf. Terugkerend thema is het kopen van een brood bij de buurtbakker. M. wordt daarbij zo geraakt door de bestelling van zijn buurvrouw die een feestje geeft, dat hij, door tranen geroerd, maar nauwelijks zijn bestelling kan afmaken. Hij vind echter de kracht om door te gaan en een halfje bruin en krentenbollen te kopen en wat van zijn leven te maken. Zijn chansons over kadetjes, zuurdesem, zonnepit, bladerdeeg en noedels zijn hartverwarmend en de combinatie met de geuren van verse koffie, cacao, jus d’ orange, kalkcement en vers gezaagd hout geven de toehoorders en -ruikers een totaalervaring die met recht vernieuwend genoemd kan worden, tot over de grenzen van de buren, die aan het verbouwen zijn. Drie Michelinsterren ontving hij. Jammer dat M. weigert om de liederen nog verder op te voeren. Na de eerste try-out gooide hij het zaagje erbij neer. Een unieke gebeurtenis en de zaal barstte in tranen uit. M. wilde meehuilen maar kon niet en liep weg.
Hij schijnt verder problemen te hebben met de fiscus. Iets met een verbouwing en het publiek inzetten voor zijn voorstelling. Hij zou slechts op een stoel zitten en het publiek zijn voorstelling laten doen. Ook schijnt hij alles te hebben gedroomd en het publiek daarin te hebben meegenomen en ze daarvoor hebben laten betalen.
Inmiddels heeft hij zijn naam veranderd in Misja maar zaait hij verwarring door Micha te blijven zeggen. Ik tref hem door tranen geroerd door zijn voorstelling. ‘Ik had het niet zien aankomen’ snifte hij.