We kunnen het niet weten, maar misschien had de librettist van Mozarts opera Don Giovanni uit 1787, Lorenzo da Ponte, zijn vingers afgelikt bij de versie die De Nationale Opera er nu van speelt. Da Ponte had geen hoge pet op van de mensen die zijn opera’s bevolken. In deze Don Giovanni bedriegen ze allemaal elkaar en zichzelf. Het zijn net mensen en dat is behoorlijk spannend. (meer…)
Recent liep de Turkse tenor Mert Sungu nog boos weg uit de productie die regisseur Martin Kusej in Bologna maakte van Mozarts opera Die Entführung aus dem Serail. Sungu vond de aanpak te anti-Turks. Voor dergelijke politieke relletjes geeft de enscenering die Johan Simons van dezelfde opera maakte geen enkele aanleiding: hij roept juist op tot respect en verdraagzaamheid tussen de culturen.
Het betreft een herneming. Simons maakte deze productie al in 2008. Kortom, in een tijd dat de wereld er nog anders uitzag. De gruweldaden van IS waren nog niet op ieders netvlies gebrand. De verhoudingen tussen Turkije en de Westerse wereld waren een stuk vriendelijker.
Toch is Simons enscenering ook in deze tijd verrassend actueel. Juist omdat het bij hem niet gaat om goed en kwaad, om slachtoffer of terrorist, maar om zaken als vergeving, respect en liefde. Tegenover alle wreedheid in de wereld staat oneindig veel meer empathie en menselijkheid. Dat is ongetwijfeld wat Simons wil zeggen als aan het eind van de productie het hele decor in elkaar stort, het theatertje, waarin de handelingen plaatsvinden, aan gruzelementen ligt – alsof er zojuist een bomaanslag is gepleegd -, maar de Turkse pasja Bassa Selim Konstanze, Blonde en hun vriendjes toch vergeving schenkt. Zo bezien gaat Simons Entführung niet over tegenstellingen, maar over verbroedering.
Maar het gaat ook over de liefde en de illusie van de liefde. Het gaat over aantrekken en afstoten. Alle personages op het podium zijn verwikkeld in dat conflict. Neem Konstanze. Ze is bij Simons geen naïef meisje, maar een jonge vrouw die zowel affectie als haat voelt voor haar onderdrukker. Het is een van de ijzersterke punten van Simons regie: alle personages hebben hun eigen karakter en complexe psychische gelaagdheid. Ze willen het één en doen het ander of doen het één en willen het ander. Het is een en al dubbelzinnigheid. Drama en komedie, klucht en tragedie: Simons Entführung is het, dankzij die scherpe personenregie, allemaal tegelijk.
Simons geeft als toneelregisseur dit singspiel (een vorm waarbij zang en gesproken teksten worden afgewisseld) ook een enorme boost aan de gesproken teksten. Naarmate de voorstelling vordert vraag je je als toeschouwer steeds vaker af of je nu zit te kijken naar een opera of naar een toneelvoorstelling met muziek? Bij veel uitvoeringen van dit werk hangen de gesproken de teksten er een beetje bij. Vaak zijn ze niet meer dan een bruggetje naar de aria’s, maar bij Simons krijgen de monologen en dialogen een eigen theatraal bestaansrecht. Simons Entführung is een feest van theater en muziek.
Muzikaal valt er weinig op aan te merken. Er wordt redelijk gezongen (onder meer door sopraan Lenneke Ruiten, Steven van Watermeulen en Peter Rose) en kwiek gemusiceerd. Hier en daar vergaloppeert de jonge dirigent Jérémie Rhorer zich met al te gejaagde tempi, maar hij leidt het Nederlands Kamerorkest en het Koor van de Nationale Opera desondanks op kundige wijze door de partituur.
Foto: Michel Schnater
Steven van Watermeulen is een vlaams acteur in de rol van Basa Selim,de enige rol zonder zang…….
5 alinea’s over de “psychische gelaagdheid” etc. en 1 nietszeggende regel over de solisten:
“Er wordt redelijk gezongen (onder meer door sopraan Lenneke Ruiten, Steven van Watermeulen en Peter Rose) en kwiek gemusiceerd.
Wel knap dat de spreekrol van Van Watermeulen net zo “redelijk” zingt als de sopraan!
De naam van Steven van Watermeulen hoort in het rijtje zangers niet thuis, maar ik wilde hem toch noemen omdat zijn presentatie ook zeer indrukwekkend was. Maar u heeft gelijk: welbeschouwd hoort hij in dit rijtje niet thuis.
met vriendelijke groet
Droevige en domme recensie
Ik ben groot liefhebber van dit Duitse Singspiel en was bij de premiere. Op de zachte ouverture en climax na vond ik het orkest voortreffelijk. Simons heeft zeker briljante theatrale toevoegingen op het origineel zoals Belmonte die voor de opening als toeschouwer vanuit de zaal voor het doek gaat, wat wellicht een referentie is naar terrorisme, uitstekend toneelspel en na de pauze in acte 2 en 3 Basa Selim die a la Hitler de conclusies trekt van het verraad en het drama met het hele decor in elkaar stort. Wat mij echter teleurstelde was het te hoge komedie gehalte in acte 1 en (deel) 2 voor de pauze. Vanuit storytelling is Osmin de nar in het verhaal, maar meerdere personages gedroegen zich voortdurend zo. Basa Selim is de autoriteit en door de overdadig komische manier zoals hij zich gedraagde voor de pauze herken ik niet het naar mijn idee oorspronkelijk bedoelde personage. Vanwege zijn christelijke achtergrond respecteert hij de keuze van westerse vrouwen in zijn harem om niet zomaar een seksslaaf te zijn. Daarnaast is hij heimelijk verliefd op Konstanze. Hoe hij is neergezet in de scenes met Konstanze is ronduit plat. De sopraan Lenneke Ruiten die werkelijk op wereldniveau de gevoelige aria’s als “Ach, ich liebte, War so glücklich” en “Marten aller arten” kon brengen werd geteisterd door een systematisch tieten graaiende en met zijn hoofd in haar schaamstreek roerende Basa Selim. Noem me conservatief, maar tijdens aria’s als deze is komedie en banaliteit, op een klein grapje na op het einde misschien, een afbreuk. Passie, verlangen, lust hadden op een veel mooiere manier vorm gegeven kunnen worden, iets wat gek genoeg wel gebeurd in acte 2 en 3 na de pauze. Het lijkt daarom wel of er twee bijna totaal verschillende Basa Selims worden neergezet met een onnatuurlijk contrast. Kortom, uiteindelijk zeker een mooie en op sommige vlakken briljante uitvoering, maar helaas geen reden om een tweede of derde keer te gaan als groot liefhebber.