Voor The New Piece gebruikt United Cowboys de orkestbak als controlekamer voor het speelvlak. Daar zitten Maarten van der Put, Pauline Roelants en drie technici achter een batterij laptops, met een groot formaat videocamera en een gedeukte oude trompet in de aanslag, terwijl de vier dansers reageren op de sneller of langzamer neerdalende doeken, de plotse lichtovergangen en de soundtrack die live wordt gemixt. (meer…)
Op weg zijn naar een voorstelling van een maker die je nog niet kent, dat heeft toch iets van een blind date. Alles wat je tot dusver weet over de maker en diens productie is door het filter van de publiciteit gegaan en dat verbergt eerder dan dat het iets onthult over de maker en het werk. Des te groter is dan de nieuwsgierigheid waarmee je als publiek plaats neemt op de tribune.
De eerste indruk is duidelijk niet bedoeld om te imponeren, maar om te intrigeren: de drie performers schuifelen wat rond in het halfduister, één van de drie in modern tenue de ville van t-shirt en spijkerbroek, de andere twee in nauwsluitende jupes waar respectievelijk een staart aan de achterkant bij de ene en een soort octopus aan de voorkant bij de ander vanonder vandaan komen. Later blijkt theatermaker Khadija El Kharraz Alami zelf een rat aan een koordje aan haar onderbuik te dragen.
De performers zeggen tekstfragmenten in allerlei talen, soms herkenbaar als Engels of Nederlands, maar soms ook niet, en er is boventiteling noch programmatoelichting. De performers zijn daarbij bovendien van het publiek gescheiden door een gaastent die het hele speelvlak omringt, en waarop projecties verschijnen en verdwijnen van abstracte patronen die mij doen denken aan henna-beschildering.
Het wordt gaandeweg duidelijk dat we niet in de gebruikelijke materiële wereld beland zijn, maar dat we terecht zijn gekomen in een wereld die niet door mensen geregeerd wordt maar door spirituele wezens. Een van de performers houdt een monoloog tegen een spiegel die achterop het speelvlak opgesteld staat en die de performer als in een ouderwetse lachspiegel vervormd terugkaatst: twee van haar mogelijke gedaantes.
Gaandeweg beginnen de performers gerichter aan handelingen, die dan een ritueel karakter krijgen. El Kharraz Alami wordt liggend op de grond begoten met fijn zand uit twee emmers die door de andere twee performers, Lois Lumonga Brochez en Khadija Massaoudi binnen zijn gedragen. Later zal het (woestijn)zand bijna de hele spelvloer bedekken.
In het begin al is er sprake van een vaderfiguur waaraan wordt gerefereerd en de hele voorstelling door ligt er een afgehakt kunststoffen onbeschilderd maar zeer realistisch hoofd van een kalend heerschap van middelbare leeftijd op de speelvloer, waar achteloos mee omgegaan wordt. In een bepaalde scène wordt het hoofd zelfs speels misbruikt als voetbal. We mogen dan wel beland zijn in een spirituele omgeving, het is er dan wel een die gezegend lijkt door Valerie Solanas, de Amerikaanse feministe die in de jaren zeventig alle mannen om zeep wou helpen en om maar ergens te beginnen een aanslag op Andy Warhol beraamde.
Want zonder twijfel heerst in deze wereld een vrouwelijk principe. Wie zich een spiritueel wezen als een halfdoorzichtig ectoplasma voorstelt, moet hier zijn beeldvorming bijstellen: deze spirituele entiteiten hebben een zeer aanwezige vleselijke en apert vrouwelijke présence, en dat is inclusief hun zangstemmen die gezamenlijk decibels produceren waarmee ze met straaljagers kunnen concurreren.
De performers schakelen een reeks rituele acties aan elkaar en wisselen dat af met zeer banale dialogen, een kinderachtig meisjesspelletje, of een extatische samenzang. Tegen het eind zingt Massaoudi in haar eentje een opmerkelijk krachtig klaaglied; de twee andere performers hebben de speelvloer dan verlaten, alleen een groot portret van Brochez wordt tijdens de klaagzang op het gaas geprojecteerd. Dit voelt als een finale, maar het blijkt een geregisseerde Trugschluss. Hoe dat proces precies in zijn werk ging, laat uw verslaggever aan de fantasie van de lezer over. Geconstateerd mag wel worden dat het een wat onverwacht besluit van deze blind date vormde.
Waar het publiek aan het begin van de voorstelling op afstand wordt gehouden, vallen gaandeweg alle elementen op hun plek. Het doel van elk ritueel is het bewerkstelligen van een transformatie van hen die eraan deelnemen en deze voorstelling demonstreert hoe bevrijdend het kan werken om jezelf open te stellen en te luisteren naar verzwegen stemmen en in gezelschap te verkeren van verdwenen lichamen. El Kharraz Alami’s au-delà wordt bevolkt door vrouwelijke djinns, maar het staat beslist vrij aan anderen om de sleutel te vinden die hun eigen au-delà kan ontsluiten.
Foto: Studio Pramudiya