Spelers van de Amsterdamse Theatertroep hebben samen met enkele gerenommeerde makers een nieuw gezelschap opgericht: De Spelersfederatie. Het nieuwe ensemble wil voorstellingen voor de grote zaal maken, maar zonder vaste regisseur en hiërarchie. In de eerste voorstelling, Moord met een grote M, een politieke Romeinse komedie, spelen de acteurs in regie van Pieter Kramer een nieuwe tekst van Don Duyns. (meer…)
‘Als mensen samen praten ontstaat er chaos, als mensen samen zingen ontstaat er harmonie. Als een filmcomponist zoals Ennio Morricone of John Barry werkelijke emotie teweeg wil brengen, wordt er koorzang gebruikt. Datzelfde geldt voor musical. Tekst is de drager van informatie, muziek is de drager van emotie, en de koorzang van een live ensemble brengt die emotie rechtstreeks bij de luisteraar.’
Koen van Dijk komt tijdens het musicalconcert Ensemble, ensemble! graag even het podium op om te vertellen hoe wezenlijk het ensemble in een musical is. En als mensen de connectie tussen koor en emotie niet geloven, dan moeten ze maar even naar You’ll never walk alone luisteren uit de tienduizenden kelen in het Liverpool stadion. Dan is het moeilijk om geen brok in de keel te krijgen. Dat nummer komt uit de musical Carousel uit 1945 van Rodgers en Hammerstein.
De leden van het ensemble spelen misschien niet echt een rol op de voorgrond, maar de koorzang is van levensbelang in een musical. Samenstellers van de avond, musicalartiest Steven Roox (o.a. Anastasia, Ciske de Rat, Come from Away, Hij gelooft in mij) en company manager Rudy Hellewegen (o.a. Soldaat van Oranje, 14 de musical) hebben twaalf nummers bij elkaar gezocht die het emotiepunt van Koen van Dijk ondersteunen.
In coronatijd kwamen Roox en Hellewegen bij elkaar om troostend musicalliedjes te zingen. Toen de buren begonnen te klagen vanwege geluidsoverlast besloten ze buitenshuis in een grotere ruimte verder te gaan met zoveel mogelijk leden van musicalensembles. Ze haalden een koor van veertig vocalisten bij elkaar, niet zozeer de grote namen voor het affiche (met uitzondering van Lone van Roosendaal), maar wel de grote stemmen.
Vervolgens werd een programma samengesteld met nummers uit verschillende tijden en genres, van de klassiekers (Oklahoma) via Disney (The Hunchback of Notre Dame) tot de rapmusical Hamilton. En ze hadden ook nog de mazzel om er een puik bandje onder leiding van de veelzijdige pianist James Pollard bij te krijgen, die alle musicalstijlen feilloos in de vingers kreeg, ondanks de zeer beperkte repetitietijd
Een massief koor klinkt inderdaad overweldigend. Voor By the Sword/Sons of Dixie uit de musical The Civil War werden alleen de twintig mannenstemmen ingezet. Alsof je de kanonnen van de Amerikaanse burgeroorlog kon horen bulderen. Een beetje maf klonk het wel om uit veertig kelen te horen: ‘Bobby, come on over for dinner. Just be the three of us, only the three of us.’ uit het bijna wiskundig opgebouwde, gecompliceerde openingslied uit de Sondheim musical Company.
Een minpuntje komt voort uit de wens van de dirigent om zoveel mogelijk zangers de kans te geven om even hun stem solo te laten klinken in een enkel zinnetje. Daardoor werd de homogene tekst van onder meer You learn uit de musical Jagged Little Pill met muziek van Alanis Morissette wel erg uit elkaar getrokken.
Maar dat is (vrijwel onbeduidende) detailkritiek. Het is de bedoeling dat deze kale uitvoering van musicalnummers – geen choreografie, geen decor, maar heel veel zeggingskracht – een jaarlijkse traditie gaat worden in DeLaMar West op de gebruikelijke vrije maandagavond voor musicalartiesten. Als elk jaar het niveau van de eerste ronde wordt behaald, heel graag!
Foto: Anniek de Wild