Een spiegeltje en een pistool: misschien zijn dat wel de twee spannendste attributen die Winnie uit Happy Days (1961) van Samuel Beckett uit haar handtas tevoorschijn haalt. In dit stuk, door hemzelf omschreven als ‘Female. Solo’, zit een vrouw gevangen in een zandheuvel, eerst tot aan haar middel, daarna zien we alleen nog haar hoofd. Die handtas vormt haar wereld, haar universum. (meer…)
Kamperen is iets voor witte mensen, want welke zwarte zou er ooit vrijwillig zonder elektriciteit en stromend water willen zitten? Het is een typische Trevor Noah-grap. Opgegroeid in Zuid-Afrika, met een witte vader en een zwarte moeder, heeft hij van etnische humor zijn handelsmerk gemaakt. Opvallend is dat de sympathieke Noah daarbij de voorspelbaarheid meestal weet te vermijden. Zijn nieuwste show, End of Days, waar hij momenteel de wereld mee over toert, is spannend, energiek en inhoudelijk sterk.
Voortbordurend op dat kamperen vertelt Noah over zijn vakantie op Bali, waar hij een ‘authentic Balinese experience’ kreeg aangeboden. Hij en een stel andere westerlingen werden een klein Balinees huisje ingeduwd en mochten daar alles aanraken. De bewoner onderging het ogenschijnlijk vriendelijk en gelaten. Door de manier waarop Noah het verhaal brengt, met veel ironie en verontwaardiging, wordt de absurditeit van de situatie mooi duidelijk. De westerlingen zijn op zoek naar authentieke ervaringen, maar uiteindelijk gaat het vooral om ‘poverty porn’.
Trevor Noah (34) is vooral bekend als de opvolger van Jon Stewart bij het populaire Amerikaanse tv-programma The Daily Show. Net als in die show, besteedt Noah in End of Days veel aandacht aan de actualiteit. Hij verwijst naar de Britse ‘royal wedding’ van afgelopen zaterdag en de recente ‘mass shooting’ in Texas. En natuurlijk gaat het ook over Donald Trump. Gelukkig weet Noah daarbij de meest platgetreden paden wel te vermijden. Hij toont zijn talent voor imitaties in een nagespeelde echtelijke vete tussen de president en zijn vrouw Melania. Ook zijn vergelijking van Trump met een penisvormige asteroïde die recht op de aarde afkomt – we gaan er allemaal aan, maar je moet er toch om lachen – is sterk.
Noah doet ook erg zijn best om in te spelen op de Nederlandse context. Hij maakt enkele geslaagde grappen over fietsers en gaat vrij uitvoerig in op Zwarte Piet. Daarmee kweekt hij sympathie, al blijkt hij wat betreft die laatste kwestie uiteindelijk wel onvoldoende geïnformeerd om echt raak te schieten. Maar het is in dit geval toch vooral de poging die telt. Bovendien ligt het tempo in deze voorstelling zo hoog dat we al snel weer bij een nieuw onderwerp zijn aanbeland.
De thema’s die Noah aan bod laat komen zijn gevarieerd, maar er valt niettemin een duidelijke rode draad te herkennen in zijn show. Die bestaat uit het speels bevragen van het hokjesdenken, waarbij de ene keer clichés over bevolkingsgroepen onderuit worden gehaald – een Indiase man die Schots blijkt te spreken – terwijl de andere keer juist de reële verschillen tussen groepen mensen worden benadrukt – zie de opmerkingen over kamperen en de ‘authentic Balinese experience’. Met deze aanpak toont Noah zijn eigenheid. Hij is tegelijkertijd kritisch en genuanceerd. Tel daar zijn energieke performance en talent voor het vertellen van verhalen bij op en je krijgt een bijzonder geslaagde voorstelling.