Als muziek georganiseerd geluid is, dan is Suite no. 1 ‘ABC’ een concert. In de opening van het festival de Internationale Keuze van de Rotterdamse Schouwburg presenteert Joris Lacoste uiteenlopende taaluitingen als spreekstukken. Hij haalt ze daarmee uit hun context en legt onverwachte komische kwaliteiten bloot in de dagelijkse taal.
Een Franssprekende klok, Robert de Niro’s ‘You talkin’ to me?’, opmerkingen van Maria Callas in een masterclass, Obama’s dankwoorden, reclame op Tommy Teleshopping, een gedicht van Schiller à la Klaus Kinsky, broken English Russian style, lessen in het Hebreeuwse alfabet en integraalrekenen, tango-instructie, de tekst van een Jackson 5-liedje dat niet toevallig ABC heet – het zijn verschijningsvormen van taal die we min of meer dagelijks binnenkrijgen en waar we zelden bij stilstaan. Dat doen we ineens wel als ze gepresenteerd worden als theaterteksten, uitgesproken door groepen mensen van verschillende grootte.
Voluit heet de voorstelling Encyclopédie de la parole – Suite no.1 ‘ABC’. In die database van het woord verzamelen kunstenaars, dichters, radiomakers, muzikanten en wie al niet gesproken fragmenten, als antropologen van de taal. Ook de Franse theatermaker Joris Lacoste werkt daaraan mee. Hij verwerkt de orale uitingen uit die encyclopedie tot voorstellingen. In dit geval dirigeert hij een vaste groep van elf sprekers die samenwerkt met elf lokale sprekers. De Rotterdammers hebben vast de tongbreker over de knipkunsten van de knappe kapper Knaap en zijn nog knapper kappende knecht bijgedragen.
Lacoste heeft niet alleen mooie stemmen met taalgevoel bij elkaar gebracht, maar ook goeie koppen en interessante bewegers. Zijn 22 performers doen behalve praten bijna niks. Dat is meteen hun kracht: hun minimale acties en gezichtsuitdrukkingen werken humoristisch, net zoals de clichématige accenten en kokette stembuiginkjes van social talk en receptieblabla. Misschien komt het doordat je na zoveel woorden gaat verlangen naar non-verbale ondersteuning van wat er gezegd wordt. Maar als bij de instructies aan een orkest ook het muziekstuk te horen is, voelt dat bijna als verraad aan het concept van de voorstelling.
In zijn manier van werken heeft Lacoste een verwantschap met de protestbeweging Occupy, die de collectieve microfoon bedacht: de woorden van een spreker worden herhaald door de toehoorders in zijn directe omgeving, dan door verder verwijderd publiek, en zo komt de boodschap uiteindelijk aan bij de achterste rijen. Ook daarvan heeft Suite no. 1 voorbeelden.
Het is fascinerend om te merken hoe anders je gaat luisteren naar bijvoorbeeld geroezemoes voor een voorstelling of naar kindertaal, en dat het daarvoor voldoende is de exacte tekst te isoleren uit zijn omgeving en die door meer mensen tegelijk te laten uitspreken. Het levert een performance op in de beste traditie van dada en ready mades. Suite no.1 ‘ABC’ is een sterke opening van De Internationale Keuze.
Foto: Hervé Véronèse