In zijn filmcollage We need to talk dwingt Roger Bernat de kijker in de meest perverse relaties ****
Het werk van de Marokkaanse choreograaf Taoufiq Izeddiou heeft een sterk beeldend karakter. En alerte is een theatraal statement geïnspireerd op het Soefiritueel. Aan de hand van beeld, beweging en muziek bekritiseert Izzediou het blinde geweld dat voortkomt uit spiritualisme. Dat doet hij onomwonden.
Taoufiq Izeddiou is danser, choreograaf, festivaldirecteur en een vooraanstaande avant-garde kunstenaar in de Marokkaanse gemeenschap. Al ruim vijftien jaar creëert hij producties op het snijvlak van heden en verleden, Europa en Afrika. In Nederland vond zijn werk eerder al aansluiting bij festival Dancing on the Edge. Zijn nieuwste creatie En alerte, deze zomer te zien op festival Noorderzon in Groningen, ging afgelopen weekend in première tijdens het Brusselse Kunstenfestivaldesarts. Izeddiou grijpt terug op de soefitraditie uit zijn jeugd, waarin ook dansrituelen voorkomen. De voorstelling wordt begeleid door twee gitaristen. Een van hen, de Gnawamuzikant Maâlem Adil Amimi, komt eerst met trommel op, traditioneel gekleed. Met energieke acrobatische sprongen danst hij over het podium terwijl hij op de trommel slaat. Een imponerende opening, die de zintuigen op scherp zet.
Vervolgens verschijnen ook Izzediou en Mathieu Gaborit aka Ayato (elektrische gitaar). De musici zetten zich aan weerszijden van het podium en spelen, Maâlem Adil Amimi met een traditionele Gnawagitaar. Vol overgave en met heftige schokken beweegt Izzediou zijn bovenlichaam alsof iets zich van hem heeft meester gemaakt. Dat doet hij met korte tussenpozen op uiteenlopende manieren, zo ook met het geïsoleerde hoofd. Net als de Noors-Iraanse choreograaf Hooman Sharifi gooit Izzediou zijn lichaam, bijna net zo zwaar en fors, met veel zwaartekracht soms ritualistisch tegen de grond. Het is een gewelddadig gebaar.
Izzediou is een estheet, maar vrolijke plaatjes zijn het niet die hij creëert. Als hij de twee gitaren van de musici op zijn schouder draagt is dat een imponerend heldhaftig beeld. Dat van een overwinnaar. Izzediou zelf is middelpunt van de performance. Sympathiek wordt hij nergens, ook niet wanneer hij het publiek om een omhelzing vraagt. Het is functioneel, het grote ego is een rol die hem naadloos past. Maar er is ook een tegenkleur. Met een rugzak van zand creëert een eenzame man circulaire patronen in de ruimte om die vervolgens met een verlichte helm te bewandelen. Beeld en ritueel vallen hier mooi samen.
Drie mannen, gitaren en een universum; potentie om iets te vertellen over heldhaftigheid en geweld heeft het concept zeker. Maar ook over geweld en religie? Projecties met verticale teksten komen voorbij, daarop het woord God in meerdere talen. De audiovisuele ingreep leidt eerder af dan dat er werkelijk iets wordt toegevoegd. Transities ontbreken vaak, Izzediou breekt zijn beelden bruut af, waardoor magie weinig kans krijgt. In die zin laat hij de principes van het soefiritueel vooral liggen – dat transformeert immers geleidelijk en subtiel naar extase en overgave. Izzediou wil het allemaal uitleggen en buit zijn belangrijkste jokers, de drie mannen, muziek en zijn robuuste lichaam, maar weinig uit.
Foto: Titanne