‘Ze heeft zichzelf doodgemaakt, en ik zal nooit snappen waarom.’ Dat zegt Dunya aan het eind van de klassenvoorstelling Sweet Sixteen over haar zus Dido. Nog even en ze is ouder dan zij ooit geworden is. En dan zegt ze, terwijl ze met grote ogen de klas inkijkt: ‘Ik heb jullie nodig.’ (meer…)
Ik weet nog goed dat ik de film Elephant van Gus van Sant zag. Het was op de middelbare school, een middag waarop we vroeg uit waren en we besloten met een groepje vrienden naar de bioscoop te gaan. Een jaar of vijftien zal ik geweest zijn, ongeveer even oud dus als de spelers die onder regie van Belle van Heerikhuizen bij De Toneelmakerij een voorstelling maakten geïnspireerd op die film over de schietpartij op een school in Columbine.
Het publiek zit aan weerszijden van een gele vloer. Een handvol tl-lichtbakken hangt er boven, aan de uiteinden staan kluisjes. Zodra de dertien tieners die vloer betreden, al haastend, giechelend, pratend, zijn we terug in de gangen van onze eigen school. Want vreemd genoeg hebben die gangen en wat daar gebeurt iets universeels en tijdloos. De kliekjes, de stiekeme verliefdheden, de te laat-briefjes; het is heerlijk herkenbaar. Voor mij, inmiddels al zo’n dertien jaar van school af, maar vast ook voor leeftijdgenoten van deze groep spelers.
Het was precies wat destijds voor mij het kijken naar de film Elephant zo verontrustend maakte: dat we naar onszelf keken. En dat maakte het moment waarop twee scholieren met tassen vol wapens en munitie de school binnenlopen en beginnen te schieten extra schokkend. Ook in deze voorstelling weten de jongens en meisjes het gevoel van zo’n doodnormale schooldag te treffen, met scènes die soms één op één uit de film komen, maar vaker nog zijn gebaseerd op hun eigen schoolleven en geschreven door henzelf. Het doet je bijna vergeten wat voor doem er over de dag ligt. Dat elke schoolbel deze tieners dichter bij hun noodlot brengt.
Een sterke vondst is dat wanneer er een scène tussen enkele spelers plaatsvindt in de gang, de overige spelers vanaf de zijkant fluisterend commentaar geven. Soms vangen we daar een flard van op. Zijn het roddelpraatjes? Of zijn het de stemmen in de hoofden van de scholieren? Die stemmetjes van het op die leeftijd zo dominant aanwezige zelfbewustzijn, die immer aanwezige druk om erbij te horen, om aardig gevonden te worden. Want elk van hen – populair of onzichtbaar – heeft zijn of haar onzekerheden, zijn of haar pijn.
Net als in Van Sants film laten de jongeren daarmee ook zien dat alles wat we als oorzaak kunnen aanwijzen, ook weer geen uitsluitsel geeft. Want ja, we zien dat de jongens gepest worden, maar dat geldt ook voor dat meisje wier olifantenknuffel wordt gekidnapt. En ja, we zien ze een blauwtje lopen, maar hetzelfde gebeurt een ander ook. Dus wat maakte dat deze twee jongens tot zo een afschuwelijke daad overgingen? Het antwoord daarop biedt Elephant uiteraard niet, maar de genuanceerde manier waarop deze jongeren nadenken over die vraag en hoe kwetsbaar ze zichzelf daarbij durven te maken, is bewonderenswaardig.
Foto: Sanne Peper