In Liliane Brakema’s regie van ‘Menuet’ bij NTGent, naar het gelijknamige boek uit 1955, spoort geen connectie tussen de tijdsgeest van toen en die van nu **
De oude Grieken, en zeker die op het hoogste echelon, hadden een zwaar leven. Iets anders kun je niet concluderen uit de onsterfelijke Griekse tragedies, die nog niets van hun relevantie zijn verloren en hedendaagse theatermakers blijven inspireren, zoals Julie Van den Berghe, die voor NTGent en het Nationale Toneel een nieuwe enscenering van Elektra maakte. Omdat tweeduizend jaar nu eenmaal slechts een flits zijn in de onmetelijke stroom van de tijd.
Laat het ons even uitvoerig over Elektra hebben: dochter van Klytaimnestra en Agamemnon, legeraanvoerder van de Grieken en koning van Mycene. Zus ook van Ifigenia, die door haar vader geofferd wordt om de wind aan te porren die door zijn stilte de zeilen slap houdt. Zo kan de Trojaanse oorlog natuurlijk niet beginnen, en kunnen de ongeduldige Grieken de mooie Helena, vrouw van Agamemnons broer Menelaos, niet terughalen. ‘Ik heb geen andere keuze dan Ifigenia te offeren.’ zegt Agamemnon tegen zijn vrouw, die intussen haar schoot voelt scheuren.
Volgens haar moeder had Elektra altijd al een stug en dwars karakter, maar de gebeurtenissen in en buiten het kille huis doen er natuurlijk ook geen goed aan. Daar komt nog bij dat Klytaimnestra in Agamemnons afwezigheid schuin marcheert met Aighistos. Na de tienjarige oorlog heeft Agamemnon amper één voet in zijn huis gezet, of hij wordt door zijn vrouw afgeslacht als een rund. ‘Ik heb gehandeld naar eer, geweten en schoot.’ zo probeert Klytaimnestra zich te verantwoorden tegenover Elektra. Het kan Elektra’s wraakgevoelens niet koelen, en met de hulp van haar broer Orestes is maar één uitkomst mogelijk.
Regisseur Julie Van den Berghe maakte voor NTGent en het Nationale Toneel een nieuwe, heldere, toegankelijke maar daarom niet minder aangrijpende enscenering van Elektra. Schrijver Bernard Dewulf pakte de ruggengraat van de tragedie, brak de harde wervels en het heiligbeen open en laat je in zijn zwierige en tegelijk directe taal van het heerlijke merg proeven. Zijn tekst is geïnspireerd door de bronnen van Aeschylos, Sophocles en Euripides, maar evengoed door brieven van de acteurs zelf als hun personages, citaten uit de literatuur en het getuigenis van Julies zuster Annabell, die als journalist onder meer in Egypte en Syrië werkt.
Interessant is hoe de focus verschuift van de mannen naar de vrouwen, die oorlogen en strijd op een andere manier moeten ondergaan. ‘Het is gevaarlijker om een vrouw te zijn dan een soldaat,’ zegt Klytaimnestra. Een man vecht om zich te bewijzen, en sneuvelt in het slechtste geval op het veld van eer, hoe zinloos die eer en die dood ook zijn. Voor een vrouw valt er geen enkele eer te halen uit de oorlog, alleen peilloos verlies en verdriet, en onnoemelijke pijn.
Maar de oorlog woedt in deze enscenering toch vooral ook in de hoofden en harten, en in het gezin van Agamemnon en Klytaimnestra. En uiteindelijk valt alles terug te brengen tot een gebrek aan liefde en aan kilte, mooi gesuggereerd ook door het beweeglijke betonpaleis. De goden mogen dan meedogenloos zijn, maar de mensen zijn wreder.
Elektra (een ijzersterke Lien Wildemeersch) is een meisje van nu, bedrieglijk onschuldig in haar Pippi Langkous-achtige outfit en haar kinderlijke gegiechel als de buitenwereld haar nog niet heeft verdorven. Wanneer haar onschuld is verwoest, is Elektra onverbiddelijk tegenover haar moeder Klytaimnestra (Chris Thys, overtuigend als wraakgodin, maar evengoed als geknakte vrouw en moeder). ‘Ik mis u al negentien jaar, altijd,’ zegt Elektra, met haar rug naar de toeschouwers, in een indrukwekkende monoloog, die Klytaimnestra finaal aan flarden rijt. De ‘executie’ door Orestes (Servé Hermans, die ook een erg amusante Aigisthos neerzet) is nog slechts een formaliteit, de pijnlijke dans met de ‘dode papa’ Agamemnon (Jaap Spijkers, die als veldheer zijn eigen kwetsuren maskeert met harde ongenaakbaarheid) de voltrekking ervan.
Had Cassandra (mooi en levendig vertolkt door Anne-Chris Schulting) dit trouwens niet allemaal voorspeld? De Trojaanse zieneres die Agamemnon als oorlogsbuit meebracht naar zijn huis? En wat dan nog? Aan het lot valt toch niet te ontsnappen. ‘Elke vrouw is een zieneres,’ zegt ze tegen Klytaimnestra, die weet dat ze gelijk heeft, voor ze de hoer van haar man laat ombrengen.
Af en toe is er in deze Elektra ook ruimte voor luim, vaak in gang gezet door de muziek van Kwinten Mordijck en zijn blazerstrio. Het zorgt voor gegniffel in de zaal en een vals gevoel van ontlading en vrolijkheid op het podium. Wat erna komt, snijdt des te dieper. ‘It’s a long way to Tipperary’ en ‘We’ll meet again‘ van Vera Lynn hebben nog nooit zo wrang geklonken.
Elektra van NTGent en het Nationale Toneel is, kortom, een knappe voorstelling, verfrissend, verontrustend en vermakelijk.
Foto: Phile Deprez
—
Kunstkritiekcollectief De Zendelingen maakte over Elektra een aflevering van De Biechtstoel: een installatie waarin bezoekers na de voorstelling een anoniem en individueel nagesprek voeren.