De opening van de negende editie van de Flamenco Biënnale was een grootse gebeurtenis in Amare in Den Haag. De zaal Danstheater was afgeladen vol en de openingsvoorstelling ¡Viva! door Compañía Manuel Liñán was een wervelende ‘flamenco drag’. (meer…)
Drie krachten werken op elkaar in, in Electroflamenco 3.0. Met zijn electronische soundscapes zet Daniel Muñoz een enigszins kil en unheimisch klankdecor neer. Dwars daarop staan de jazzy saxofoonriedels van Juan M. Jiménez, die in zijn improvisaties steeds weer landt op de verleidelijke toonladders die typerend zijn voor de Andalusische muziek. Tussen die muzikale uitersten zoekt flamencodanseres Paula Comitre haar weg, in een aantal dansen die steeds gereserveerd beginnen om uit te monden in gepassioneerde uitbarstingen.
Op de website van Artomático (de artiestennaam van Muñoz) staat een toelichting op Electroflamenco 3.0. ‘De flamencoritmes nemen ons mee op een reis zonder grenzen die bestaat uit communicatie, experiment, improvisatie, respect, gevoeligheid, verleden, toekomst en vooral vrijheid.’ Nou zijn al die aspecten inderdaad wel terug te vinden in dit dansconcert. Maar die laatste zinsnede – ‘en vooral vrijheid’ – behoeft nuancering. Het is heel goed denkbaar dat de makers bij het creëren veel vrijheid hebben ervaren. Maar meer nog dan over vrijheid lijkt de voorstelling te gaan over beperking en beklemming.
Vooral in de intense bewegingen van Comitre – die haar reputatie als rijzende ster in de flamencowereld overtuigend waar maakt – is steeds een op barsten staande vrijheidsdrang voelbaar. Maar op een of andere manier wordt die drang steeds onderdukt. In haar eerste scène verschijnt zij barrevoets. In heel veel contexten zijn blote voeten een symbool van vrijheid, maar in dit geval berooft het de flamencodanseres van een belangrijk expressiemiddel: de mogelijkheid om met schoenen haar eigen ritme te roffelen. In plaats daarvan biedt Muñoz haar een flamencobeat aan die door electronische manipulatie terug is gebracht tot een krekelachtig getsjirp. In een andere dans is Comitre wel geschoeid, maar wordt haar autonomie ingeperkt door de lange sleep van haar jurk, die verzwaard is met kettingen en steeds weer krachtig moet worden weggeschopt.
Comitre en de tussen alt- en sopraansax afwisselende Jiménez zoeken elkaar regelmatig op, waarbij de muzikant als een soort slangenbezweerder om haar heen speelt. Pogingen van saxofonist en bailaora om contact te maken met Muñoz draaien juist op niets uit. Onverstoorbaar staat Artomático achter zijn hoge tafel, die is volgestouwd met digitale trukendozen. Met de gesampelde stemmen van flamencozangers, radiostatisch gekraak en naar het einde toe steeds meer stuwende beats bakent Muñoz de muzikale ruimte af. De gespannen dialoog komt tot een zinderend hoogtepunt als een repetitieve basdrumpuls door Jiménez wordt beantwoord met John Zorn-achtige saxofoonerupties. Gewapend met metalen castagnetten en uitwaaierend in steeds wijdere cirkels brengt Comitre zichzelf en haar publiek in trance met een woeste bezweringsdans.
Foto: Eric van Nieuwland