De Engelstalige versie van Ivo van Hoves regie van Een Klein Leven is vanaf 28 september in de Nederlandse bioscopen te zien. De theatervoorstelling naar de bestseller van de Amerikaanse schrijver Hanya Yanagihara speelt momenteel in het Savoy Theatre op het Londense West End, waar de productie ook verfilmd zal worden. (meer…)
Radicaal kleinschalig toneel, zeker als het uit Vlaanderen komt; we moeten er zuinig op gaan worden. Het wordt steeds minder op het programma van de Nederlandse zalen en schouwburgen genomen. Wat doodzonde is. Neem de nieuwe voorstelling van tg STAN, Eind goed al goed.
De doodsvijand van elke Thomas Bernhard-enscenering is de anekdotiek. Als je bijvoorbeeld in zijn tekst Am Ziel (waarin een schrijver van de dramatische kunst voorkomt) een echte schrijver voor die rol vraagt, die niet kan toneelspelen, dan heeft de vulkanische oerkracht van deze toneeltekst verder geen schijn van kans meer. Thomas Bernhard speelt men het best als kamermuziek. Maar dan wel als Beethoven in de blender. Of als Sjostakovitsj met een vlammenwerper erop. Niet als wilt-U-nog-koffie-nee-doe-mij-maar-maar-thee-toneel.
Ook in Am Ziel door Toneelspelersgezelschap STAN, dat hier Eind goed al goed heet, wordt veel thee gedronken. De schrijver heet hier ook in het echt De Schrijver. Maar daar blijft het qua anekdotiek ongeveer bij. Jolente De Keersmaker en Sara De Roo, moeder en dochter, die zich opmaken voor de jaarlijkse tocht naar Katwijk, en Damiaan De Schrijver, de auteur van de dramatische kunst die zij op hun tripje hebben uitgenodigd, spelen hun personages met een serie geraffineerde tics en eigenaardigheden. Waardoor het almaar lijkt alsof ze iets anders willen dan wat ze zéggen te willen.
De dochter, die in het stuk de indruk wekt verlegen te zijn, krijgt hier de allure van een vamp met weerhaakjes op haar ellebogen. De moeder, in de tekst een egocentrische helleveeg, wordt hier verbeeld met de doodsangst in de ogen, alsof ze vermoedt dat dit spel wel eens haar laatste kan zijn. En de auteur van de dramatische kunst, waarvan zij gedrieën de ter dood veroordeelde gevangenen zijn, schrikt zich een ongeluk als hem de wurgende vraag wordt voorgelegd: wat doet u nu eigenlijk precies in uw toneelstukken? En waarom applaudisseert men daar zo gemakkelijk voor?
De vormgeving wordt gedomineerd door een benauwd gemaakte ruimte die in de loop van het spel wordt opengetrokken, om vervolgens alleen nog maar meer benauwenissen prijs te geven. STAN heeft een hele cyclus Bernhard-teksten op zijn repertoire. Ze lijken per keer sterker te worden. En het is nog niet gedaan. Ook deze ruikt weer naar meer. Maar of wij dat in Nederland dan ook nog te zien krijgen? Het blijft afwachten. Grijpt derhalve uw kans nu het nog kan.
Foto: Sanne Peper