Muziektheatercollectief KASSETT traceert in Ballade van Bodie de geschiedenis van een Amerikaanse spookstad, die zijn hoogtijdagen aan een gold rush te danken had. De monologen van historische personages blijven echter te fragmentarisch om te beklijven.
De jaarlijkse muziektheaterroute die Over het IJ Festival in samenwerking met het Grachtenfestival in een wisselende Amsterdamse wijk organiseert, past naadloos bij de visie van de vorig jaar aangetreden artistiek leider van Over het IJ Festival. Simone Hogendijk wil het festival meer implementeren in de rest van de stad en gaat daarvoor expliciete verbindingen aan buiten de NDSM-werf.
Het is nu voor het vierde achtereenvolgende jaar dat deze coproductie plaatsvindt. Na de Grachtengordel (2013), Tuindorp Oostzaan (2014) en de Zeeheldenbuurt (2015), staat de route dit jaar op het KSNM-eiland. Vier jonge muziektheatergroepen hebben de afgelopen drie maanden het eiland verkend en hun korte voorstellingen op die exploratie gebaseerd.
In het begin van de negentiende eeuw werd met de aanleg van het KNSM-eiland begonnen, een schiereiland in het IJ dat in eerste instantie was bedoeld als golfbreker. Met dat uitgangspunt maakte Mc Kassett de muzikale vertelling Dubio, die zich afspeelt in de Boekhandel van Pampus. Dubio is een sprookje dat de twijfel viert. Een zelfverzekerd eiland (genaamd: IJland, land op het IJ) beleeft een existentiële crisis als hij in gesprek raakt met Dubio (ook wel ‘Het einde’, ze was dan ook helemaal het einde).
Frank Siera schreef een talig sterk sprookje, met in dat sprookje een aantal andere sprookjes: over de heuvel die hoog van de heuvel blies, een kabbelend beekje dat maar bleef kabbelen en babbelen, en een beslist bos. Oukje den Hollander speelt Dubio. Marijn Claes is IJland. Ze begeleiden zichzelf op mini-draaiorgeltjes.
Dubio is in alle opzichten een sprookje. Een beeldende, moralistische vertelling vol allegorieën. Maar daarin ook erg beheerst. Nergens schuurt het tegen de randjes van die vorm aan. Het is een klein, af product, maar voor een theatraal onderzoek is dit wel behoorlijk op veilig gespeeld.
Op de volgende locatie staat een vrolijk viertal ons op een rij op te wachten, de een met een ballon, de ander met een fles cava, een derde met taart en – om de feeststemming compleet te maken – de laatste met een contrabas. Fantastisch dat we er zijn, benadrukken ze. Het had tenslotte ook anders kunnen lopen.
Weg van Suzan Tolsma, Alicia Verdú Macián en Rosine Langbroek (en Jort Terwijn op bas) gaat uit van het gegeven dat er wel drieduizend mogelijkheden zijn voor hoe een moment zich voltrekt. Kortom: hoe groot de kans eigenlijk was dat wij hier met zijn allen in deze samenstelling niet zouden zijn. Ze interviewden een aantal bewoners van het KSNM-eiland, en laten de verschillende keuzes in die levens illustreren in hoeverre mensen hun eigen toekomst kiezen of zich laten leiden door toeval of lotsbestemming.
Het is mooi hoe dit documentaire uitgangspunt is vertaald naar taal, dans en muziek; knap werk van Tolsma, die niet alleen performt maar de boel ook regisseerde. Haar tekst blijft soms wat teveel hangen in schetsmatigheden. We leren de KNSM-bewoners die Tolsma opvoert niet echt kennen, hun verhalen blijven hangen in grote lijnen. Terwijl juist de specifieke details mensen tot leven kan brengen.
Ten slotte belanden we aan het IJ, waar langzaam een persoon komt aandrijven. Annemieke Ros en Kim van den Bemt van Spack & Beans maakten de poëtische beeldvoorstelling Drip, ondersteund door een zinderende soundscape van Matteo Mijderwijk. Anekdotisch ben je in een halve zin klaar: vrouw spoelt aan op de kade, en loopt in doorweekte avondjurk landinwaarts. Zorgvuldig, met gevoel door detail en lovenswaardig veel rust, is dit ook precies wat er gebeurt. De beelden voltrekken zich voor onze ogen, de verhalen in ons hoofd. Het beeld van het drijvende lichaam op het IJ, terwijl een grote boot met een twintigtal mensen nietsvermoedend, de ruggen toegekeerd, voorbij vaart, was fenomenaal.
En dan waren er nog de duiven. U leest het goed. De duiven begeleidden ons van de ene locatie naar de andere, en hielden zo nu en dan stop voor een korte scène. Bijvoorbeeld een lieve maar hilarische baltssequentie. Of, om maar iets anders te noemen, een banale spelshow waarbij een toeschouwer een ei naar een duif mag gooien. Een andere duif valt dood neer. Maar ach: het is maar een duif, nietwaar?
Waar de andere drie voorstellingen misschien iets teveel in het conceptuele blijven steken, is De Duiven van Toneelgroep Mathilda wel erg what you see is what you get. Een feestelijke reeks aan banaliteit, vol duivenpoep, gekoer en gesnuffel in vuilnisbakken. Het ontstijgt daarin nergens de functie van omlijstende begeleiding van de route.
Maar ach, grappig is het wel. Roekoe.
Foto Weg: Saris & den Engelsman