Het is diep in de nacht, slapen de mensen of zijn ze wakker? In Friesland waken veel mensen, het licht brandt in hun huiskamer, keuken of werkkamer. Een beveiliger tuurt naar zijn scherm, een verpleger verzorgt een patiënt in het ziekenhuis en een vrouw durft voor het eerst weer alleen de straat op. (meer…)
In de wonderwereld van attractiepark de Efteling, in het Noord-Brabantse Kaatsheuvel, is het niet pluis. Twee middelbare scholieren, de zusters Julia en Sophie, hebben in de zogenaamde Eerste Kamer, de control room, de computer die de openingstijden vaststelt ontregeld. Dat doen ze omdat ze een nacht in het park willen doorbrengen. Een nacht in de Efteling is een verrukkelijke, feestelijke en briljant-hilarische voorstelling.
Tekstschrijver en regisseur Jon van Eerd van het Pretparkhuis is erin geslaagd de attracties van de Efteling naar de schouwburgzaal te verplaatsen. Niet voor niets kiest hij voor de nacht, dat is een geheime wereld waarin sommige wonderen nog mooier tot hun recht komen, zoals de nieuwste, de betoverend mooi gespeelde Danse Macabre.
Alleen een gouden sleutel kan de zaak weer op orde brengen, maar wie heeft die sleutel? Julia (Suzanna Pleiter) en Sophie (Bente Bo Stoelwinder) worden betrapt in de regelkamer. Van de zussen houdt Julia niet van sprookjes, terwijl Sophie er juist wél in gelooft. De zoektocht naar de sleutel is het dramatische vehikel voor veel actie, misverstanden, publieksparticipatie en vooral ook een theatrale vertaling van Efteling-attracties.
De zussen noemen het cruciale moment de ‘wenteling’, een woord dat licht rijmt op ‘Efteling’, en zo speelt Van Eerd meer met taalvondsten. Een van de gevolgen van de wenteling is dat Roodkapje haar ‘-je’ kwijt is, en nu als Roodkap door het leven moet. In een aanstekelijke rol als Roodkap zet Zjon Smaal een reuzen-Roodkap neer, onhandig in zijn veel te grote lichaam met een veel te krap kostuum aan.
Feitelijk zijn alle belangrijke hoofdfiguren van de attracties de weg kwijt. Holle Bolle Gijs kan niet meer zeggen ‘Papier Hier’ en komt niet verder dan ‘Papier Spier’ en meer rijmvariaties. Ook de Fakir krijgt zijn vliegkunsten niet meer op orde en Cathalijne de Sonnaville als Heks is beroofd van haar toverkunsten. Die kan ze alleen terugkrijgen als ze een toeschouwer in de grote kookpot stopt en kookt. Met verve plukt ze iemand uit de zaal, Frank in dit geval, en ze laat haar heksenstreken op hem los.
De beroemde bakker van het Max & Moritzplein, Bäckerei Krümel, beschikt niet meer over het juiste deeg. Toch lukt het hem een reuzenbrood te bakken dat gevoerd moet worden aan de Draak, want in zijn nest bevindt zich de sleutel. Een schitterend idee van Van Eerd is om de geestelijk vader en bedenker van de Efteling, Anton Pieck, een overtuigende rol te geven in handen van Patrick Martens. Hij is, in een dubbelrol, ook de vader van Julia en Sophie. Martens portretteert Pieck als een betrokken kunstenaar bij zijn schepping, ooit begonnen als het Sprookjesbos. Als Pieck helpt hij mee het sleutelraadsel op te lossen.
De ene verwikkeling volgt razendsnel op de andere, begeleid door heerlijke muziek van René Merkelbach. Het decor van Joris van Veldhoven is mooi fantasierijk en Carla de Kroon ontwierp de uitbundig fraaie kostuums. Toch is Een nacht in de Efteling meer dan alleen een reeks vrolijke toestanden. In de kern gaat het over het wel of niet geloven in sprookjes. Julia weigert zich in de sprookjeswereld te verdiepen, zij zweert bij TikTok en Instagram. Deze Julia van Pleiter is heerlijk in haar dwarsheid.
Het hele spel tussen droom en fantasie, sprookje en werkelijkheid krijgt een satirische uitbeelding in een talkshow, de 3-Nek genoemd, een verrukkelijk-vileine persiflage op Eva Jinek met Eva! Tekstschrijver Van Eerd moet zich kennelijk enorm geërgerd hebben aan Jinek en de publieke omroep, want met steken onder water en een superbe uitbeelding van de clichés en feilen van een talkshow (onzinnige vragen, mensen niet laten uitpraten, open deuren, ijdelheid en aandachttrekkerij van de presentatrice) zet hij het fenomeen pijnlijk scherp neer.
Lars Vaessen imiteert Jinek extreem knap. Vooral de opmerking dat ‘uit onderzoek blijkt dat steeds meer mensen werkelijkheid en fantasie verwarren’ is ijzersterk. Vaessen laat niemand uitpraten, evenmin als Jinek dat doet. Dan is daar De Sonnaville als mevr. Schmetterling die, met een fijn Duits accent, Jinek de mond snoert door het allemaal en terecht beter te weten. Mede dankzij mevr. Schmetterling raakt Een nacht in de Efteling een diepere laag, met toch een soort boodschap: blijf geloven in sprookjes, zoek de betovering.
Foto’s: Axel Drenth