Het is een fantasierijk liefdesverhaal, Reis naar de Maan door BarokOpera Amsterdam. De komische sprookjesopera – opéra-féerie – van de Franse componist Jacques Offenbach (1819-188) is niets minder dan ‘de ontdekking van de liefde’, en zo had het romantische muziektheater ook genoemd kunnen worden. (meer…)
Opera voor jongeren zit in de lift. Holland Opera heeft een plek in de BIS verworven, de Nederlandse Reisopera werkt structureel samen met Theater Sonnevanck en ook De Nationale Opera neemt haar verantwoordelijkheid met opnieuw een prominente plaats voor de jeugd in het Opera Forward Festival. Een lied voor de maan is lieflijker dan de eerdere vrolijk anarchistische 8+-opera’s Reimsreisje (2015) en Hondenhartje (2017) of de 2+opera Kriebel (2019), maar deze coproductie met onder andere Opera Zuid verdient het om in het repertoire te worden gehouden, zeker met deze cast.
Teleurgesteld kruipt de mol weer in haar hol en trekt de dekens over haar hoofd. Het lied dat zij schreef om de maan op te vrolijken, heeft de maan alleen maar verdrietig gemaakt. De dirigent had het lied al een ‘doorwrocht gedrocht’ genoemd en de muizen en de kikker ruziën vooral onderling: ze zongen vast te hard, of juist te zacht, uit de maat of vals. Alleen de krekel ziet de oorzaak: het lied is te droevig.
De oplossing is eenvoudig: de mollen moeten kruisen worden, dan wordt het lied vanzelf vrolijk en dansbaar. Het is een van de vele talige en muzikale grappen die verborgen zitten in de jeugdopera van Mathilde Wantenaar. Zo verzandt de kikker in een eerste repetitie vol bravoure in Puccini’s ‘Nessun dorma’, piept de relmuis Mozarts ‘Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen’ en worden vol overtuiging de eerste maten van Beethovens vijfde symfonie ingezet.
Deze muzikale knipogen overheersen gelukkig niet, centraal staat de toegankelijke klankenwereld van Wantenaar die bijzonder fraai vierstemmige ensemblepartijen componeerde voor het woud dat de twijfels van de mol spiegelt. De basklarinet kleurt mooi bij de melancholische dromer die de mol ook is, terwijl de gitaar voor meer jazzy accenten zorgt.
Wantenaar schreef samen met dramaturg Willem Bruls het libretto naar het gelijknamige boek van Toon Tellegen, waarbij veel van de oorspronkelijke tekst intact is gebleven. Een mooie keuze, want Tellegens verhaal gaat niet alleen over samen muziek maken, maar ook over omgaan met teleurstellingen en het opnieuw proberen. Tegen het eind van een klein uur opera vraagt mol zich af of zij niet misschien ook een kruis moet worden om zo vrolijker door het leven te gaan, maar concludeert ‘Ik blijf mol, soms vrolijk, soms ook heel somber.’
Het decor en de kostuums van Nele Ellegiers zijn een lust voor het oog en bevatten vele details die online nog beter in beeld komen. Het gemis aan interactie met de zaal wordt echter voelbaar als mol tijdens het schrijven het lied zich hardop afvraagt wat er rijmt op ‘vol’ en er geen reactie vanuit de zaal komt.
Maar ook als registratie overtuigt Een lied voor de maan, zeker met deze cast met de vrolijk piepende muizen (Ginette Puylaert, Francine Vis en fluitist Mirna Ackers), Berend Eijkhout als sprinkhaandirigent, Jan-Willem Schaafsma die de kikker flink uitvergroot neerzet en bovenal Vera Fiselier die melancholie en euforie met een warme stem verbeeldt.
De wereldpremière vorig jaar werd op het laatste moment afgelast, deze volgde noodgedwongen online. Hopelijk is driemaal scheepsrecht en krijgt Een lied voor de maan volgend jaar wel die volle zaal met kinderen die de rijmvraag fanatiek beantwoorden met ‘mol’!
Foto: Kim Krijnen