Kun je een depressie te boven komen wanneer je ondertussen twee jonge kinderen moet opvoeden? In Geen verhaal maakt theatermaker Laura van Dolron haar publiek deelgenoot van haar poging om het liefdesverdriet van haar scheiding te verwerken als alleenstaande moeder. (meer…)
Jazzklanken tussen de bomen, ragfijn en verstild zoals alleen trompettist Chet Baker (1929-1988) dat kon. Hij zingzegde My funny Valentine, zichzelf begeleidend op de trompet. Onder de vlag van Orkater / De Nieuwkomers wijdt de acteursgroep Lars Doberman een soms elegische, dan weer grillige voorstelling aan dit jazzfenomeen dat in Amsterdam overleed na de val uit een raam van een hotel aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam.
Maar nu ben ik al in Bakers biografie gedoken, en dat is niet zoals de voorstelling dat wil. Een bebop verhaal luidt de titel van deze vrije improvisatie, helemaal conform de wetten van de jazz, de swing volgens de Afrikaans-Amerikaanse traditie van de heartbeat. De vier acteurs zijn begenadigd zowel in toneelspel als het musiceren. Reinout van Scholten Aschat, Matthijs van de Sande Bakhuyzen, Mattias Van de Vijver en Jip van den Dool drummen, bespelen de contrabas, spelen piano, saxofoon en de trompet op verbluffend moeiteloze wijze. En passant geven ze een mooie uitleg over de bop.
Baker was het symbool van de coole jazz. Een superieur spel met nonchalance hoorde daarbij. Bakers verslaving aan drugs bracht hem op de smalle grens tussen dood en leven, tussen slapen en waken. Op een rood, rond podium brengen de acteurs de voorstelling als een hommage aan Baker. Prachtig is het begin, waarin een korte schets van Bakers jeugd wordt gegeven, een jongen die opgroeit in Oklahoma als zoon van een verloren, verslaafde jazzmuzikant. Al gauw laten de spelers de biografie los en komen er vrije associaties, of noem het improvisaties, tot stand. Die missen helaas de impact die de jazz-verwijzingen wel hebben. Een als allegorie bedoelde vertelling over een neger die op een aap lijkt, mist elke betekenis en is volstrekt overbodig. De dode herdershond die opeens uit het bos wordt gesleept, is een verwijzing naar de hond die Baker hield, maar is ook al een vreemd element. Dat is toch jammer.
Naar de vorm is Een bebop verhaal niet zo fascinerend als het spel en de muziek van de vier makers. Concentratie op de onnavolgbare muziek van Baker en zijn tragische levensverhaal was ook zeer cool geweest. Het is alsof de jazz het collectief acteurs inspireerde tot zeer vrije improvisaties, terwijl ook de jazz aan regels van vorm en structuur is gebonden. Dat is de kracht ervan. In muzikaal opzicht valt er veel te genieten in deze jazzhommage. Fantastisch is dat.
Foto: Saris & Den Engelsman