Het jaarlijkse Afrovibes Festival trapte zijn twintigste seizoen af met een rijk gevuld programma in een stampvol Frascati. De voorstelling met acht dansers van de Rwandese choreograaf Wesley Ruzibiza opende de avond met verve. (meer…)
Het geluid bij de dansvoorstelling East door Arco Renz vibreert door de ruimte, trilt door je lichaam en doet – als je er gevoelig voor bent – je oren tuiten. Niet voor niets verstrekt theater De Brakke Grond gehoorbeschermers. Die zijn hard nodig. Ook het stroboscopische lichtplan heeft een hallucinerend effect.
East gaat over de tegenstelling tussen Oost en West. In de openingsscène zweeft een lange stok boven het toneel, als een luchtspiegeling. De danser komt op, gekleed in wijdvallende broek, en neemt de lange stok in beide handen en laat hem ruim een half uur zwiepen door met zijn armen op en neer te bewegen. Ondertussen voert hij felle, vaak korte danspassen uit in rechte lijnen. Wie enigszins bekend is met Aziatische dansvormen zal de oneindige herhaling opvallen, obsessief, uitputtend, met minimalistische variaties. Ik zag eens de Kecak of Apendans in Indonesië en daaraan doet Renz’ choreografie sterk denken. Het decor is ontworpen door Lawrence Malstaf, een kunstenaar die techniek zeer sterk integreert in zijn beeldende werk. Renz brengt de voorstelling uit onder hoede van zijn gezelschap Kobalt Works. De danser en choreograaf heeft banden met dansgezelschappen en dansinstituten in Korea, Vietnam en India.
Componist en muzikant Phu Pham Marc Appart maakt op elektronica de extreem luide muziek. Hij staat erbij alsof hij zelf een danser is. In feite valt de voorstelling in twee delen uiteen. Na het eindeloos repetitieve patroon in het eerste deel volgt een opmerkelijke keerpunt: opeens verschijnen zwevende witte ballonnen op de bühne, schitterend vormgegeven, van de ijlst denkbare zijde geweven. Poëzie gevat in witte, ronde objecten. Als planeten zweven ze rond, in beweging gebracht door Arco Renz zelf. Op een gegeven moment is zelfs het hele toneelbeeld gevuld met deze vloeiende vormen. Renz stapt zelf in een ballon en danst erin, gevangen door het doorschijnende wit. Geleidelijk verdwijnen ze weer uit het beeld en keert de pure leegte terug.
De fysieke en ritmische kwaliteiten van Renz zijn indrukwekkend. Maar of de voorstelling nu daadwerkelijk gaat over het feit ‘dat de bestaande clichés over de verschillen tussen Oost en West’ worden ‘ontvouwd en ondermijnd’ waag ik te betwijfelen. Ook de tekst als deze uit de aankondiging is volkomen duister, zo niet onbegrijpelijk: ‘We bevinden ons elders en worden zonder slag of stoot meegevoerd in een beklijvend dialoog van lichtspel, decor en live muziek.’ Tijdens het nagesprek bleek dat Renz zelf ook niet duidelijk voor ogen staat wat hiermee wordt bedoeld. En dat zijn voorstelling beter met het woord ‘oriëntaals’ gedekt zou worden dan door de huidige titel, daar wilde hij niets van weten. De toeschouwer moet zich juist wél enorm inzetten om mee te gaan met deze zo luid gebrachte dansvoorstelling. Wie weet beroert de hardheid sommige toeschouwers tot diep in het lichaam, zoals bij dance. Maar anderen sluit het buiten. Dat ‘zonder slag of stoot’ klopt eenvoudigweg niet. East vereist het uiterste, en daar is niets op tegen.
foto: Jean Luc Tanghe