Na vierenveertig jaar maken de mannen van Toneelgroep Het Volk opeens bij hun ‘afscheidsvoorstelling’ muziektheater. Wigbolt Kruijver en Bert Bunschoten spelen twee oude mannen die in een sanatorium hun laatste dagen slijten. Beide acteurs zijn tegen de zeventig jaar oud, maar hun speelhonger is onveranderd groot. (meer…)
Op weg naar huis, op ‘een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt’, ontmoet Frans Laarmans drie Afghanen uit de haven, met een stuk karton met daarop de naam en het adres van Maria van Dam. Laarmans werpt zich op als gids en samen gaan ze naar haar op zoek.
In 1983 bracht Toneelgroep Het Volk voor het eerst deze bewerking van Willem Elsschots Het dwaallicht. Gisteren ging na ruim dertig jaar de herneming van deze bewerking in première in de Toneelschuur. De belangrijkste theatrale keuze in deze bewerking (die het gezelschap maakte van de bewerking van Koos Dubbelman uit 1983) is dat Laarmans’ personage gedubbeld wordt. Frans Laarmans, het ‘alterego van Willem Elsschot’, wordt zowel gespeeld door Bert Bunschoten als door Wigbolt Kruijver. Alle andere personages, de krantenverkoopster, de vogelkooiverkoper, de politiebeambte, de rechercheur, de louche barman, worden afwisselend door de twee acteurs gespeeld.
Het is een verdienste hoe ze allebei een sympathieke Laarmans spelen, zonder teveel toe te geven aan het op de loer liggende cynisme. Zijn open, kritische maar onbevooroordeelde houding hebben ze beiden weten te vangen en dat maakt Laarmans tot een genuanceerd personage. Het is jammer dat ze alle andere personages hebben beperkt tot karikaturale stereotypen, die uitsluitend grotesk en op de lach spelen.
De voorstelling vangt aan met een integrale voordracht van Elsschots gedicht Het huwelijk. Het dubbelen van Laarmans zou een ideale vorm kunnen zijn om Laarmans enerzijds te benaderen als de uitgebluste echtgenoot uit Het huwelijk, en anderzijds als de maatschappelijk betrokken, meer initiatiefnemende Laarmans. Een kans bij uitstek om dat innerlijke conflict van het personage uit te diepen en theatraal te maken. Helaas komt Het Volk te weinig van het papier los, en wordt dit onvoldoende uitgewerkt. Pas in de laatste scène gaan de twee concreet met elkaar in conflict.
Op subtiele wijze voert Elsschot zijn lezer mee op een dwaaltocht tijdens een Antwerpse novemberavond, om te eindigen in een intrigerende conversatie tussen de Westerse Laarmans en zijn exotische vrienden. Binnen deze vriendschap worden wezenlijke vragen over het christendom en de islam gesteld, en wordt er een oprechte poging gedaan elkaar te begrijpen zonder het per definitie met elkaar eens te zijn. Een uitgelezen kans om de voorstelling zijn oubollige karakter te doen ontstijgen, en het onverwacht over nu te hebben. Helaas krijgt dit gesprek nauwelijks tijd en ruimte in deze bewerking.
Dwaallicht van Het Volk is met name een ode aan het literaire werk van Elsschot. Daarin is de voorstelling dan ook geslaagd. Maar dat is tegelijkertijd de valkuil geweest. Literair zit het meer dan goed, maar theatraal en dramatisch komt de voorstelling nauwelijks van de grond. Eigenlijk kun je de voorstelling nog het beste benaderen als een interessante theatrale lezing van het laatste literaire werk van Willem Elsschot.
Dertig jaar geleden speelde de voorstelling voornamelijk op scholen. Ook nu lijkt dat weer een geschikte plek. De voorstelling is bij uitstek geschikt als kennismaking met het oeuvre van Willem Elsschot, zeker binnen het kader van een educatief pakket. Als losse voorstelling leunt het teveel op de tekst, en is er eigenlijk nauwelijks reden om de voorstelling te zien als je ook het boek kunt lezen.
Foto: Minke Kruijver