De fruitbomen in de kersenbongerd van Fort bij Rijnauwen staan er akelig doods bij, niet meer dan kale knoestige stammen. Ze vormen een contrast met de zomerse weelde van het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Holland Opera kiest deze locatie voor de nieuwe opera Kersentuin, vrij naar het toneelstuk De kersentuin (1904) van Anton Tsjechov. (meer…)
In de aangrijpende opera Dwaalhuis maakt Holland Opera dementie en de wanhoop van een partner pijnlijk invoelbaar, zonder ook maar een moment in goedkoop effectbejag te vervallen.
De man (Niek Idelenburg) pakt rustig een boekenkast uit en stopt de boeken in dozen. Zijn vrouw (Björk Nilsdottir) komt binnen, kijkt verbaasd naar de dozen en plaatst de boeken weer netjes in de kast. Even later vraagt ze: ‘Laat jij de hond uit?’ ‘We hebben geen hond,’ luidt zijn antwoord. Ondertussen loopt zij neurotisch steeds hetzelfde rondje, ziet dingen die er niet zijn, denkt dat iedereen haar geld steelt. Meerdere malen vraagt ze hem of als ze boodschappen gaat doen ook nog iets voor hem moet meenemen, totdat hij geërgerd roept ‘Ik doe het straks zelf wel.’ Vragen over haar geheugen weert ze ondertussen geërgerd af: ‘Ik weet het allemaal echt wel.’
Pijnlijk wordt het als zij haar man niet meer herkent en hem aanspreekt met u. Ze is immers netjes opgevoed en heeft geleerd beleefd te zijn tegen oudere mannen. Dat er iets mis met haar geheugen is, beseft zij ondertussen wel degelijk, en om niet te vergeten hangt zij overal gekleurde memobriefjes op, die haar man op zijn beurt weer geërgerd weghaalt. Hij probeert kalm te blijven, maar realiseert zich ‘Kwijt is kwijt, maar weg is weg, voor altijd’ en de wanhoop slaat meer en meer toe. Aangrijpend is de tekst van zijn slotlied: ‘Adem in, adem uit. Je kijkt in de spiegel en ziet niet wie je bent. Ik zal je nooit vergeten, was je maar hier’.
De opera (libretto Daantje Idelenburg) begint liefdevol met een herinnering aan hun eerste ontmoeting, als ze allebei onderweg blijken te zijn naar een opera-uitvoering en dit droste-effect is slim verwerkt in het decor van Douwe Hibma en de videoprojecties van Ruben Pest en Ard van der Veldt. Mooi is hoe de daarin rondvliegende bont gekleurde kolibrie gaandeweg de opera plaatsmaakt voor zwarte kraaien. Alleen door samen muziek te maken, lijkt weer even alles vertrouwd en veilig.
De muziek van Idelenburg spiegelt bij dit alles de emoties: woeste en repeterende soloklanken worden gecontrasteerd met meer lyrische passages als de man (piano) en vrouw (trompet) samen spelen, ondersteund door de bandopname van strijkkwintet FUSE.
Foto: Ben van Duin