Het contrast is groot in deze double bill van ICK Dans Amsterdam. In het serene The Ritual geeft Sedrig Verwoert als choreograaf en als danser vorm aan een persoonlijke transformatie. In hun stuk Anybody out There? zetten Emio Greco en Pieter C. Scholten er grote gebaren tegenover, begeleid door hectisch slagwerk en aangezet met vette uitroeptekens. (meer…)
Twee voorstellingen die zich in dezelfde tent afspelen, dat kom je niet elk jaar tegen in het Circusstad festival. In Double You voert het Gentse gezelschap Be Flat een sociaal experiment uit door het publiek tegenover elkaar te plaatsen en te scheiden door een groot wit doek. Wat er aan de andere kant gebeurt, kunnen we enkel raden door de geluiden en schaduwen. Een spannend gegeven zou je denken, maar toch wordt Double You pas echt spannend als het doek naar beneden gaat.
Voordat dat gebeurt, rouleren Thomas Decaesstecker, Ward Mortier, Mehdi Delanoeije, Tars van der Vaerent en Dario Tabakov tussen de speelvlakken van het podium, waar ze komische acts spelen voor een nog wat onwennig publiek. Opvallend is dat ieder ook een eigen instrument bespeelt en continu een dialoog tussen muziek en acrobatiek op gang brengt. Zo gebeurt het vaak dat er op het ene speelvlak een acrobatische truc wordt uitgevoerd, terwijl aan de overkant een act met muziek wordt gemaakt. Wanneer we een in elkaar verstrengeld drietal zien waarvan een accordeon blijft spelen, of een bodypercussie-act van Delanoeije, van der Vaerent en Mortier, weten we dat onze overburen het horen als underscore.
Dat is even interessant, maar het wordt snel een herhaling van zetten. Be Flat speelt met de eerder genoemde interactie tussen wat je hoort en wat je ziet, en met het verlangen om te weten hoe het andere publiek de voorstelling ervaart, maar maakt dat niet spannend genoeg om lang vol te houden. Met een doek als achtergrond en een klein speelvlak is de ruimte voor de acrobaten om technisch uit te pakken bovendien beperkt.
Double You wordt pas echt spannend wanneer de performers het doek bestormen (geholpen door een aantal kussens die we vanuit de zaal ernaar kunnen gooien) en het uiteindelijk neerhalen. Van de benauwdheid en de vaste structuren die de vormgeving in het begin kenmerkt is er nu een open ruimte die vrijer door de performers verkend kan worden, en waarin een aantal mooie beelden ontstaan.
Zo klimt Tabakov op de schouders van zijn collega’s die op verschillende hoogtes staan, om zo de top te bereiken van een van de palen en op grote hoogte zijn instrument te bespelen. Terwijl een speler de nok van de tent beklimt, balanceert een ander op een koord onder hem, waardoor de twee een bijna geometrisch patroon maken. Het jonge publiek houdt de adem in wanneer van der Vaerent datzelfde koord trotseert, maar ditmaal met een object van onbekend gewicht onder zijn shirt, terwijl twee spelers alle ruimte van zijn bestemmingsplek al innemen.
De voorstelling wordt zo veel dynamischer in het gebruik van ruimte: waar de actie zich afspeelt, hoe decorstukken worden ingezet om zowel in de hoogte als in de breedte te bewegen, maar ook hoe het publiek zich tot die ruimte verhoudt. Publieksparticipatie was er al voorzichtig in het eerste deel, toen er even gedanst werd met publieksleden, maar wordt nog sterker ingezet als de kinderen in de zaal worden uitgenodigd om een paal te dragen. Voor ze het doorhebben begeven ze zich ineens aan de andere kant van het publiek, en is er echt contact gelegd tussen de twee groepen.
Het hoogtepunt van Double You is echter de finale, waar de muzikaliteit van de performers nog sterker op de voorgrond komt te staan. Het vijftal zet een langdurige jamsessie in, en combineert dat naadloos met verschillende acrobatische trucs. Het duurt even voordat deze voorstelling op gang komt, maar als dat eenmaal gebeurt, dan is er een hoop moois te zien.
Foto: Kathie Danneels