In de herfstvakantie haalt Carré twee familievoorstellingen van het Moscow Classical Ballet naar het theater, waaronder Doornroosje, in balletland beter bekend onder de titel The Sleeping Beauty. Deze versie is van de 82-jarige artistiek leider en choreograaf Natalia Kasatkina (artistiek leider) en Vladimir Vasiljov, haar man en partner die vorig jaar op 86-jarige leeftijd overleed. Hun choreografie houdt sterk vast aan het originele concept van Marius Petipa, die het ballet in 1890 creëerde. Dat levert een zeer conservatieve, brave versie op die zich niet verhoudt tot de huidige politieke omstandigheden.

Het bijzondere aan The Sleeping Beauty is dat de muziek van Tsjaikovsky in samenspraak met de choreografie gecomponeerd is, in plaats van dat er bij voorbaat al een compositie was. Daardoor zijn choreografische en muzikale accenten perfect op elkaar afgestemd, onder andere te zien in de muzikale leidmotieven van de boze fee Carabossa en de Seringenfee. Voor Petipa was vorm belangrijker dan het verhaal zelf, en ook deze versie bevat veel solo’s en duetten waarin dansers hun technische kwaliteiten kunnen etaleren zonder dat deze bijdragen aan het verhaal.

Het origineel heeft altijd ruimte gelaten voor enige uitdieping van de personages. Die blijven hier echter veelal in het karikaturale hangen. Alle ingrediënten voor het cliché zijn aanwezig: de prins die zijn prinses komt redden na een helse tocht door het bos. De sensuele kwaadaardige fee Carrabossa, compleet met laklaarzen. De Oosterse domme knecht van Carrabossa, met tulband, grote gouden oorbellen en een zwarte nek, wat vanuit kolonialistisch perspectief natuurlijk schandalig is en niet meer op het podium zou mogen. En dan tegenover Carrabossa de zoete, in roze gehulde Aurora, die de onschuld zelve is en enkel slachtoffer van de omstandigheden. Handelingsbekwaamheid heeft ze niet.

Binnen de ruimte die zij heeft, maakt eerste soliste Ekaterina Berezina er wel een prima Aurora van. Emotioneel groeit zij van onschuldig zestienjarig meisje naar een volwassen vrouw. Ook technisch gezien bedwingt ze keurig het rozenadagio, een van de klassieke proeven voor de eerste solistes. Uitdaging is de evenwichtsoefening waarbij ze op de punt van haar spitz balanceert, terwijl vier prinsen haar hand pakken en weer loslaten, maar die volbrengt ze met verve.

Dit was een van de betere scènes in een uitvoering waar met name in de eerste akte de dansers technisch gezien niet altijd even sterk waren. Het ballet blanc aan het begin van de tweede akte ging ongelijk en afzonderlijke dansers hadden moeite om de muziek bij te benen. Dat kan te maken hebben met het live orkest, dat de compositie met name in het begin soms wat stroperig en mat uitvoerde. Naarmate het ballet vorderde, ging dit gelukkig beter, en de solo’s en duetten tijdens het feest aan het einde van het verhaal waren gearticuleerder en met meer vuur uitgevoerd.

De balletleek zal van dit Doornroosje zeker kunnen genieten, als het alle wereldvreemdheid buiten beschouwing kan laten. Blijft wel de vraag liggen waarom Carré dit als familieballet presenteert. Zo onschuldig is het wereldbeeld dat dit ballet kinderen voorhoudt niet.

Foto: Alex Pankov