Bij het uitstrooien van de as van Leen Jongewaard in de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk had Barrie Stevens de windrichting verkeerd ingeschat. Kreeg hij zelfs postuum nog een klap in zijn gezicht van zijn grote (voormalige) liefde.

Dood aan zee is een sterk biografische voorstelling van de Nederlandse acteur-choreograaf Barrie Stevens. In de aanloop naar Brexit heeft de voormalige Brit zijn Nederlands paspoort aangevraagd en gekregen. Biografisch, maar er wordt een stevige hand zout over de waarheid gestrooid, en daar is om theatrale redenen helemaal niets mis mee.

Even voor de duidelijkheid: Leen Jongewaard kreeg in 1996 in het plaatsje Ramatuelle bij Nice zijn tweede hartaanval, die hem fataal werd. Hij ligt begraven in Amsterdam op Zorgvlied. Later as uitstrooien is dus lastig. Ook is de hartaanval niet hetzelfde als stikken in bed, in gezelschap van twee mannen, waaronder een mooie, jonge Marokkaan. Maar scenarioschrijver en regisseur Gerardjan Rijnders heeft door het mengen van feit en fictie en wat flarden van de film Dood in Venetië wel voor een indringende, emotionele en krachtige voorstelling gezorgd. Een waardig hoogtepunt in de Pride-week.

Stevens kwam in de jaren zestig in Nederland terecht waar zijn homoseksualiteit voor minder problemen zorgde dan in zijn geboorteland. The Englishman in Mokum werd de knuffel-Brit door zijn rollen in onder meer Ja Zuster, Nee Zuster, TiTa Tovenaar en als jurylid in de Soundmixshow. Zijn bemoedigende opmerking ‘vooral doorgaan’ werd legendarisch.

Hij leerde Leen Jongewaard in 1965 kennen tijdens de musical Heerlijk duurt het langst. Zij hebben achttien jaar een relatie gehad, die tamelijk zuur eindigde, maar voor Stevens is Jongewaard altijd zijn grote liefde gebleven.

We zien de oudere Stevens, die naar Zuid-Frankrijk is afgereisd met de urn met de as van zijn overleden ex-geliefde in zijn bagage. Hij heeft ook een flinke voorraad pillen bij zich, want na het uitstrooien van de as wil hij zijn leven beëindigen. Bij het uitstrooien van de as krijgt hij hulp van Sabri, een mooie, jonge Marokkaanse Nederlander, die als stagiair in het hotel werkt. Zijn opa, die als gastarbeider naar Nederland is gekomen, heeft Nederlands geleerd met Ja Zuster, Nee Zuster en was een groot fan van zowel Barrie Stevens als Leen Jongewaard. De kleinzoon kent daardoor ook alle liedjes uit die tijd en heeft al snel een klik met hotelgast Stevens. Ze zingen, ze dansen, ze praten. En ze vrijen bijna. De laatste levensnacht loopt uit op een heftige confrontatie met het verleden van Stevens, met Sabri (Terence van de Loo) als verleidelijke, liefdevolle en cynische advocaat.

Het is een mooi gevecht tussen Stevens, die altijd het nare gevoel heeft gehouden dat niet alleen zijn liefdesleven, maar ook zijn artistieke leven mislukt is, ondanks de roem waarmee hij werd overladen en de uitdagende jongeman, die zich steeds meer als een kwelgeest opstelt.

Bestaat deze Marokkaan uit de Jordaan echt? Is hij een geest uit het verleden? Is hij een jonge versie van Leen Jongewaard? Dat mogen wij zelf invullen. Maar feit is dat Stevens op een prachtige manier zijn ziel binnenstebuiten heeft gekeerd in deze voorstelling en dat Terence van der Loo vijf pluimen op zijn hoed verdient vanwege zijn stijlvolle en dappere spel.

 

Foto: Jean-Paul Karting