Hij gaat maar niet naar de Nederlanden, die Don Carlos. Het titelpersonage van Friedrich Schillers tragedie zit tot aan zijn nek in de hofintriges. En dat terwijl alle acteurs van theatergroep Mooi Weer & Zo eruitzien als idealistische krakers. Wanneer gaan ze de barricaden op? Nooit natuurlijk, zo heeft Schiller het niet geschreven. Deze Don Carlos is in en in cynisch over het egoïsme van de macht en de mechanieken die het gebruikt om verzet in de kiem te smoren.

Het is één grote soap aan het hof van Spanje. Koning Filips trouwt met Elisabeth, waar zijn zoon Carlos verliefd op is. Prinses Eboli, de hofdame van Elisabeth, is weer verliefd op Carlos, terwijl ze tegelijkertijd het bed moet delen met Filips. Als zij erachter komt dat Carlos zijn liefdesbrieven niet aan haar, maar aan Elisabeth heeft geschreven, ontsteekt ze in woede en zorgt ervoor dat de koning alle correspondentie te lezen krijgt. Ondertussen dringt de markies van Posa, de enige met een beetje inzicht in de wereld buiten de Spaanse elite, zijn beste vriend Carlos aan om te gaan vechten in Holland. Carlos wil er zijn mannelijkheid mee bewijzen, maar Filips zet hem buiten spel. Graaf Alva, de IJzeren Hertog uit de Tachtigjarige Oorlog, gaat in zijn plaats.

Het is een interessante keuze van Mooi Weer & Zo om deze klassieker op te voeren. Schiller associeer je toch al snel met statig Duits drama, maar in het huiskamertheater aan de Rotterdamse ’s Gravenwal wordt de lijn met het publiek heel direct. Ten eerste omdat we er letterlijk bovenop zitten: waar het speelvlak nu is, zaten eerder nog wat mensen soep te eten. Verschillende bezoekers worden erop geattendeerd niet op de luie stoel in de hoek te zitten: die is gereserveerd voor de hooginquisiteur. Ten tweede krijgt een Duits stuk over de Tachtigjarige Oorlog een andere betekenis in Nederland: wij op de tribunes zijn immers de Nederlanders die aan ons lot worden overgelaten door de kibbelende Spaanse monarchen.

Zo wordt wat eigenlijk een tragedie is, ook een beetje een wrange komedie. We kijken naar edelen die te druk zijn met hun eigen ruzies en romances om hun politieke verantwoordelijkheid serieus te nemen. De link met Amerika is snel gemaakt, al komt de Europese Unie er ook niet ongeschonden vanaf. Die heeft immers ook weggekeken tijdens de recente vluchtelingencrisis, vertelt een violist ons tijdens een wat overbodige proloog. Dat letterlijke kader voor aanvang heeft het publiek van Don Carlos niet nodig. De voorstelling spreekt voor zich.

Lang blijft het onduidelijk waarom het Spaanse hof in zo’n contrasterende enscenering staat. In de plaats van oude adel zien we jonge provo’s nonchalant in hoekjes hangen, waar kartonnen borden met schreeuwerige teksten staan. Dat deze dubbelheid doelbewust is, wordt duidelijk als de inquisiteur (Louis Lemaire) orde op zaken komt stellen. Vanuit zijn stoel heeft de verpersoonlijking van de kerk streng toegekeken, en grijpt in als Don Carlos te activistisch dreigt te worden. Revolutionairen zijn gedoemd om neergeslagen worden, herinnert hij Philips. Het volk is slaafs aan de macht, en elk spoor van rebellie moet direct in de kiem worden gesmoord. Het rebelse uiterlijk van de spelers is een illusie, verzet tegen de status quo is zinloos.

Daar moeten we het mee doen, na de desillusies van de laatste jaren. Geen Soldaat van Oranje-achtig verzet, maar een adel die rotsvast aan de macht blijft. Mooi Weer & Zo gunt ons weinig optimisme aan het begin van het nieuwe jaar, maar wel een geslaagde actualisering van een oude klassieker. ‘En toen was er taart!’ horen we na het applaus. Gelukkig, toch nog een smakelijk einde.

Foto: Maarten Laup