Een zwart gordijn, daarvoor tussen twee katheders een urn. We gaan de uitvaartdienst bijwonen van Claudine, de moeder van Herman. Zij is gestorven aan covid-19 en heeft haar laatste negen dagen zonder bezoek van haar zoon moeten lijden. Een zorgrobot mocht haar wel bijstaan: Jonathan. (meer…)
In zijn eerste voorstelling bij het Brusselse stadstheater KVS rijgt acteur en theatermaker Valentijn Dhaenens een aantal scènes uit de tv-, film- en theatergeschiedenis aan elkaar, met als verbindende lijn dat het om echtelijke ruzies gaat. Door de slimme montage en het sterke spel wordt het een feest om naar te kijken, maar thematisch gezien had er meer in de voorstelling gezeten.
In een essay dat hij vorig jaar in NRC liet publiceren, bepleitte Alain de Botton dat verliefdheid een bijzonder slechte raadgever is als het aankomt op huwelijks geluk. Verliefden voelen zich speciaal en uitverkoren en zijn blind voor hun gebrek aan duurzame compatibiliteit. ‘In een verstandigere samenleving zouden potentiële partners elkaar gedetailleerde psychologische vragenlijsten voorleggen en zich uitvoerig laten testen door teams van psychologen.’
Domestica, de nieuwe voorstelling van de Vlaamse acteur en theatermaker Valentijn Dhaenens, lijkt De Botton gelijk te geven. Dhaenens en zijn tegenspeler Alejandra Theus laten een lange reeks ruziescènes uit film, theater en televisie de revue passeren, afgewisseld met suikerzoete musicalliedjes die de romantische naïviteit van het begin van een relatie lekker laten botsen met de staat van oorlog in de rest van de voorstelling. De voorstelling voelt daarmee aan als een spiegelbeeld van het nostalgische La La Land, de gedoodverfde Oscarwinnaar die grappig genoeg vrijwel gelijktijdig met Domestica in première ging.
De slimme montage, waarin naadloos wordt geschakeld tussen Woody Allen, Euripides, Edward Albee en vele andere bronnen, en het heerlijke spel maken Domestica tot een zeer vermakelijk geheel. Het is gezien de snelle afwisseling buitengewoon knap hoe trefzeker Dhaenens en Theus de juiste emotionele snaar in iedere scène weten te raken. Vooral Theus maakt indruk door haar schakelvermogen: haar (met vlekkeloos Nederlands accent gespeelde) Martha uit Who’s Afraid Of Virginia Woolf is zelfs in deze fragmentarische vorm een prachtcreatie.
Dhaenens maakt net als in zijn eerdere voorstellingen DegrotemonD en DeKleineOorloG sterk originele en verrassende keuzes in de selectie van het bronmateriaal. Naast de meer klassieke scènes worden we plotseling getrakteerd op het cynisme van Married With Children, het banale voyeurisme van Temptation Island en een volledig losgeslagen telefonische tirade jegens zijn vriendin die Mel Gibson zijn carrière kostte.
Het is echter opvallend dat ondanks de gevarieerdheid van de aangehaalde werken de rollenpatronen vrij statisch blijven. In 90% van de scènes is Theus emotioneel en Dhaenens ongenaakbaar, de vrouw het slachtoffer en de man de aggressor. Aan de ene kant kun je dit opvatten als een inherente kritiek op de overheersendheid van heteronormatieve clichés in onze beeldcultuur; aan de andere kant was dat argument sterker geweest als Dhaenens juist ook roldoorbrekende scènes in zijn anthologie had opgenomen.
Daarnaast leunt de rol van het kind in de voorstelling ook tegen het clichématige aan. Het is op zich subtiel gedaan – een pianist van ongeveer 12 jaar zit in de voorstelling met haar rug naar het publiek en laat de ruzies van haar ‘ouders’ stilzwijgend over zich heen komen – maar het constant benadrukken van het gegeven dat de kinderen het meest onder echtscheiding lijden heeft iets larmoyant-conservatiefs dat me dwarszat.
Het aanstekelijke spelplezier van Theus en Dhaenens veegt deze kritiekpunten echter moeiteloos onder het tapijt. Het is de grote verdienste van Domestica dat als de voorstelling afsluit met de romantische songs uit Grease, je voor Danny en Sandy alleen nog maar een toekomst van psychologische mishandeling en wederzijdse verbittering ziet weggelegd.
Foto: Danny Willems