Loek Zonneveld noemt Queens van Dood Paard fantasieloos opzeg- en krijstoneel **
De reusachtige, ouderwetse klerenkast die midden op het toneel staat, is zelf al een toonbeeld van tovenarij. Hierin zetelen de paus én hellevorst Lucifer; hier leven de ondeugden hoogmoed, hebzucht, jaloezie en woede.Die sleetse kast als een doos van Pandora symboliseert in Doctor Faustus precies de hele speelstijl van gezelschap Dood Paard: provocatie, vrolijkheid, fantasie, theatrale uitbundigheid.
Met slechts vier spelers in tal van dubbelrollen brengt Dood Paard een verrukkelijke en soms stuurloze versie van het beroemde verhaal van de ambitieuze wetenschapper Faust of Faustus, die in ruil voor kennis en almacht zijn ziel aan de duivel verkoopt.
Goethe schreef er zijn beroemdste tragedie over, Faust (1772), maar eigenlijk is die van de Engelse toneelschrijver en Shakespeare-concurrent Christopher Marlowe (na zijn dood gepubliceerd in 1604), waarvoor Dood Paard nu kiest, in zijn brutaliteit wel zo aanlokkelijk.
Die kast is óók een poppenkast, en dat heeft Dood Paard goed gezien: naar verluidt zag Goethe als kind een poppenkastvoorstelling van dit uit Duitsland afkomstige middeleeuwse volksverhaal.
Het gezelschap brengt Doctor Faustus op locatie in De School, een voormalige LTS in West. De vroegere zwarte schoolborden hangen nog aan de muren, en dat is wel passend. Voordat de voorstelling begint, laten de vier spelers weten waarover deze Faustus niet gaat: niet Faustverhalen als The Phantom of the Opera bijvoorbeeld, niet Star Wars: Episode III en evenmin De kleine zeemeermin. Maar al gaat het niet over de tragisch verliefde zeemeermin, Manja Topper vertelt toch even het ontroerende verhaal over de zeemeermin. Een fijn openingsakkoord.
Jorn Heijdenrijk en Manja Topper vertaalden het stuk van Marlowe en maakten er een speelversie van. Zij vertolken de hoofdrollen van Faust en de duivelse Mephistopheles. Heijdenrijk is minder een serieuze wetenschapper, maar vooral een soms krankjoreme tovenaar met lange jas aan en gekke muts op die lucifers op de grond strooit en vervolgens met stengels bleekselderij zwarte magie bedrijft, ofwel zich gelijk wil voelen aan God.
Een schitterende scène is waarin Heijdenrijk met een mes bloed uit zijn arm snijdt en vervolgens zijn naam in bloedrode letter schrijft, want hiermee bezegelt hij het pact met de duivel. Hij vloekt en tiert, want zijn bloed stolt zo snel dat hij zijn naam niet kan schrijven. Topper, gekleed in wijde zwarte mantel, komt met vuur aanzetten om zijn bloed te doen vloeien. Dit is slechts een van de uitbundige scènes waarop Dood Paard in deze voorstelling het patent heeft. Een andere is het banket dat ontaardt in een zotte toestand met een rondvliegend stuk ham, tovenarij met wijnflessen en gooi- en smijtwerk.
Ondanks die theatrale exuberantie vertelt Doctor Faustus een diepgaand en prachtig verhaal, al raakt dat ondergesneeuwd in juist die gekte. Dat is dan weer jammer. Naast Topper en Heijdenrijk treden Rosa van Leeuwen en Janneke Remmers op in vele rollen, variërend van een liefdevolle engel met witte vleugels (Van Leeuwen) tot een meubelstuk van de paus en een paardenhandelaar (Remmers).
De mooiste dialogen zijn die tussen Faustus en Mephistopheles over hoe het universum in elkaar zit, hoe de planeten draaien en waar een uitdrukking als ‘de muziek der sferen’ of de ‘harmonie der sferen’ vandaan komt. We zijn per slot aan het eind van de middeleeuwen en de honger naar kennis was groot, niet alleen bij Faustus.
De tragiek van Faustus is dat het verwerven van kennis gelijk staat met het uitdagen van God, want kennis verzamelen is een duivelse praktijk. Uiteindelijk komt Faustus tot het inzicht dat zijn ambities vergeefs zijn en dat hij nooit in staat zal zijn God van zijn troon te stoten. Hij roept aan het slot de dood aan.
Met Doctor Faustus kiest Dood Paard voor een ongeremde theatraliteit, vol humor, gekte, absurdisme. Hier en daar botst dat wel met de serieuze inzet van Marlowes oorspronkelijke ‘Tragical History of the Life and Death of Doctor Faustus’, maar het werkt goed en sluit soms subliem aan bij het provocatieve karakter van Marlowe zelf.
Foto: Sanne Peper