Ga Fort Rammekens bij Vlissingen binnen, en je ontkomt niet aan beklemming, zeker als je weet dat dit oudste zeefort van West-Europa (uit 1547) een cruciale en dramatische rol speelde in de internationale slavenhandel. Het fort vormde het beslissende onderdeel van de driehoekshandel tussen Middelburg, de kust van West-Afrika en de Caraïben. (meer…)
De geschiedenis doet er niet toe, zegt de moeder van Nino tegen haar 18-jarige dochter. Maar die weet wel beter. Iets in haar is stuk, zegt ze, en dat heeft juist alles te maken met haar verleden. Een verleden waar haar moeder krampachtig niet over wil praten. Want: te pijnlijk, te vol geladen met trauma’s, met te veel ellende waaraan ze niet herinnerd wil worden. Een geschiedenis die generaties teruggaat. Terug naar het land dat ooit het mooiste land ter wereld was. Waarin iedereen alles met elkaar deelde, er geen conflicten bestonden en iedereen gelukkig was onder de liefdevolle koestering van de grote leider.
In Dochters van Nino (een tekst van Vera Morina) van Theater Oostpool wordt een eeuw-omspannend verhaal verteld dat begint met die sprookjesachtige beschrijving van een bijna paradijselijke samenleving. Te mooi om waar te zijn, zo blijkt al snel. O, gelukzalige onwetendheid! De eerste krasjes op het beeld worden al zichtbaar als twee meisjes onschuldig met elkaar spelen, maar de moeder van een van hen zegt dat ze dat liever niet heeft. De ander is een dochter van ‘intellectuelen’ en ‘daar hebben ze het niet zo op’.
De voorstelling is losjes gebaseerd op de thematiek van de beroemde roman Het achtste leven (voor Brilka) van de van oorsprong Georgische schrijfster Nino Haratischwili en komt in de plaats van de marathonvoorstelling die Daria Bukvić op basis van dat boek zou maken. Wegens overbelasting van Bukvić is die versie verplaatst naar volgend seizoen. De plots vrijgevallen tijd en menskracht is nu benut om in korte tijd Dochters van Nino te maken, die als voorbode op Bukvićs voorstelling wordt gepresenteerd.
De jonge makers (regisseurs Seppe Salomé en Koen Verheijden zijn beiden nog niet lang geleden afgestudeerd) hebben met hun team een klein wonder verricht. Met Mette Bouhuijs als eindregisseur is er in nog geen twee maanden tijd vanuit het (bijna) niets een soepel lopende voorstelling geproduceerd die in niets de haast verraadt die voortdurend in hun nek moeten hebben gehijgd. In een decor van grote blokken die een massieve rotswand verbeelden ontvouwt zich een dramatische geschiedenis van strijd en vervolging, verteld door vier generaties vrouwen.
Een belangrijk thema daarin is het begrip ‘vrijheid’. Hoe nastrevenswaardig is die eigenlijk? In het eerste verhaal, over het zogenaamde ‘mooiste land ter wereld’, bestond het geluk van de mensen vooral uit het ontkennen van het bestaan van anderen. Het geluk van de bubbel. Zodra je dat door omstandigheden los moet laten ontstaan er conflicten, het is niet anders. De vrijheid van de een is dan al gauw de onvrijheid van de ander.
Dat de voorstelling zo soepel loopt komt mede door de belangrijke inbreng van zangeres, toetseniste en producer Démira, die samen met drumster Sharon Harman een ingenieus geluidstapijt onder de scènes legt. De eigen nummers die ze tussendoor speelt functioneren als een soort entr’actes: ze becommentariëren de anekdotiek van de voorstelling of geven er juist een diepere inhoud aan. Soms wordt ze daarbij zingend ondersteund door de spelers waarbij opvalt hoe prachtig die stemmen samen klinken.
De geschiedenis van deze vier generaties vrouwen, moeders en dochters, doet er wel degelijk toe. Juist omdat ze af en toe zo pijnlijk is. Of, zoals het aan het eind van deze bij tijd en wijle aangrijpende voorstelling klinkt, ‘de littekens van de geschiedenis zijn tekens van dat wij zullen overleven’.
Foto: Sanne Peper