Doortje is de slechtste weervrouw áller tijden. Tenminste, als je Twitter moet geloven. Of haar door de tv-studio tierende baas, die vlak voordat ze live gaat nog even benadrukt dat dit echt haar laatste kans is. (meer…)
Een vrouw, rug naar de zaal. Ze staart in de verte. Leegte om haar heen. Donkerslag. Een nieuw beeld: nu zit ze op de grond, ongedurig wiebelend. Ze wacht. Donkerslag. Ze wacht. Tijd verstrijkt. Donkerslag. Ze wacht. Uren, dagen, jaren, wacht ze. Of misschien maar een minuut.
Het gevoel van overwoekerende eenzaamheid, van overgeleverd zijn aan krachten waar je geen invloed op kan uitoefenen, wordt verstrekt als er zwarte as als vlokken sneeuw neer begint te dalen, en langzaam de vloer bedekt. En dan ineens, na alweer een donkerslag, die andere, veel oudere vrouw, staand in de hoek alsof ze er al die tijd al stond. De neerslag stokt abrupt. Donkerslag.
We zitten in Do Not Look Back With Regret, de nieuwste voorstelling van theatermaker Davy Pieters, gespeeld door Klára Alexová en Marlies Heuer. Een woordloos werk dat zich in vijftig minuten tijd in je vastklauwt. De geconcentreerde verstilling die Davy Pieters – wier theatertaal altijd al bijzonder stijlvast en trefzeker is – sorteert, neemt in dat krappe uur onherroepelijk bezit van je.
Do Not Look Back With Regret gaat over zorgzaamheid zoeken en bieden, over omkijken naar elkaar, afscheid nemen en de onmogelijkheid daarvan. Het is tegelijkertijd troostrijk en treurig hoe de mens in deze voorstelling aftakelt, overeind krabbelt, troost zoekt, troost biedt, en de ander ook genadeloos haar gang laat gaan, plompverloren achterlaat.
Een zeer grote rol is er weggelegd voor het fenomenale lichtontwerp van Varja Klosse en het dreigende geluidsdecor van Jimi Zoet – die beide geïnspireerd lijken op natuurelementen als regen, onweer, wind, het verstrijken van dag en nacht. Zo plaatsen ze de mens als nietig wezen, volledig overgeleverd aan de elementen. De licht- en geluidsscenografie speelt een spannend spel met de spelers op de vloer: ze zorgen voor versnelling en vertraging, bepalen het ritme waar de spelers zich tot moeten verhouden. Ze zijn niet dienend aan het spel op de vloer, integendeel: ze zorgen voor ophitsing en gejaagdheid, breken een spannend ogenblik meedogenloos af of rekken een moment juist tergend lang op.
Zo voltrekt zich een opeenstapeling van verstilde, beeldende tableaus – van elkaar gescheiden door diepe duisternis, waarin veel of weinig tijd verstrijkt. Steeds vinden we een van de twee, of hen allebei, weer terug als het licht aanspringt. Ze lopen, schuifelen, kruipen in patronen door het leven en laten een spoor achter in de as, dat onontkoombaar weer verdwijnt onder een nieuwe laag. Soms lopen ze dezelfde cirkel, vaker niet. Samenvallen – samen zijn – is altijd toeval, niemand heeft hetzelfde tempo, of in ieder geval nooit lang, en als dat al het geval is dan is ook dat niet altijd de bedoeling. Dat is het leven zoals Pieters het presenteert. Ineens is er dan bijna een omhelzing, maar een keer knipperen met je ogen later ben je weer alleen. Maar nooit voor lang.
Foto: Sanne Peper