De Nationale Opera had zijn Le nozze di Figaro uit 2016 al aangepast tot een veilige coronaversie, van twee uur zonder pauze. Aangescherpte coronamaatregelen maakten echter ook die uitvoering onmogelijk, waardoor enkel nog een online-project restte, ’tot onze grote spijt’ schrijft het gezelschap op zijn website. Toch valt er bij deze Nozze, in samenwerking met regisseur van het eerste uur David Bösch, dirigent Riccardo Minasi van het Nederlands Kamerorkest en regisseur van de herneming Maria Lamont, in je eigen thuisopera nog heel veel te genieten. (meer…)
Het toneelstuk van Ödön von Horváth Figaro lässt sich scheiden uit 1937 wordt tegenwoordig niet vaak gespeeld, maar is al verschillende keren tot een opera bewerkt. Het is ook verleidelijk. De toneelstukken van Pierre Beaumarchais Le Barbier de Séville (1775) en le Mariage de Figaro (1778) doen het nog altijd als opera (van respectievelijk Rossini en Mozart) honderd keer beter dan als toneelstuk.
Holland Opera waagt zich nu aan een operabewerking van Divorce of Figaro met gedeeltelijk oude muziek (van Mozart) en gedeeltelijk nieuwe composities van dirigent en muzikale leider Niek Idelenburg. Het kersverse, soms in details heel actuele libretto is van regisseur Joke Hoolboom.
Het is een indrukwekkend spektakel geworden in de geweldig mooie ruimte van de Werkspoorkathedraal, de oude voormalige treinfabriek van Werkspoor in Utrecht. Het verhaal begint precies waar Le Nozze di Figaro eindigt, aan het einde van de bruiloft van Figaro en zijn Susanna in het paleis van hun bazen, graaf Almaviva en de gravin. Figaro en Susanna zullen voor hun huwelijksreis in een gereedstaande slee van een auto stappen, maar de startmotor hapert en de altijd zo handige Figaro krijgt hem niet aan de praat. Susanna snapt meer van wat er onder de motorkap gebeurt.
Maar intussen is er in hun land een revolutie uitgebroken (1789? 1918? 1933? Nu?). Het volk komt in opstand tegen de koning en tegen de adel. De trouwhartige Susanna en de opportunistische Figaro nemen een krachtig besluit. Ze nemen de graaf en de gravin die met de dood worden bedreigd in hun auto mee op reis naar het buitenland.
De fabriekshal is in zijn geheel een onbestemd tussengebied tussen twee niet genoemde landen (maar in het ene wordt Duits en in het andere Nederlands en Engels met een Nederlands accent gesproken). De deftige graaf (Marcel van Dieren) en de charmante Figaro (Joris van Baar) zijn nu plotseling berooide vluchtelingen zonder papieren die zich in steenkoolengels moeten legitimeren tegenover onverschillige grenswachten. Dat is behoorlijk aangrijpend en actueel.
Susanna (Elisabeth Hetheringon) en de gravin (Leonie van Veen) lijken zich beter te kunnen redden. Al moet Susanna daarvoor wel in dienst gaan bij gangster Cherubin (Erik Slik), want die aardige page Cherubino uit Mozarts opera heeft het verder gebracht in het leven. Zij is dan wel weggelopen van Figaro, die in een dorp een kapperszaak heeft overgenomen en verontrustend kleinburgerlijk dreigt te worden.
Uiteindelijk komen ze allemaal terug in het grafelijk paleis, nu een vondelingenhuis, waar Figaro hoofdopzichter wordt. Hij moet daarom beslissen over het lot van de graaf en gravin. Susanna pleit voor ze, zij vraagt om ‘Eine Revolution mit menschlichem Gesicht’, anders wil zij Figaro niet terug.
Het is een beetje veel en niet altijd helemaal duidelijk. Het koor beweegt zich op allerlei vreemde vervoersmiddelen (scootertjes, jeeps, rare autootjes) door de ruimte (een decor van Douwe Hibma). Ze stellen nu eens opstandige gewone mensen voor en dan weer brave dorpelingen. Dat ze in beide hoedanigheden dezelfde rode baretten (kostuumontwerp van Martijn Kramp) dragen helpt ook niet. De muziek is heel mooi, Niek Idelenburg kiest voor een betrekkelijk klein ensemble dat om te beginnen veel Mozart speelt, maar langzamerhand meer eigen muziek die daar wonderwel bij past.
Het was een rare première-avond. Na twee jaar uitstel was het een van de warmste avonden van het jaar. De toeschouwers waren wiebelig en waaierig. Tot twee keer moest er iemand die onwel was geworden worden weggedragen met veel medisch vertoon, zonder dat de handeling op het toneel stopte, op zich al een prestatie.
Of was er toch ook te veel onduidelijkheid in de karakteruitbeelding? Net iets te veel dubbelrollen en personages, die zo schimmig blijven dat ze in het programmaboekje soms niet eens worden genoemd. Net iets te veel afleidend hobbyisme: een prachtige paaldans van zangeres Jony Overdijk, maar waar slaat die uiteindelijk op? Een enorm rond plateau dat handig op en neer beweegt, maar wat betekent het eigenlijk?
Blijft: een bewonderenswaardige voorstelling, met misschien al te veel ideeën om het allemaal helemaal uit te kunnen werken.
Foto: Ben van Duin