Eindelijk is de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg in zijn geheel in Nederland te zien, inclusief het laatste stuk Simon. Eric de Vroedt van Het Nationale Theater durft het aan de drie stukken – Leedvermaak (1982), Rijgdraad (1995) en Simon (2002) – op één avond achter elkaar te spelen, lichtelijk bewerkt en verkort door dramaturg Willemijn Barelds en de schrijfster zelf. (meer…)
Het Duitse theater oefent een grote aantrekkingskracht uit op het Nederlandse toneel. Duitse Stadttheaters die een voorstelling jarenlang op het repertoire houden en die beschikken over een vast ensemble gelden hier als ideaal. Gelukkig mogen tal van regisseurs hun geluk beproeven in Duitsland. Dat is beslist een verrijking voor het Duitse theater, zoals blijkt uit de voorstelling Die Restposten door Mightysociety.
Die Restposten beleefde in 2007 haar Nederlandse première onder de titel Mightysociety4 – Hoe ik het geluk zocht in de Global Age. Regisseur Eric de Vroedt en zijn vaste groep, bestaande uit Maze de Boer (decor), Lotte Goos (kostuums) en Florentijn Boddendijk en Remco de Jong (muziek), brengen bij Schauspiel Dortmund een onthutsende uitvoering van deel vier uit de inmiddels voltooide Mightysociety-marathon.
Die Restposten heet het stuk nu, ofwel letterlijk vertaald ‘restpost’ maar ook ‘restschuld’. De nieuwe, Duitse enscenering zorgt voor herkenning en ook verrassing bij de toeschouwer die de oorspronkelijke versie heeft gezien. Net zoals destijds speelt de handeling zich af in een riante huiskamer met even chique als onpersoonlijk meubilair, zo’n entourage waarin mensen niet echt lijken te wonen. De toeschouwers bespieden door de vensters het interieur. Langzaam glijdt de luxaflex omhoog en daar ontrolt zich het tafereel van een jongeman die met zijn camera een vrouw en een man filmt. De beelden zien we terug op de lamellen.
De hoogblonde Henriette (Friederike Tiefenbacher) vertolkt de rol van politica, verbonden aan het Europarlement, die echter haar band met de achterban heeft verloren. Haar openingsmonoloog is een snijdend, schitterend gespeeld relaas over macht en ontrouw in de politiek. Raimund, haar echtgenoot, staat aan het hoofd van een wereldomvattend bedrijf, Coolworks AG. Aanvankelijk lijkt hij de perfecte ondernemer die vervuilende fabrieken in China opkoopt en met behulp van Europese subsidiegelden ‘groen’ maakt. Het laat zich raden wie het Europese geld naar hem doorsluist. De zoon, Bastian, is zowel artistiek als maatschappelijk bewust. Aanvankelijk heeft hij een dienende rol totdat een echtpaar onaangekondigd aanbelt, binnenkomt en weigert weg te gaan. Ze komen verhaal halen bij dit echtpaar, de bron van rijkdom en macht. De man had bij Coolworks een betrekking maar is uitbesteed (‘geoutsourced‘) en zij is werkeloos. De twee mannen waren eens collega’s; nu ontpopt de indringende man Rick zich als Raimunds vijand.
Eric de Vroedt heeft op enkele punten de voorstelling geactualiseerd en toegepast op de Duitse situatie. Plaats van handeling is Dortmund en enkele verwijzingen van toen zijn nu, zes jaar later, verschoven naar het heden. In muzikaal opzicht speelt Beethovens slotkoor An die Freude een prominente rol; het Dortmunder Sprechchor komt halverwege op en zingt deze ode niet in majeur, maar in mineur. De subtiele, repetatieve muziek die de voorstelling begeleidt varieert prachtig op de mineurklanken uit het laatste deel van Beethovens Negende symfonie.
In die huiskamer voltrekt zich ondertussen een drama van allure, vergelijkbaar met In wankel evenwicht en Wie is er bang voor Virginia Woolf?, beide van Edward Albee. Ook reminiscenties aan het werk van Harold Pinter zijn herkenbaar. Het bezoekende echtpaar begint bescheiden maar weigert weg te gaan, al krijst Henriette ijzingwekkend of al schoffeert Raimund de jonge echtelieden op bruuske wijze. In dit krachtenveld heeft iedereen beurtelings gelijk, dat maakt De Vroedts politieke thriller ook tot een persoonlijke nachtmerrie. De bezoekende vrouw vraagt Raimund om een aanstelling in zijn bedrijf, waarop hij antwoordt met: ‘An sich wäre das gut, aber…‘ Vervolgens breekt dat ene woordje ‘maar’ haar tot aan de grond af.
Sebastian Kuschmann in de rol van Raimund weet schitterend hoffelijkheid te mengen met gespeeld begrip, bruutheid te maskeren als compassie. Even ingenieus als ingemeen laten hij en Heniette zien dat degenen die iets hebben bereikt daar zelf voor hebben gewerkt; wie een loser is, heeft dat aan zichzelf te danken. Deze ondertoon is in Die Resposten scherper aangezet dan in de Nederlandse versie van destijds. Maar de indringers slaan terug, keihard. Ze gaan weg en keren terug, hij gewapend met een golfstick. Dit sportieve object heeft de moordende kracht van een wapen. De rollen keren om: Raimund wordt vastgebonden en fysiek toegetakeld. Als hij iets mag zeggen is dat hij toch gelijk had; hij heeft voor werk gezorgd, zijn werknemers een toekomst gegeven. En Henriette dan? Haar politieke werk deed ze met grote inzet voor het geluk van iedereen.
Dan krijgt de rol van de zoon plots contour. Zijn wijze van filmen heeft iets wellustigs, alsof hij geniet van het onverschrokken geweld dat zich voor zijn ogen afspeelt. De suggestie is duidelijk: hij heeft het bezoekende stel uitgenodigd. Raimund is niet zijn vader, maar zijn stiefvader. Er tekent zich opeens een Hamlet-lijn af. Moederliefde en vaderhaat. De vijf personages zijn verwikkeld in een klassieke tragedie met indrukwekkende verwijzingen naar de hedendaagse politieke situatie. Als Raimund uittroept dat niets zo wordt overschat als werk begrijp je opeens waarom het indringende echtpaar zo gebeten is op (juist) werk: zonder werk gaan ze ten onder. Ze staan al op de rand van financiële instorting. Wat de machtige ondernemer bagatelliseert, namelijk werk, is voor hen levensvoorwaarde.
Bij de première in de zaal Studio van Theater Dortmund was het applaus intens en langdurig als blijk van waardering voor deze unieke vorm van geëngageerd theater, waarin grote politieke thema’s verrassend en overweldigend worden verbonden met persoonlijke tragedies. En voor wie bekend is met het toneelrepertoire zijn associaties met Shakespeare, Pinter of Albee ook weer spannend. En, tot slot: wie de Nederlandse versie kent, heeft weer een extra reden om deze schitterende Duitse voorstelling, voortreffelijk gespeeld, te gaan zien en te vergelijken met die uit 2007. Volkomen gelijkwaardig aan elkaar, qua spel en intensiteit. En toch weer anders. Zo belangwekkend is het om Nederlands theater in Duitsland te gaan brengen.
Eric, wat goed om iemand te leren kennen, die betrokken bleek en bleef in een eeuw , waarin een steeds sterkere onderstroom van verongelijkte en (soms terecht) boze burgers de fundamenten van onze maatschappij eroderen.
Waartoe hedonisme, egoïsme en verregaande individualiteit toe kunnen leiden wordt pijnlijk duidelijk.