De theatervoorstelling Hoog spel mondt onverwachts uit in een boeiend gedachte-experiment over de kracht van verbeelding, de mate van eigenaarschap over je eigen leven en het omarmen van zinloosheid en gebrek aan logica. Maar waarom dat ingebed moet zitten in zulke flauwe en niksige scènetjes, is de vraag. (meer…)
Na zijn winst op Cameretten in 2013 was het nog even wachten op zijn eerste soloprogramma. Wie iets langer de tijd neemt – bedoeld of onbedoeld – om de verwachtingen in te lossen, neemt ook een risico. Maar Patrick Laureij levert met Dekking hoog een alleraardigst programma af, in een kaal maar kwetsbaar geheel van persoonlijke besognes.
Voor Patrick Laureij (1982), geboren en getogen in Rotterdam-Zuid, lijkt alles een strijd, gevoed door een gebrek aan concentratie. Al vanaf zijn jongste jaren gaat hij er met gestrekt been in, en dat levert ongemakkelijke maar hilarische anekdotes op. Zoals zijn kennismaking met het fenomeen ‘peuterspeelzaal’, een schier onoplosbare som, zijn eerste keer naar de kroeg (met zijn broer, die ook niet altijd even zachtzinnig blijkt) en op kraamvisite bij een vriend.
Hoewel Laureij zijn leven niet in chronologische volgorde uit de doeken doet, schakelt hij vrij soepel van sketch naar sketch. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met zijn ruime ervaring in Toomler, het Amsterdamse podium waar veel (beginnende) comedians de nodige uren maken alvorens ze de stap naar het theater maken. Laureij houdt het dan ook minimalistisch qua vorm en inhoud – geen decor en maatschappelijk engagement met rode draad – en daardoor neigt het meer naar een avondje comedy dan cabaret. Wellicht dat hij bij zijn tweede programma iets meer ruimte laat voor een dergelijke theatrale setting.
Wel moet worden opgetekend dat Laureij het ritme beheerst: hij weet exact hoe hij de lach maximaal door de zaal kan laten golven. Zijn charme is vooral de Rotterdamse tongval die Laureij lekker vet aanzet, wat hem direct sympathiek maakt. Naar eigen zeggen is hij dan ook geen jongen van de straat, maar ‘van de stoep’, altijd bezig met observeren. Toch bekent Laureij dat hij ook nog wel eens in actie komt als hem iets niet zint; vandaar de titel van het programma, die refereert aan zijn verleden als kickbokser en expliciet als voorbeeld dient voor zijn strijdbare houding.
Die karaktertrek is ook terug te vinden in zijn stopwoordjes, die vooral bestaan uit vervloekingen. Toch stoort die platheid nergens. Integendeel, Laureij waakt ervoor om een karikatuur van zichzelf neer te zetten door alle gedachten en associaties in zijn hoofd de vrije loop te laten. Hoogtepunten vormen daarbij zijn gang naar bekende warenhuizen en zijn opvatting over muffins. Het zijn goed uitgewerkte grappen met slimme omkeringen die gretig aftrek vinden bij het publiek. De toon blijft gedurende de voorstelling luchtig, zonder pretenties. Al is het abrupte einde – bij comedy vaker gebruikelijk – helaas geen fraai slotakkoord van zijn eerste solo, dat nog verfijnder had kunnen uitpakken.
Foto: Martin Oudshoorn
Vind hem heel goed, maar soms moeilijk te verstaan.
Slap geklets, nivo Soundos.
1*