Rechts vooraan begint een peuter te huilen, al snel gevolgd door een leeftijdgenootje links. Het is ook eng: licht dat langzaam uitgaat en vreemde klanken. Maar dan pakt Tiemo Wang zijn viool en begint te spelen. Op slag is iedereen betoverd. In de dertig minuten die volgen wordt gelachen, vol verbazing gekeken naar de gestileerde bewegingen en vooral geluisterd. (meer…)
Bij klassieke muziek voor kinderen geldt de vuistregel: hoe jonger het publiek, hoe makkelijker de spelers het hebben. Jonge kinderen zijn misschien wel wat rumoerig, ze zijn ook gemakkelijk te boeien met een spannend instrument of een energieke performance. Jeugdmuziekproductiehuis Oorkaan heeft dit in de smiezen en produceert concerten voor kinderen tot twaalf jaar, met een theatraal sausje erover. Het presenteert nu De Wolkenladder (6+), een voorstelling die losjes draait rond een oude man wiens levenseinde nadert.
De oude man is schrijver en theatermaker Carel Alphenaar. Met zijn wat norse maar ook koddige voorkomen is hij de ideale opa, een beetje stijfjes maar toch nog energiek. In zijn werkkamer luistert de oude man naar muziek. Tot er plots een stel engelen – de vijf muzikanten – in witte gewaden en met papieren vleugels binnenkomen. Het is tijd om te gaan, maken ze hem duidelijk. Maar de oude man wil nog niet. ‘Ik wil nog even leven, een uurtje maar.’ De engelen zijn de beroerdsten niet, dus dat mag. De grote zandloper wordt nog een laatste keer omgedraaid.
In de korte tijd die hij nog heeft, memoreert de oude man de belangrijkste gebeurtenissen in zijn leven. De liefde voor muziek erfde hij van zijn moeder en tegen de wil van zijn vader koos hij voor een leven als componist. Het verhaal fladdert vervolgens van liefde naar huwelijk, gezin en muziek. De (engel)muzikanten nemen af en toe de plaats in van een persoon uit het leven van de oude man. Dat ze geen toneelspelers zijn, is direct duidelijk, maar stoort niet. De Wolkenladder is namelijk vrij pretentieloos als het om de theatrale aspecten gaat. De oorspronkelijke theatrale ideeën lijken in de strijd met de muziek het onderspit te hebben gedolven. En wat nou precies die wolkenladder uit de titel is?
Dus geeft regisseur Annechien Koerselman de muzikale touwtjes waarmee de voorstelling aan elkaar zijn geknoopt, niet onterecht, alle ruimte. Het stevige en dynamische ensemble bestaat uit een organiste/claveciniste, een violiste, een trompettist, een theorbespeler en een viola da gamba-speler. Prima geschikt voor een uurtje oude muziek, zou je zeggen. Maar in De Wolkenladder is geen traditioneel uitgevoerde muziek te bekennen.
Er wordt wat op los geïmproviseerd, het ene moment op Bach en Händel, dan weer met eigen gecomponeerde stukken. Hoewel ze soms wat te lang zijn, spat het spelplezier er bij iedereen van af. Hun flexibiliteit en scherpe onderlinge interactie is bewonderenswaardig. Trompettist Diederik Rijpstra springt daar nog boven uit met zijn stralende en klaterende tonen. Triomfantelijk staat hij op de leuning van de stoel en blaast hij muzikaal plezier de zaal in. Het is dit soort muziekplezier dat van De Wolkenladder een aanstekelijke en ook voor jonge kinderen passende voorstelling maakt.
(foto: Ronald Knapp)