In De voorlopers stellen choreografen Uri Ivgi en Johan Greben het leven op een nieuwe planeet voor. De muren die de kolonisten bouwen en verbouwen zijn zowel voor hen als voor de voorstelling een molensteen om de nek: pas als de obsessie met muren wordt losgelaten kan er iets nieuws en interessants ontstaan.

Het openingsbeeld van De voorlopers is eenvoudig: twee dansers delen de ruimte met een muur van witte zakken. Ze doen een beetje aan zandzakken denken – wordt hiermee de medemens buiten de deur gehouden of een of andere ecologische ramp? Het duet van de dansers is klassiek, beheerst, geen vuiltje aan de lucht – tot de muur van zakken opeens langzaam naar ze toe beweegt en uiteindelijk lijkt te imploderen. Drie andere dansers dringen zich op. In hun versleten kledij vormen ze een scherp contrast met hun in het smaakvol wit gehulde tegenspelers. En ook in hun schokkerige, wilde danstaal brengen ze iets heel anders in het eerder zo geordende leven op de scène.

Hoewel De voorlopers wordt omschreven als een futuristische fabel over het opbouwen van een nieuw bestaan op een andere planeet, valt het op hoe veel makkelijker de voorstelling als een weergave van het heden is te lezen. Na de disruptie in het begin wordt een groot deel van de voorstelling gedomineerd door het constante afbreken en opbouwen van nieuwe structuren met de witte zakken als bouwmateriaal. De performers proberen zo orde te scheppen in een situatie waarin ze met elkaar een samenleving moeten bouwen. De nadruk op muren en grenzen roept al snel associaties op met de vluchtelingen- en klimaatcrisis.

Helaas is al het geschuif en gesjouw met zakken niet alleen funest voor de verbeeldingskracht van de dolende mens, maar óók voor die van de voorstelling zelf. Het is gewoon niet erg interessant om de performers de hele tijd met zakken in de weer te zien, omdat ze er letterlijk hun handen mee vol hebben. Er blijft bitter weinig ruimte over voor een interessante of meerduidige choreografie.

Het is dan ook een verademing als de zakken op twee derde van de voorstelling worden opengescheurd en leeggestort: de inhoud van honderden petflessen wordt verspreid over het toneel. Niet alleen is het een prikkelend beeld om het plastic afval van de westerse samenleving als bouwmateriaal te zien voor de muren die we gebruiken om onze welvaart te beschermen, ook stelt het de dansers in staat om eindelijk nieuwe vormen te zoeken. Het resulteert in een mooie scène waarin de performers in een kluwen tot nieuwe manieren van samenzijn proberen te komen.

Het komt alleen te laat om De voorlopers nog helemaal uit het slop te trekken. Het maakt de voorstelling tot een curieuze paradox: een ‘verbeelding van krachtig idealisme en alternatieve wegen van kunst en leven’ die veel te lang in het bestaande blijft steken.

Foto: Bart Grietens