‘Victor of de kinderen aan de macht’ van Dood Paard blijkt een in zichzelf gekeerde satire zonder enige relevantie **
Als iedereen naar de wc is geweest en de jassen en tassen zijn opgeborgen, vraagt een vrijwilliger het woord. Hij zal ons samen met zijn collega’s gaan rondleiden door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij is duidelijk een beetje zenuwachtig. Uit zijn verhaal blijkt ook dat hij niet een doorsnee burger is. Hij doet niet voor niets vrijwilligerswerk. Wat precies zijn rugzakje is, kom je niet te weten. Dat gaat in dit moment van welkom en opening dan weer nét iets te ver. Er wordt hartelijk gelachen in het publiek om en met de vrijwilliger, gespeeld door Tommie Kinneging. Er blijken twee wethouders aanwezig te zijn, en misschien dat er ook wat ambtenaren zijn komen kijken naar De Vierde Macht?
Firma MES wil met zijn nieuwe voorstelling op locatie in het Ministerie, pal tegenover Den Haag Centraal, ‘de onzichtbare binnenwereld van het centrum van de macht’ ontsluiten. Er wordt althans een tipje van de sluier opgelicht. Jannemieke Caspers schreef op basis van gedegen onderzoek samen met de leden van Firma MES een hilarische tekst, die grossiert in jargon, maar ook probeert op een geloofwaardige manier door de retoriek van voorbeeldige en formele representatie heen te breken.
Roos Eijmers, Daan van Dijsseldonk en Kinneging spelen daarom drie ambtenaren die overvallen worden door een groep burgers, die ineens voor hun neus staat op het overloopje hangend in de enorme hal van de entree van het ministerie, op weg naar de lift, waar de rondleiding zal beginnen. Iets is er mis gegaan in de organisatie, op zoveel voortvarende openheid is het ministerie duidelijk niet berekend.
Het knappe van de constructie van de voorstelling is dat de meeste scènes direct in discussie met het publiek zijn, op enkele versterkte onderonsjes na. Daardoor blijven de acteurs in voorlichtingsmodus en kunnen zij niet echt aan hun rol als ambtenaar ontsnappen, net zoals het publiek ook echt publiek blijft, op bezoek, op het ministerie.
Alledrie de ambtenaren zullen op zeker moment, onafhankelijk van elkaar, zeggen dat ze geen standaard-ambtenaar zijn, dat zij net hun geweten iets meer laten spreken, wel degelijk de sores mee naar huis nemen of zich bewustzijn van een zekere onmacht. Onderling echter houden ze alle ballen in de lucht en proberen ze zo goed en zo kwaad als het gaat de paniek die hen met regelmaat overvalt in goede banen te leiden. Dit levert een groot aantal hilarische, maar soms ook pijnlijke situaties op, waarbij dan weer de een, dan weer de ander moet incasseren.
Lekken, in de zin van als ambtenaar je mond voorbij praten, wordt een centraal onderwerp – iets dat kietelt en kriebelt aan de oppervlakte van de actualiteit, nu we weten dat BUZA aangifte deed naar aanleiding van het lekken van een bericht van de defensieattaché in Israël aan NRC. Al eerder dit najaar doorbraken honderden ambtenaren het protocol door in het openbaar hun beklag te doen over het Gaza-standpunt van de huidige, demissionaire regering.
De onmacht en de controle van de ambtenaren blijft redelijk abstract. Het bezoek van het publiek zelf is immer het onderwerp van de voorstelling, niet een recente crisis zoals de toeslagen-affaire of de oorlog in Gaza. Hierdoor ontstaat er een wonderlijke dans rond de pot. Regisseur Thomas Schoots en de spelers hebben samen een aanstekelijke manier van fysiek, over the top-acteren gevonden die de taal van managers en voorlichters, de formele houding en het afdoen of op de lange baan schuiven van alles dat niet in het plaatje past, mooi van tegenwicht voorziet.
Uit de taal van de woorden en de lichamen ontstaat aanvankelijk een erg clean beeld, iets dat op sommige momenten haast aan een 3D-animatie doet denken (vooral Roos Eijmers is er goed in). Iedereen heeft de mond vol van transparantie en openheid, maar in de bezwering van de consequenties begint het beeld aan alle kanten te lekken. Want ambtenaren moeten ook flexibel zijn en meebewegen, met hun meerderen, en met elkaar, en met de burger mocht die ineens voor hun neus staan.
Het beeld dat zo ontstaat spreekt boekdelen en eigenlijk vraagt het om meer. Je zou toch iets van de inhoud van een zaak in deze prachtige cocktail gemengd willen zien worden, maar daarvoor is de situatie kennelijk te precair, zo net over de drempel van het Ministerie. Dit geeft de voorstelling een wonderlijke spanning mee, van iets dat te gebeuren staat, maar steeds maar niet losbarst, wordt uitgesteld, wordt beloofd, in het verschiet blijft liggen.
Het is bijzonder om bij een première door een poortje te moeten en uiterst vriendelijk behandeld te worden door het meer dan professionele beveiligingspersoneel bij OCW. Alles is clean en tot in de puntjes geregeld. En dat blijft ook zo. De Vierde Macht is daarmee vooral een zedenschets en niet een journalistieke whodunnit, wat waarschijnlijk ook te veel gevraagd is, als je zoals Firma MES heeft gedaan, zo dicht bij de macht op schoot kruipt. En daarmee is de cirkel rond.
Foto: Bas de Brouwer