In BAMBIE 2197 worden de uithoeken van het heelal verkend: curieuze ruimtewezens ontmoeten elkaar bij onduidelijke missies. Overal en altijd stuiten ze helaas op hun alledaagse en hoogst menselijke beperkingen. (meer…)
Hoe is het om een hoofd te hebben waarin steeds iets anders gebeurt dan in het echte leven? Een hoofd dat nooit stilstaat, waarin je iemand voor de trein duwt als je op een perron staat te wachten? Of in de Kalverstraat de moeder van je toekomstige kinderen tegen het lijf loopt?
Het leven is geen Disneyfilm en Piet van Eeghen (winnaar publieksprijs Leids Cabaret Festival 2022) heeft geen kleine op komst en gelukkig nooit iemand voor de trein gegooid. Maar hij heeft wèl een hoofd waarin dat allemaal gebeurt. Dat hoofd levert hem, behalve veel worstelingen met het dagelijks bestaan, een mooie debuutvoorstelling op.
In mij huist een bang jongetje dat altijd anticipeert op alle nare dingen die eventueel gaan komen, aldus Van Eeghen. Twee schuilplekken heeft hij daarom op het podium voor zichzelf gemaakt: de vleugel, met daarop een stapel zelfhulpboeken aan de ene kant, een tafeltje met daarop een schaakbord aan de andere kant. Hij is een chaoot en daarom houdt hij van dingen met structuur, zoals schaken. Wanneer je schaakt kun je alle problemen oplossen met nadenken, wanneer het leven zelf niet lukt, vind je troost op de velden van het schaakbord.
In liedjes zit ook structuur. En dus schreef Van Eeghen heel veel mooie, slimme, verrassende liedjes voor deze voorstelling, gecoacht door grootmeester Jurrian van Dongen. Te veel liedjes om op te noemen: Een meesterlijke schaakpartij in liedvorm, met slechts een paar verzonnen zetten omwille van het rijm. Een fijn lied over verlichte geesten: Hoe zou Gandhi reageren op Flitsbezorgers en E-bikes? En zou Mozes zich nog verzetten tegen Egyptische regimes als ie de hele dag Netflix kon bingen? Van Eeghen geeft, tussen hier en daar wat flauwe, rammelende rijmpjes door, steeds opnieuw blijk van een eigen, droogkomische, originele invalshoek. Nergens cynisch of onverschillig, in zijn Levenslied, van driekwartsmaat tot elkfkwartsmaat, klinken alle lagen van de problematiek van zijn leven in elkaar door.
Op het toneel is hij een beetje houterig, maar vooral is hij innemend, grappig en aaibaar. Wat hem in het echte leven blijkbaar niet goed lukt gaat hem hier prima af. Ontspannen contact maken met het publiek, ons deelgenoot maken van zijn onzekerheden en hoe hij daarmee dealt. Maar een rotopmerking ontleden en terugbrengen tot scheikundige reacties blijkt uiteindelijk niet de manier om het leven te lijf te gaan. Aangeraakt worden door iemand of één minuut huilen is beter dan vier maanden verstrikt raken in gedachten. Ook alweer zo’n mooie lied, over meehuilen met iemand die huilt op de televisie. Omdat huilen lucht geeft.
Lief bestaan, ik kom eraan, ik wil niet langer langs de zijkant staan, zingt hij tenslotte. Na anderhalf uur lachen is er ontroering aan het eind. Ooit was Van Eeghen wiskundedocent en bestond zijn publiek uit leerlingen die hij sinusgrafieken en bergparabolen moest uitleggen. Ik kan me voorstellen dat hij een goede, enthousiaste leraar was. Maar wat fijn voor ons dat hij ervoor koos om zijn hart te volgen, in het diepe te springen en nu cabaretier te zijn.
Foto: Jaap Reedijk