Kreeg theaterproducent Rick Engelkes onterecht miljoenen coronasteun voor zijn musical Willem van Oranje? Die vraag is gerezen na een artikel in het Noordhollands Dagblad. De krant schrijft over een ‘spookmusical’, die nog nooit gespeeld of gerepeteerd is en waarvoor het theater nog gebouwd moest worden. Voor eventueel misbruik zijn er nu echter (nog) geen harde bewijzen. (meer…)
Het toneelbeeld heeft helemaal niets met de Tachtigjarige Oorlog te maken; het lijkt eerder een eigentijds rockconcert, met veel muziekinstrumenten, staande microfoons en televisieschermen. De spelers en muzikanten dragen tijdloze, vaalkleurige overalls, met maar kleine persoonlijke verschillen (decor en kostuums: Dieuweke van Reij en Sanne Oostervink). De rockmuziek die we horen is van nu en toch volgt het verhaal van een ongelukkige jongen uit de 16e eeuw, prins Filips Willem. Hij is de vergeten oudste zoon van Willem van Oranje, zijn onverschillige vader die nog wel ons aller Vader des Vaderlands is.
Filips Willem werd vergeten door de geschiedenis, waar hij geen enkele rol in speelt, niet in de Nederlandse en niet in de Spaanse. Maar misschien was hij ook vergeten door zijn vader die hem op zijn dertiende in Leuven achterliet. Daar nam Willems grote tegenstander koning Filips II hem als gijzelaar gevangen, ontvoerde hem naar Spanje en liet hem pas na dertig jaar weer los, toen Willem de Zwijger allang dood was en diens andere zoon Maurits het initiatief van de opstand had overgenomen.
Vanwege de herdenking van de Tachtigjarige Oorlog, die 450 jaar geleden in 1568 is begonnen, vroeg muziektheatergroep Tafel van Vijf toneelschrijver Ad de Bont een stuk over Filips Willem te schrijven. Tafel van Vijf speelt voorstellingen op en voor scholen over bijzondere verhalen uit de Nederlandse geschiedenis die te maken hebben met een actueel thema. Zoals een paar jaar geleden het thema massahysterie, in De Witt of Oranje, de gruwelstory over het lynchen van de gebroeders De Witt in 1672.
In het verhaal van Filips Willem gaat het vaak over godsdienstig fanatisme. De protestantse Nederlanden komen in opstand tegen het rooms-katholieke Spanje. De moordenaar van Willem van Oranje, Balthasar Gerards (Tjalling Schrik), zingt een sentimentele smartlap voor zijn moeder, maar gedraagt zich als een rooms-katholieke moslimterrorist. Kardinaal Granvelle (een imposante Jan-Willem van der Ham), de machtige adviseur van Filips II, is een hypocriete machtspoliticus onder een heel dun godsdienstig vernisje. Dat zijn elementen waar in de klas zeker goed over kan worden gediscussieerd. Maar zelf heb ik de voorstelling toch meer beleefd als een menselijk verhaal over vaders, zonen, geliefdes, barmhartigheid, verraad en, o ja, toch misschien een miniem beetje idealisme.
Ad de Bont laat de zoon van Willem van Oranje, mooi gespeeld door een aarzelende Pieter Verelst, voortdurend botsen met die andere, veel beroemdere zoon, Carlos, de jong gestorven, ongelukkige zoon van Filips II. Carlos wordt hier heel extravagant gespeeld, gezongen en gedanst door Wessel Schrik, de flamboyante leadzanger van de huiscombo Susies Haarlok. De geest van de achttien jaar eerder gestorven Carlos komt bij Filips Willem spoken en daagt hem voortdurend uit. Hij gedraagt zich een beetje gek, maar dat was Carlos waarschijnlijk ook.
Door kardinaal Granvelle, wordt een vrouw op Filips Willem af gestuurd, de sympathieke bakkersdochter Anna (Sterre Konijn), die hem moet bespioneren, maar die ook van hem gaat houden. Tegelijkertijd wil Isabelle, de dochter van de koning (Dorien van Gent), zich over hem ontfermen. Zij wil met hem trouwen als hij bereid is de rooms-katholieke landvoogd van De Nederlanden te worden.
Hier komen de zonen niet in opstand tegen de vaders, het is eerder andersom. We zien Maarten Hutten als koning Filips II worstelen met alle gemene streken die hij meent te moeten uithalen. En ook Willem van Oranje (Anne Prakke) zien we met zijn vierde vrouw Charlotte de Bourbon (dubbelrol van Sterre Konijn) piekeren en lijden vanwege de politieke gevolgen van zijn daden.
Op het laatst komt Willem van Oranje na zijn dood terug om zijn vergeten zoon om vergeving te vragen voor dat hij hem indertijd in de steek heeft gelaten. Waarom is dat toen gebeurd? We hebben intussen zoveel over het opportunisme, het gedraai, de lafheid van Willem gehoord, dat het vanzelfsprekend is dat zijn zoon hem voorwerpt dat het allemaal voor niets is geweest. Nee, zegt Willem, ergens is een zaadje geplant dat zal ontkiemen. Een zaadje? Wat voor zaadje dan? ‘Van vrijheid, van verdraagzaamheid’ zegt Willem, en die clichématige woorden zijn plotseling geen cliché meer.
Ad de Bont heeft van de historische personages mensen van gemaakt, en ook de acteurs-zangers laten hun menselijke kanten zien. Dat moet minstens voor een deel ook de verdienste zijn van regisseur Mirjam Koen. De gematigde rockmuziek misstaat nergens en wordt heftig gespeeld en gezongen zonder de handeling stuk te slaan. De voorstelling is bedoeld voor al wat oudere middelbare scholieren, maar toen ik hem zag, in Delft, waren er ook veel jongere kinderen met hun ouders, ze waren muisstil en leken er ook veel van te begrijpen. Zo genuanceerd, levend, warm en menselijk wil ik ook wel de vaderlandse geschiedenis zien.
Foto: Anna van Kooij. De tekst van De vergeten zoon van Willem van Oranje is afgedrukt in het vierde deel van Ad de Bonts verzameld werk Toneel Extra (uitg. International Theatre & Film Books).
Geachte heer Arian,
Wij danken u voor uw lovende woorden maar vinden het toch jammer dat u zó weinig over muziek schrijft. Typisch, want een veel groter vermogen woorden te vinden voor theater dan voor muziek is een structureel probleem in besprekingen van muziektheater.
Regisseur Mirjam Koen heeft op geweldige wijze alle ruimte aan muziek gegeven, zonder de tekstuele informatie en de emotionele diepgang kwijt te raken. ‘De vergeten zoon’ is in die zin echt een opera, dwz. dat de muziek een fundamenteel onderdeel is van ons verhaal. Maar dat lijkt u helemaal niet gemerkt te hebben! U schrijft noch over de functie, noch over de stijl van onze muziek, noch over de traditie waaruit deze voortkomt. U zegt niets over compositie, niets over uitvoeringskwaliteit, bijna niets over zang (alle acteurs zingen), niets over het feit dat het hele decor in feite één groot muziekinstrument is (alle acteurs hebben ook de rol van percussionist). U komt niet verder dan ‘de gematigde rock misstaat nergens’ – oftewel ‘wat goed, ik had helemaal geen last van de muziek’. Voor een stuk waarin veel scenes op muziek gebouwd zijn is dat wel erg dun. En het slotnummer is bepaald geen smartlap, al komen er de woorden ‘ik weet het, moeder’ in voor.
Nederland kent een heel grote en diverse muziektheatercultuur. Wij hebben de indruk dat die diversiteit, die zijn oorsprong toch al in een ver verleden heeft (ten tijden van Andriessen, Raaijmakers, Orkater en Hollandia) nog niet wordt vertegenwoordigd door het recensentengilde. Sommige kranten hebben wel een specialist op het gebied van opera of musical, maar voor deze specifiek Nederlandse stroming ervaren wij een leemte.
Een bespreking van muziektheater zou volgens ons minstens voor de helft aan muziek gewijd moeten zijn – lezers krijgen anders nooit een goed beeld van het stuk. Het is wel degelijk mogelijk een muzikale ervaring op inspirerende wijze in woorden te vertalen. Misschien kunt u eens een collega die over (pop)muziek schrijft meenemen naar een voorstelling. En de visie van twee brillen op elkaar leggen. De muzikanten in het muziektheater, èn de muziekliefhebbers in ons publiek zou u daar een groot plezier mee doen.
Vriendelijke groet, Susies Haarlok
Ik zou graag nog en voorstelling zien van De vergeten zoon van Willem van Oranje. Gemist in Delft en Amsterdam. Komt het nog ergens te spelen?