In zijn korte Parade-performance [De titel van de performance is gefingeerd vanwege mogelijk schadelijke inhoud] behandelt Wolters, T. (Teun) – zoals hij zich in het programmaboek laat noemen – het brede scala aan gevoeligheden, regels en normen van onze hedendaagse maatschappij. Hij doet dat scherp, vlot en met veel humor.
De voorstelling van Teun Wolters bestaat in feite uit twee delen: de performance zelf en de reeks waarschuwingen die Wolters voorafgaand aan de performance geeft. Het eerste deel neemt aanzienlijk meer tijd in beslag dan het tweede. Wolters kondigt namelijk aan in zijn performance flink wat normen, waarden, gevoeligheden en regelgevingen met de voeten te gaan treden.
Met een dik pak presentatiekaartjes als geheugensteuntje begint hij zijn opsomming. De voorstelling zal onder meer bevatten: naaktheid, het vertonen van porno, het draaien van het liedje ‘Big Big World’ van Emilia zonder het betalen van rechten, het parkeren van een voertuig op het Paradeterrein, het gebruik van de mogelijk aanstootgevende woorden ‘neger’, ‘moslim’ en ‘wijf’, stroboscoopverlichting, het nuttigen van consumpties van buiten het festivalterrein, en zo gaat het maar door. Als publiek ga je je langzamerhand afvragen of de performance überhaupt wel bestaat. Zoveel waarschuwingen passeren de revue dat het geheel haast onmogelijk lijkt.
Zelfs scenografisch worden alle voorschriften aan de laars gelapt. In het mogelijk kleinste tentje op de Parade heeft Wolters een ruimte gecreëerd die de Festivalhandleiding Artiesten met de voeten treedt: het publiek is ongebruikelijk opgesteld en tussen de de tent en de rest van het terrein hangen sfeerloze kunststof lamellen – in plaats van het voorgeschreven kleurige houtwerk in ‘Paradestijl’.
Wolters trapt in zijn voorstelling tegen flink wat heilige huisjes, maar doet dat op een ontzettend lief-anarchistische manier. Het resultaat is een meer geestige dan aanstootgevende voorstelling.