Het is oorlog in Schiedam. Twee grote families staan lijnrecht tegenover elkaar: de rijke jeneverhandelaren van Pronk en de eenvoudige automonteurs van Mons kunnen elkaar al zolang iedereen zich kan herinneren niet luchten of zien. (meer…)
Bij het kijken naar deze voorstelling vergeet ik bijna de tijd en (gelukkig) ook het magere verhaaltje en probeer ik steeds heel het speelvlak te overzien: er is een groot zeilscherm op fietswielen, vastgemaakt aan een fietsstel met een rek. Op de voorgrond draaien schijven waarop stenen en takken liggen. Ze werpen onheilspellende schaduwen op het zeildoek.
Geometrische bouwwerkjes en kristaldriehoeken worden aangevoerd. Ze veranderen vaak van kleur. Dan wil ik ook nog de muzikant in actie zien die constant met talloze dingetjes een bijzondere soundscape maakt. WIThWIT creëert het ene wonderlijke beeld na het andere, speelt met licht en objecten, heftig en subtiel, expliciet en suggestief. Onstuimig, zacht, ik mis een vloeiende balans.
Een man in lange jas (Kurt Vandendriessche) verschijnt als een soort menselijke pop met een reuzegroot, droevig oudemannenhoofd. Hij haalt twee poppetjes uit een doek; een mannetje in lange jas en een vrouw in het wit. Hij laat ze in schaduwbeeld een rotsblok opklimmen, de vrouw gaat aan de rand staan, haar sjaaltje waait weg, zij valt. Hij legt haar onder de witte doek, doet zijn hoofd af.
Nu is hij een stoer ogende jongeman die zijn fiets opkruipt, allerlei machientjes laat draaien, en samen met twee spelers in het zwart (Erki De Vries en Freija Van Esbroeck) kleine poppetjes en abstracte figuren laat bewegen. Hun schaduwen zweven van groot naar klein en van de ene kant van het scherm naar de andere. Ze verbeelden herinneringen, de vergleden tijd. Tekeningen (ook van Freija Van Esbroeck) van de rug en de lange haren van het meisje verschijnen, keren zich om, verdwijnen, met regelmaat.
Het is een knappe animatie van vervagende en ophelderende tekeningen die samen met de geprojecteerde rechtlijnige constructies voor verrassende beelden zorgen. Het is niet alleen de muzikant Ruben Nachtergaele die voor de melodieën, de klanken, de vogelgeluiden en de loeiende wind zorgt, er komen ook klanken voort uit ratelende en roterende machientjes die op de scène gezet worden. Zo wordt er tijdens het op- en afruimen van de geometrische bouwsels, van takken en andere spulletjes, een draaiplaat met kloppende pianohamertjes opgesteld. Vormen en beelden, animatiefilm en schaduwspel, zijn tot in de details en puntjes verzorgd. De voorstelling zit vol kleine en grote dingetjes die om aandacht vragen. Heel veel beelden. Het wordt een overdaad.
De man in lange jas fietst, klimt, stampt met zware voet op de constructie, doolt tussen de objecten en schimmen, legt zich te slapen in een bos vol schaduwtakken, maakt een steen vast op de rug van het poppetje, zijn evenbeeld. Een zware last draagt hij mee. Wat later wordt de steen door een kleinere vervangen, en dan door weer een kleinere, uiteindelijk rest een edelsteen.
Deze voorstelling oogt esthetisch. Indrukwekkend is het beeld van de man die rond de zwevende vrouwenpop danst in een draaiend schimmenspel. De afwisseling in beeld en vorm is echter soms te abrupt. Sommige beelden flitsen voorbij, andere keren wordt het procedé van bewegende prentjes uitgemolken. De ene keer zijn de objecten heel concreet, de andere keer abstract expressief. Vooral die suggestieve beelden behagen.
WIThWIT’s vorige twee producties kenmerkten zich al door een intrigerende mengeling van beelden, poppen en traag spel. Met deze nieuwe productie zet WIThWIT nog meer in op de esthetische kant van hun knutselkunstwerk en techniek. Toverplaatjes zijn het resultaat. Heel divers en alle kanten uitwaaierend. Dat in tegenstelling tot het woordloze verhaal dat nogal lineair verloopt. De man verliest een geliefde, dat is zwaar, maar de last vermindert steeds, van grote steen tot een gekristalliseerd steentje. Alsof de tijd de last stilletjes verlicht en verdriet temt. Ik weet het niet. Dat verhaaltje is voor mij toch een balast.
Foto: Marc Maillard
“het magere verhaaltje” waarom niet of “het magere verhaal” of “het verhaaltje”. Waarom moet het er altijd zo worden ingewreven. Voor de rest helder verhaal.