Afra Ernst en Theater Stap zijn de winnaars van het Café Theater Festival 2020. Tijdens de afsluiting gisteren in Homan Café nam Ernst zowel de vakjury- als nieuwe WijkJuryprijs in ontvangst. Theater Stap won de Publieksprijs. Met de prijzen wil het festival concrete vervolgstappen stimuleren in de veelal jonge carrières van de theatermakers. (meer…)
Al een paar jaar gaat op 1 april dezelfde meme rond op social media: April fool’s day is cancelled this year ‘cause no made up prank could match the unbelievable shit going on in the world right now. De werkelijkheid zou zo absurd zijn dat deze de satire heeft ingehaald. Toch zijn satirische nieuwsplatforms zoals De Speld, ‘uw vaste prik voor betrouwbaar nieuws’, nog uiterst populair. Op zoek naar andere manieren om satire te bedrijven, besloot oprichter Jochem van den Berg om De Speld naar het toneel te brengen. Het resultaat is een duistere, dystopische voorstelling met veel ruimte voor humor en TikTok-dansjes.
De Speld is bekend van de korte satirische nieuwsberichtjes met een pakkende kop. Bij belangrijke ontwikkelingen in het nieuws is De Speld er vaak snel bij met een komische reflectie. In De Speld theater staan de thema’s ’toekomst’ en ’technologie’ centraal. Samen met regisseur Leopold Witte onderzoekt De Speld-oprichter Van Den Berg een duister toekomstbeeld. Menselijkheid verliest het steeds van technologische ontwikkelingen. De sketches variëren van een pessimistisch-realistisch vooruitzicht, waarin de man overbodig is geworden omdat vrouwen hun eigen zaadcellen kunnen maken, tot een absurdistisch sprookje over paperclips die de wereld overnemen. Black mirror meets Monty Python.
Aan de grondslag van de scènes ligt niet alleen het schrijversteam van De Speld, maar ook GPT-3, een algoritme dat op basis van data uit de volledige theatergeschiedenis zelf teksten bedenkt. Met die teksten als inspiratie gingen theaterauteurs Daan Windhorst en Lucas de Waard vervolgens aan de slag, waarna de acteurs en de rest van het creatieve team ze op de vloer verder ontwikkelden. Het is dus de vraag in hoeverre De Speld theater uiteindelijk een ‘voorstelling geschreven door een algoritme’ is, maar deze premisse zorgt wel dat de dreiging van een overbodig wordende mens constant voelbaar is. Daarmee slagen Van den Berg en Witte erin alle meligheid een onheilspellend randje te geven.
De scènes worden in hoog tempo uitgevoerd door vier acteurs in uniforme, genderloze kostuums. Iedere avond bepaalt GPT-3 deels welke scènes er worden gespeeld, en in welke volgorde. Dat verloopt gestroomlijnd: op een scherm verschijnt de titel van een sketch en de acteurs wisselen moeiteloos en zonder de vaart te verliezen direct van mise-en-scène. De cast slaagt erin de volledige voorstelling de energie hoog te houden en getuigt van goed gevoel voor komische timing.
De humor in De Speld theater zit veelal in het absurdisme van de scenario’s, maar ook zeker in het spel van de acteurs. Het is een knappe verdienste van hen en Witte dat zij razendsnel situaties weten te scheppen met weinig context. Een sterk voorbeeld daarvan is de scène ‘Redden of verzuipen’, waarin een elitair clubje moet beslissen welke Nederlandse steden onder water zullen lopen. Door de acteurs met eenvoudige witte kragen in een opstelling te plaatsen alsof ze poseren voor een geschilderd portret uit de Gouden Eeuw, is het direct duidelijk dat we kijken naar een adellijk gezelschap zonder dat er uitleg nodig is over wie deze mensen precies zijn.
De voorstelling is niet enkel een aaneenschakeling van losse sketches. Door het geheel loopt een verhaallijn rond ‘Het Ministerie van Zekerheid’. Xander van Vledder speelt een man die op Kafkaëske wijze plotseling leider wordt van een ministerie dat burgers op dwingende wijze adviseert over een leven vol zekerheid, wat automatisch zou leiden tot volmaaktheid en geluk.
Technologische dystopie is een populair onderwerp in zowel het theater als films en series. De meeste vraagstukken die de voorstelling opwerpt zijn dan ook niet direct vernieuwend en voegen op zichzelf niet veel toe aan het maatschappelijk debat. Niet iedere punchline weet te verrassen. De balans tussen humor en kritiek rondom deze thema’s is echter weldegelijk verfrissend. De Speld heeft een talent om met absurditeit tegelijkertijd te verontrusten én te vermaken. Ook in deze voorstelling komt dit goed uit de verf.
Op het hoogtepunt van de voorstelling stort het kaartenhuis van het Ministerie van Zekerheid in elkaar. Ineens klinkt het allemaal wel heel bekend. Een demissionair minister wordt geconfronteerd met zijn aandeel in het verwoesten van een heleboel onschuldige levens. De stamelende politicus legt de schuld bij een slechte bedrijfscultuur. Hij claimt verantwoordelijkheid te nemen, maar verschuilt zich in al zijn woorden achter anderen. Dit is De Speld op zijn best: een vreemde fictieve situatie heeft plotseling een rake gelijkenis met de werkelijkheid. Het is intelligente satire die eenvoudig lijkt op het eerste gezicht, maar toch net anders in elkaar steekt dan je verwacht.
Foto: Raymond van Olphen