Is de schrijver ‘de ongenode gast die je op een feestje probeert te vermaken, terwijl je eigenlijk dronken wil worden met je huisgenoten’ of kan de samenwerking tussen regisseurs en schrijvers gelijkwaardiger en inspirerender? Op 22 juni vond in De Brakke Grond het symposium ‘De regisseur van nieuwe Nederlandstalige teksten’ plaats, georganiseerd door de Auteursbond. (meer…)
De dichter Martinus Nijhoff en zijn vrouw Netty hadden een afspraak: een half jaar woonden ze samen, een half jaar woonde Netty bij haar minnares in Parijs. Dat zou nu opvallend zijn, laat staan begin jaren dertig, wanneer het muziektheaterstuk De schijver, zijn vrouw, haar minnares speelt. Anna Maria Versloot schreef het voor Theaterproductiehuis Zeelandia. Het wordt opgevoerd in de Zeeuwse duinen vlakbij het huis waar Netty Nijhoff een ménage à trois wilde beginnen.
Ze heeft het haar echtgenoot en haar vriendin niet verteld, want die zouden het nooit accepteren. Daarom is het voor Netty’s vriendin, de schilderes Marlow Moss, nogal een verrassing dat ze in het bad van huize Antoinette haar liefdesrivaal aantreft. Nijhoff en Moss beginnen meteen te kibbelen en houden dat bijna tot het einde van het stuk vol. Moss hanteert daarbij de botte bijl, Nijhoff krijgt meestal niet meer in handen dan een roestig mesje. Netty blijft lief tegen beide partijen, vastbesloten om haar visie op hoe het ideale leven moet zijn te laten slagen. Totdat ze inziet dat zij misschien wel gewaardeerd wordt als muze, maar vooral de voorwaarden moet scheppen om haar kunstenaars te laten scheppen. Zelf komt ze niet meer aan schrijven toe.
Hiermee is de tekst van De schrijver, zijn vrouw, haar minnares ongeveer wel beschreven. Dat is precies het probleem van het stuk: Nijhoff en Moss zijn niet interessant omdat ze zo goed ruzie konden maken maar omdat ze belangrijke kunstenaars zijn, en die kwaliteit komt nauwelijks aan de orde. Bij Moss nog een beetje, als het gaat over de objectieve en/of parallelle lijn waar ze met de verwant schilderende Mondriaan heftige discussies over had, bij Nijhoff helemaal niet. Dus houd je een drama over over hoe te leven bij onorthodoxe keuzes. Maar ook dat wordt door het gekijf van dichter en schilderes niet interessant. De sociologische kant van de zaak wordt even aangestipt door een berispende brief waarin een plaatselijke dominee Nijhoff onderhoudt over deze fout in de schepping, maar dat blijft een onuitgewerkt zijlijntje.
Jammer, want er wordt niet onverdienstelijk gespeeld. Regisseur Vincent van den Elshout heeft Stefaan Degand veroordeeld tot een uur in bad, met een stapel boeken ernaast. Daar leest hij in, maar hij scheurt er om onduidelijke redenen net zo makkelijk bladzijden uit. Ook naakt naast het bad redt hij zich met zijn zelfrelativering heel behoorlijk uit zijn weinig benijdenswaardige positie van de dichter als lulletje. Els Mondelaers (Netty) en Simone Milsdochter (Moss) zijn prima actrices, en vooral de eerste zingt ook nog goed. Dat gebeurt op de muziek van het Aurelia Saxofoon Kwartet, dat ook uitstekend speelt. Jammer genoeg is de muziek van Douwe Eisenga nogal eenvormig en was het ook door geluidsproblemen nauwelijks mogelijk de tekst te blijven verstaan als er geblazen wordt en gezongen of gesproken.
De glansrol was voor de prachtige zonsondergang in de duinen van Dishoek. En de vraag bleef: kan het gebeurd zijn zoals het ons wordt voorgeschoteld? Moeilijk te zeggen. Er is nog steeds geen goede biografie over het leven van een van Nederlands belangrijkste dichters. Nijhoff overleed in 1953, dus het had inmiddels best gekund. Als De schrijver, zijn vrouw, haar minnares één ding duidelijk maakt, is het dat die biografie er snel moet komen.
Foto: Lex de Meester