Het openingsbeeld van Revisor is simpel, maar grijpt meteen de aandacht. Er staan een deur en een ouderwets bureau op het toneel. Figuur 1 zit voorovergebogen te schrijven, figuur 2 staat bij de deur. ‘Figuur 1 kijkt op van de tafel, beweegt zijn linkerarm, staat op. Figuur 2 kijkt over zijn schouder, draait zich om’, klinkt het uit een voice-over. Aan de hand van teksten worden de karakters geïntroduceerd en ontvouwt zich een gecompliceerd verhaal. (meer…)
‘Wij wonen hier in het achterlijke achterland; en dáár dan weer achter’, zegt de vrouw van de burgemeester. Ze spreken er met een zachte ‘g’, dus dan weet de toeschouwer meteen dat dat achterlijke achterland de provincie is. Regisseur Theu Boermans gebruikt dit negentiende-eeuwse stuk om zijn kritiek te spuien over hedendaags Nederland in het algemeen en het cultuurbeleid in het bijzonder. Het idee om daar de scherpe satiricus Gogol voor in te zetten is goed, maar Boermans’ bewerking ontspoort in een banale, joelende musical die eerder irriteert dan dat hij het hart raakt.
In De revisor (1835) steekt de Russische schrijver Nikolaj Gogol de draak met de corruptie en de machtswellust van gezagsdragers en politici. Hij houdt die kritiek klein en plaatst de handeling niet op het wereldtoneel, maar in een dorp op het platteland. Daar zal een revisor, een inspecteur van de overheid, het plaatselijk bestuur komen controleren. Die aankondiging jaagt notabelen en bestuurders de gordijnen in, want vrijwel iedereen is corrupt en leugenachtig.
Van de zenuwen zien Gogols machthebbers een onbekende reiziger per abuis aan voor de gevreesde revisor. Ze likken hem de hielen en stoppen hem smeergeld toe. Pas als hij zijn zakken heeft gevuld en ontmaskering op de loer ligt, maakt de nep-revisor zich uit de voeten, waarna de echte aan de stadspoort klopt.
Regisseur Theu Boermans gebruikt zijn zwaar bewerkte versie van deze negentiende-eeuwse Russische maatschappijkritiek om zijn gal te spuien over de hedendaagse staat der Nederlanden. Plaats van handeling is een dorp in het zuiden. Men leeft er in een open kooi: het decor is een soort gevangenis die zo scherp verlicht is dat het irriteert aan de ogen.
Het openingsbeeld laat de dochter van de burgemeester zien. Met haar poppen speelt ze na hoe er geen plaats is in de herberg voor de Bijbelse Maria en Jozef. Boermans voert vervolgens een Syrische vluchteling (Mark Rietman) op, die staat voor de harde tegenstand van gemeenten en burgers tegen asielzoekerscentra. Lokale politici en ondernemers zijn stuk voor stuk corrupt. Leraren verlustigen zich aan jonge meisjes. Een ambtenaar die internet overhoop haalt op zoek naar persoonlijke informatie, is de personificatie van de Nederlandse AIVD of de Amerikaanse afluisterdienst NSA.
Bij Boermans heet de nep-revisor Olaf de Heer (Joris Smit). Olaf is een berooide en gokverslaafde theatermaker. Hij kon zijn Griekse voorstelling De smekelingen (geschreven door Euripides) niet afmaken, omdat hij de asielzoekers die hij had aangetrokken als acteurs niet kon betalen. De nep-revisor begrijpt aanvankelijk niet dat hij voor een ander wordt aangezien en laat zich fêteren: iedereen is te koop, niemand kan de druk van het geld weerstaan, is de boodschap. Boermans gebruikt dit personage om een tirade te houden tegen het hardvochtige Nederlandse kunst- en cultuurbeleid. ‘Wat heeft de burger nodig? Verbeelding!’, aldus de onfortuinlijke theatermaker, die zo het credo verwoordt van regisseur Boermans.
Vanaf dit moment ontspoort zijn Revisor echter volledig. Boermans transformeert de komedie van Gogol in een musical met liedjes en dansjes, waarin nep-revisor Olaf joelend verandert in een gekruisigde Jezus. De voorstelling begint te zwalken tussen genres, van komedie naar klucht naar musical, verstoken van drama en scherpte, te lollig om de toeschouwer nog te raken.
Aan de acteurs ligt het niet. Boermans heeft een sterk ensemble tot zijn beschikking. Joris Smit (bij het grote publiek bekend van de televisieserie De fractie) is sterk als de gladde prater Olaf. Smit gooit zijn hele lichaam in de strijd en zingt zelfs, al is dat niet zijn sterkste kant. Jammer genoeg mist zijn Olaf wel een scherp randje, een zwarte zijde. Niet duidelijk is of dat ligt aan Smits talent of aan de regie die hem verbiedt zijn stekels op te zetten. Mark Rietman is prachtig als Syrische asielzoeker Osman die alleen nog maar rust wenst en niet meer wil vluchten. Betty Schuurman is strak en stijlvast als PvdA-wethouder die een zooitje maakt van de ouderenzorg. En Hannah Hoekstra is mooi kwetsbaar als de lichtelijk getikte dochter van de burgemeester. De acteurs doen hun best, hoewel Stefan de Walle als corrupte burgemeester onder zijn niveau presteert. Misschien speelt die verplichte zachte ‘g’ hem parten.
Boermans’ boodschap is duidelijk: zolang de hardste schreeuwers het winnen, wordt dit een steeds vervelender land. Wanneer machthebbers en ondernemers overal mee wegkomen, verandert daar niets aan. En asielzoekers houden we met egoïstische argumenten buiten de deur. Boermans gooide hoge ogen bij een breed publiek met een productie als Soldaat van Oranje. Blijkbaar vond hij het tijd wat populaire musicalingrediënten toe te voegen aan het gesubsidieerde toneel. Dat levert een lelijk samenraapsel van stijlen op, een zwalkende Revisor.
Foto: Kurt Van der Elst