Een opvallende trend in theaterland: terwijl deze maanden in het fictieve provinciedorpje Langwetering de plannen voor een klimaatneutraal woonproject in de lokale recreatieplas de gemoederen hoog doen oplopen (in de voorstelling Laagland van Het Nationale Theater), komen in Burgerveen de plaatselijke bewoners in opstand tegen de komst van een windmolenpark (in deze voorstelling Wind van Toneelgroep Jan Vos).
(meer…)
Zestig toeschouwers verzamelen zich op de tribune in de achtertuin van het vakantiehuisje van John Buijsman in Recreatieoord Hoek van Holland voor de voorstelling De recreanten: een toneeltekst voor twee mannen en een hond, geschreven door Tjeerd Bischoff en Helmert Woudenberg. Het verzet tegen de verkoop van het vakantiepark aan een buitenlandse investeerder, komt tot een climax in het privéleven van twee parkbewoners. Twee nieuwsgierige jochies gluren ondertussen over de heg naar het schouwspel: op zo’n vakantiepark is niets privé, de sociale cohesie is even groot als de sociale controle.
Het is een wonderlijk koppel waar we te gast zijn: de opvliegerige Barry (Buijsman), die geen minuut op zijn stoel kan blijven zitten, naast de kalme Herman (Woudenberg), die gelaten in zijn rolstoel (zijn botten door artrose aangetast) de tijd verduurt. De een drinkt bier, de ander cognac. Les extrêmes se touchent, zolang de externe krachten (bijvoorbeeld de gemeentepolitiek) niet al te hard aan het dagelijks leven trekken, houden ze elkaar goed in balans. Samen leven en laten leven.
Maar de mogelijke sloop van het park accentueert de verschillen tussen de twee op een manier die niet meer te negeren is. Barry werpt zich op als voorzitter van een actiecomité van de parkbewoners, hij schrijft een brief op poten aan de gemeenteraad. Herman houdt zich opvallend afzijdig. Gaandeweg ontwaar je dat de sloop van het park voor hem misschien wel nieuwe dromen ontsluit, waar het voor Barry juist het einde van zijn dromen betekent. ‘Jullie strijden een verloren strijd’, bijt Herman zijn partner op het heetst van de onderlinge strijd toe. ‘De uitkomst staat allang vast: dit kamp wordt opgeheven.’ Barry pakt vervolgens zijn tas en loopt ostentatief weg van Herman en zijn geliefde vakantiehuisje.
Het verhaal is losjes gebaseerd op de recente perikelen rondom het vakantiepark in kwestie, dat de laatste jaren een felle strijd met de gemeente voerde tegen de mogelijke verkoop aan een buitenlandse projectontwikkelaar. Een en ander resulteert in een reeks nogal voorspelbare scènes, waarin zich al snel een wederzijdse verwijdering inzet, die onontkoombaar tot een climax komt waarna de nogal karikaturale personages elkaar zonder al te veel problemen toch weer terugvinden.
De recreanten hinkt op twee benen: enerzijds is het sociaal-maatschappelijk portret van een gemeenschap die tegenover de al te bureaucratische overheid wordt gezet, anderzijds een intermenselijk drama over de teloorgang van persoonlijke dromen en het bijstellen van verwachtingen. Mooi is dat de makers de verwevenheid daartussen tonen, maar jammer is dat beide wel erg schematisch blijven.
De tekst is vrijwel zonder uitzondering letterlijk, gespeend van enige subtekst en de ontwikkelingen die de personages doormaken worden wel erg globaal opgediend. De statische regie van Jeroen van den Berg helpt evenmin: we kijken vooral naar twee mannen aan weerszijden van een tuintafeltje, bewapend met een kopje thee, een goed boek en een platenspeler. De voorstelling is wel erg volhardend in het neerzetten van een relaxte vakantiesfeer.
Met hun licht-ironische, liefdevolle en op het publiek gerichte spel weten Buijsman en Woudenberg hun publiek alsnog bij het tafereel te betrekken. De recreanten heeft een hoge gunfactor, trouwens ook dankzij de vrijwel constante aanwezigheid van hond Kees, die niet maalt om het voortbestaan of de sloop van het park, maar al tevreden is als-ie gewoon een beetje in de buurt van zijn baasjes mag liggen. Kunnen we nog wat van leren.
Foto: Beer Buijsman.