In het decor van George en Eran worden racisten speelt Lebbis gedurende het George & Eran Zomerfestival drie dagen lang een speciaal cabaretprogramma over het coronavirus. Lekker nonchalant neemt hij in het zestig minuten durende programma drie vragen door over corona: 1. Hoe komt het hier? 2. Hoe was de lockdown voor Hans Sibbel? en 3. Hoe nu verder? (meer…)
Nu hij genezen is van een levensbedreigende auto-immuunziekte, staat cabaretier Hans Sibbel (kortweg Lebbis) na twee jaar weer in het theater met een nieuwe voorstelling. De paardenpoetser bevat veel mooie conferences die van een groot engagement getuigen, maar de voorstelling als geheel overtuigt niet helemaal.
Lebbis heeft het in De paardenpoetser nauwelijks over zijn ziekte. Dat is een opvallende keuze, want het cabaret is in de afgelopen decennia steeds persoonlijker geworden en veel cabaretiers die met een levensbedreigende ziekte worstelden (Herman Finkers, Jochem Myjer) maakten die ziekte tot thema van hun voorstellingen. Maar Lebbis deelt liever zijn kijk op de wereld met ons. Hij schuwt het persoonlijke zeker niet, maar zet dat persoonlijke altijd in om ons een levensles te leren of om een maatschappelijk commentaar te geven. Zo vertelt hij een prachtig verhaal over zijn reis naar Australië en is de enige conference over zijn ziekte tegelijkertijd een scherpe kritiek op marktwerking in de zorg.
De voorstelling opent met een treffend verhaal over een boer die, ondanks het winnen van de loterij, nog altijd ontzettend zuinig leeft. Met dit verhaal introduceert Lebbis het thema van de voorstelling: onze vastgeroeste denkpatronen die, op breder maatschappelijk niveau, tot hebzucht en afgunst leiden. Lebbis is één van de weinige cabaretiers die het nog aandurft om een uitgesproken progressieve mening over grote maatschappelijke thema’s te geven en dat doet hij met verve.
Helaas bevat de voorstelling ook minder geïnspireerd materiaal. Een zwakke conference over kalknagels bijvoorbeeld, een flauw stukje publieksparticipatie en een weinig urgente kritiek op de recepten uit een kookboek.
Lebbis is in de loop der jaren steeds rustiger op het podium gaan staan. Ook is hij minder op de grap gaan spelen en neemt hij meer ruimte om lange verhalen te vertellen. In deze voorstelling doet hij dat soms zelfs zittend. Het huiskamerdecor, met een groot kleed en een leunstoel, past goed bij deze nieuwe speelstijl. Lebbis weet een ongedwongen sfeer te creëren, die zijn geëngageerde conferences goed ondersteunt. Het is mooi om te zien dat Lebbis de briesende commentaren op politiek en maatschappij, die lang zijn handelsmerk waren, niet nodig heeft om te getuigen van zijn maatschappelijke betrokkenheid.
Maar waar Lebbis veel rust neemt voor zijn maatschappijkritische vertogen, neemt hij die ook voor de flauwe onderonsjes met de zaal. Hierdoor komt ook veel nadruk te liggen op de zwakkere momenten in de voorstelling, die de aandacht behoorlijk afleiden van het sterkere, geëngageerde materiaal. De voorstelling als geheel overtuigt daardoor niet helemaal, hoe krachtig sommige van de verhalen die Lebbis vertelt ook zijn.
Foto: Martin Oudshoorn