De stamboom van Jörgen Raymann is meer een stamjungle: de lijntjes van zijn voorvaderen vormen een vrijwel niet te ontwarren intercontinentale kluwen van rassen, nationaliteiten, rangen en standen (van tot slaaf gemaakte tot slaveneigenaar), beroepen en godsdiensten. ‘Ja, wij Raymannen naaiden alles wat los en vast zat.’ (meer…)
Terwijl het publiek nog binnenkomt, verzamelen zich op het podium vier zwarte vrouwen. Ze komen auditie doen voor een rol, welke is niet precies duidelijk. Al gauw beginnen ze sneren naar elkaar uit te delen. Dan komt van achter uit de zaal Jetty Mathurin woest binnenstormen, die de dames flink de mantel uitveegt: ‘Zien jullie dan niet dat je tegen elkaar uitgespeeld wordt! Hoezo is er maar plek voor één zwarte vrouw?’ Met deze sterke binnenkomer is de toon van De overdracht meteen gezet.
Jetty Mathurin neemt met deze voorstelling afscheid als solo-performer. Ze is waarschijnlijk de bekendste zwarte cabaretière van Nederland, en tevens een van de meest geëngageerde. Die twee gegevens komen mooi samen in De overdracht. Aan de ene kant geeft Mathurin hierin als inspirerende figuur voor zwarte artiesten het stokje door aan de volgende generatie, die ze letterlijk heeft uitgenodigd op het podium. Aan de andere kant bevraagt ze voortdurend die framing als ‘zwarte’ artiest. Want inderdaad: waarom zou er één zwarte opvolger van Mathurin moeten zijn?
De vier vrouwen die Mathurin heeft uitgenodigd zijn stuk voor stuk krachtige persoonlijkheden. Jasmine Sendar, Jeritza Toney, Farida van den Stoom en Stacey Esajas weten, net als Mathurin zelf overigens, feilloos de zaal te bespelen. Ze hebben dan ook alle vier al hun sporen verdiend als actrice, comédienne of muzikant. Dat heeft helaas ook een keerzijde: het programma voelt als overvol. Ieder krijgt haar moment. Daarnaast zijn er ook nog conferences door Mathurin zelf en een gastoptreden van een steeds wisselende mannelijke zwarte comedian, in dit geval Jörgen Raymann. Omdat de afzonderlijke optredens ook niet altijd even vloeiend in elkaar overlopen, krijgt het geheel het karakter van een net iets te langdradige bonte avond.
Van de vier potentiële ‘opvolgers’ van Mathurin is Stacey Esajas de sterkste. Haar conference over die keer dat ze het waagde om aan een traditionele Surinaamse cassavesoep koriander toe te voegen, waarna binnen haar familie de pleuris uitbrak, werkt als een trein bij het publiek. De overtuigend neergezette verontwaardiging over de familieleden die koriander als een doodzonde bestempelden – ‘En ze hadden de soep niet eens geproefd!’ – heeft een sterk komisch effect. Daarnaast is de conference te zien als een kritische bevraging van eigen normen en waarden: waarom is onze keuken eigenlijk zo conservatief?
Minder sterk is het optreden van Jörgen Raymann. Hij maakt vooral wat voorspelbare grappen over Surinaamse vrouwen. Ook Mathurins beroemde typetje neef Stanley, de openingsact na de pauze, is wat zwak. Stanley beklaagt zich erover dat hij van Jetty niet meer op mag komen draven, omdat hij Surinaamse stereotypen zou bevestigen. Dat past natuurlijk mooi in de kritische lijn van deze voorstelling, maar Mathurin doet hier helaas geen poging het stereotype werkelijk te ontregelen.
Zo blijf je als toeschouwer uiteindelijk met een gemengd gevoel achter. Als slotakkoord van ruim drie decennia geëngageerd theater maken had de voorstelling beslist sterker gekund. Maar we krijgen ook een mooi toekomstperspectief voorgeschoteld. Met een figuur als Stacey Esajas kan het Nederlands cabaret voorlopig nog wel even voort.
Foto: Jean van Lingen