De optocht van Toon Tellegen kun je ook Het leven noemen. In zijn honderd pagina’s tellende gedicht komen mensen voorbij in alle glorie en armoede van hun vele verschijningsvormen. Het Ives Ensemble laat het in zijn nieuwste muziektheatervoorstelling voorlezen van begin tot eind. De verbale rijkdom van Tellegen moet aanvankelijk concurreren met de soundscape van Piet-Jan van Rossum, maar de doorbijters die de totale drie uur uitzitten, worden beloond.

Daar komen de kunstenaars, de spelende geesten, de spitse ijdeltuiten, de zieners van het onvoorziene, de tarters van het uithoudingsvermogen, de vormgevers van wat nog geen vorm had, de stormende rebellen, de sjacheraars met emoties, de satrapen van de goede smaak, de etherische estheten, de smakelozen die de kracht van tijd en provocatie kennen, de ijveraars om aandacht, de leegbloedende klaplopers die weigeren op te groeien, de beschimpte wadlopers die voor de vloed aan wal moeten zijn, de scheppers met onzichtbare schoppen.

De kunstenaars zijn in dit geval componist Piet-Jan van Rossum, het Ives Ensemble, vormgeefster Petra van der Schoot, mimespeler Anton van der Sluis, en Han Bührs en Joop Keesmaat, die de complete tekst voorlezen.

De vormgeving is Japans geïnspireerd. In het begin schrijden de spelers in grauwe monnikachtige pijen over het speelvlak. Daarop staat ook zo’n soort pij, maar dan leeg en metershoog, en een podium van roestoranjebruine houten kisten met stokken erdoorheen die zorgvuldig herschikt worden, zodat de vertellers zich langzaam verplaatsen. Af en toe verschijnt de mimespeler in extravagante outfits en met een wit masker op, zoals je dat ziet in het eeuwenoude Noh-theater. Van der Sluis beweegt zich langzaam en wellicht betekenisvol en neemt witte draadmodellen van attributen mee, zoals een trolley, een grasmaaimachine, een hond en een plafondventilator. Vraag me niet om een interpretatie.

‘Kijk, daar komen mensen aan. Ze denken dat er geen muren zijn, geen valkuilen, geen dodelijke omhelzingen op het midden van onze weg. Pats!’ Zo begint Toon Tellegens grote gedicht De optocht. De nieuwste, uitgebreide versie is mooi uitgegeven ter ere van zijn vijfenzeventigste verjaardag. De mensheid wordt onderverdeeld, eerst in vrouwen (met hun plotselinge opwellingen), mannen (met hun pijnlijke tekortkomingen en hun luchtkastelen) en kinderen (zo doorzichtig en ingewikkeld). Dan volgen zij die nergens meer voor in aanmerking komen, de bemoeizieken, de bewierookten, de welbespraakten, de onwelvoeglijken enzovoort enzovoort. Ze worden allemaal uitgebreid voorzien van synoniemen en typeringen, steeds afgesloten met een kernachtig Pats! Daarmee slaat Tellegen de mensheid om de oren. ‘Daar komen de hardwerkende fortuinzoekers, ze zijn zo rechtgeaard en plichtsbewust, ze zoeken goud en vinden dekmantels, wassen neuzen en bagger … Pats!’ Op het toneel krijgt dat pats zijn echo in de latjes en balkjes die de percussioniste op elkaar laat knallen. Ze liggen als een stralenkrans voor haar.

In zijn huisartsenpraktijk zal Tellegen heel wat materiaal hebben zien langskomen. Hij is scherp, inventief, vaak geestig en soms genadeloos in zijn typeringen. ‘Daar zijn zij die vreemdelingen als stofjes van zich afslaan… de losgeslagen aaseters van de vooruitgang.’ Hij heeft een verbluffende hoeveelheid woorden verzameld voor de mensen, en die moeten zorgvuldig worden behandeld. Verteller Keesmaat doet dat een stuk beter dan zijn collegaverteller. Hij laat de tekst ademen, brengt er meer profiel in aan en verspreekt zich veel minder vaak.

We zijn gewaarschuwd: de voorstelling gaat drie uren duren, zonder pauze. Die heb je nodig om de complete tekst voor te lezen. Na vijf kwartier lopen de eerste mensen weg. Dat is te begrijpen. De soundscape van Piet-Jan van Rossum, dan nog vooral uit de speakers, is soms zo opdringerig dat de voorlezers niet goed te verstaan zijn. De voorstelling is rommelig, het geluid zit de tekst in de weg en de veelgeprezen subtiliteit van het Noh-theater is ver te zoeken.

Wie blijft zitten, krijgt in het laatste uur wat hij eerder had willen hebben: rust, tekst en mooie live muziek van piano, orgeltje, fluit en drie strijkers. Bij de ijle vioolnoten en dwalende fluitmelodieën krijgen de woorden van Tellegen de ruimte die ze verdienen.

Foto: Guus Rijven