Als het publiek de kleine tent betreedt, zweeft Benjamin Abel Meirhaeghe al in lotushouding. Esoterische klanken en rook begeleiden het eerste protestlied ‘Today’ waarin we elkaar virtueel de hand schudden alsof we zusters en broeders zijn. Maar vandaag is overschat en het is tijd dat we van provider veranderen en onze wifi-verbinding met hem zoeken. (meer…)
Vanaf houten bankjes kijkt het publiek uit op een kale draaimolen, zonder plastic paarden of andere objecten om plaats op te nemen. Koptelefoons reduceren de levendigheid van het Paradeterrein tot een geroezemoes in de verte. Plots klinkt door de koptelefoon een stem.
‘I’m looking at you’, zegt de zwaar Amerikaanse mannenstem die zich voorstelt als Bob. Op de stem meeknipperende lampjes suggereren dat de draaimolen aan het woord is. ‘Good of you to visit a performance rather than just to come here to drink sangria – you all know those Sangria people.’ Bobs verhaal begint als een treffende reflectie op de omgeving van de Parade, maar neemt al snel een wat curieuzere wending.
Performers Adina Macpherson en Luca Tichelman brengen de molen aan het draaien en pakken soms een rondje mee. Ze worden door Bob voorgesteld als ‘You’ en ‘Me’. Vervolgens vertelt Bob verder. Hij bestaat al sinds het ontstaan van de wereld en heeft een aantal avonturen meegemaakt. Zo vond hij in een huis in Queensland een doosje met zestig musicerende dwergen, die hij vervolgens de ruimte inschoot om daar vriendschap te sluiten met een groot oranje ruimtewezen.
Het is een originele en gewaagde performance voor een festival als de Parade: het draaiende object is niet alleen decorstuk maar ook hoofdrolspeler, terwijl performers Adina en Luca zelf in de marges van de voorstelling figureren. Jammer is dat Bob nergens een echt interessant karakter van vlees en bloed wordt. Ook hangen de belevenissen waarover hij vertelt als los zand aan elkaar. Het publiek wordt gevraagd om collectief mee te gaan in de geboden fantasie, maar krijgt daar weinig voor terug.
Foto: Neeltje de Vries