Was het nodig, een nieuwe versie van Hendrik Groen in het theater? Na het zien van de theaterversie Zolang er leven is, het vervolg op Pogingen iets van het leven te maken (2017), is dat een klemmende vraag. Enerzijds is de voorstelling een feest der herkenning, als je dat zou willen tenminste; anderzijds is de herhaling ook fnuikend. (meer…)
‘Ik zoek een vervangster voor mezelf, iemand die op me lijkt’, zegt Tilly. Ze is terminaal ziek en wil haar man na haar dood niet eenzaam achterlaten. Daarom is zij op zoek naar een nieuwe vrouw die haar Marius kan opvangen als zij er niet meer zal zijn. Dit merkwaardige voornemen is het startpunt van De man van je leven, een niet helemaal gelukte tragikomedie van Arthur Japin over een driehoeksverhouding vol geheimen en misverstanden.
Na zijn succesvolle bewerking van zijn eigen roman Vaslav tot een toneelstuk, doet Japin nu hetzelfde met zijn boek De man van je leven (2013). Tilly en Marius zijn al twintig jaar samen, maar nog steeds dol op elkaar. Ze bezitten een fraai design zomerhuis in de duinen op een eiland (decor: Thomas Rupert en Roos Veenkamp) en ze zouden ongecompliceerd gelukkig zijn, ware het niet dat Tilly terminaal ziek is.
In plaats van gewoon van de adoratie van haar man te genieten zolang het nog kan, heeft Tilly zich in het hoofd gezet dat ze een nieuwe vrouw voor Marius moet zoeken, opdat hij na haar dood niet ongelukkig zal worden. Daartoe heeft ze met een truc Iris naar het eiland gelokt. Iris is een oude vrijster, een verongelijkte vrouw die door haar getrouwde minnaar opzij is gezet toen hij voor zijn vrouw koos.
De man van je leven heeft een plot waarvan je al snel te veel verklapt, omdat het stuk vol zit met haakse hoeken en verrassende wendingen. Daarbij verwisselen bedrieger en bedrogende voortdurend van plaats, niemand is helemaal eerlijk en oprecht. Het begin van het stuk is behoorlijk flauw, maar als de loop erin komt, wordt het grappiger.
Het onwaarschijnlijk lijkende gegeven dat een ten dode opgeschreven echtgenote zelf zoekt naar een opvolgster heeft Japin ontleend aan gevallen uit de realiteit. Je kunt je afvragen of zoveel goedheid voortkomt uit oprechte bezorgdheid, of uit jaloezie-bij-voorbaat op de vrouw met wie je man na je dood zijn leven zal delen. Japin laat Tilly (Liz Snoijink) beide drijfveren neerzetten. Zoveel zorgzaamheid is voor de man echter onprettig. ‘Mij zelfs na je dood nog in je greep willen houden. Wat dacht je: ik heb die man bij leven nog niet genoeg verstikt?’, flapt Marius (Porgy Franssen) eruit. Dat denk je als toeschouwer inderdaad: laat die man toch los, laat hem zelf bepalen hoe hij zijn leven in elkaar zet.
De man van je leven ziet er op papier veelbelovend uit. Een stuk van Arthur Japin, onder regie van Gijs de Lange. Met Porgy Franssen en Liz Snoijink, die al veelvuldig samen op het podium stonden en daardoor uitstekend op elkaar zijn ingespeeld. Maar het geheel is minder dan de som der delen.
De tekst van Japin is geregeld geestig, maar klinkt ook vaak als schrijftaal in plaats van als spreektaal. De symboliek ligt er veel te dik bovenop. Zoals het gegeven dat Tilly en Marius bij wijze van huisdieren in een glazen bak een kreeftenpaar houden; wanneer het vrouwtje sterft, wordt ze vervangen door een verse kreeft. De onconventionele Tilly zijn metaforen in de mond gelegd zoals: ‘Heb jij de mensen weleens gezien, op de gebaande paden? Ze worden er niet knapper van!’ Verder citeert gepensioneerd leraar Nederlands Marius voortdurend Jacques Perks gedicht ‘Iris’: ‘Ik ben geboren uit zonnegloren en een zucht van de ziedende zee.’ En hij speurt buiten naar een regenboog: Iris is in de klassieke mythologie de godin van de regenboog.
De Iris van Susan Visser komt in de regie van Gijs de Lange niet uit de verf. Visser is het derde rad aan de wagen van het doorgewinterde koppel Franssen en Snoijink. Porgy Franssen is sterk in zijn rol als de onbestorven weduwnaar. Zijn spel is flitsend en grappig. Dat hij nu en dan tegen schmieren aanzit, klopt wel in een komedie als deze. Liz Snoijink is opgescheept met een wel erg mottige pruik, die vermoedelijk het chemo-kapsel van een kankerpatiënte moet verbeelden.
Zo levert De man van je leven vooral een vriendelijke doch onevenwichtige avond theater op met mooie acteurs in een stuk dat heen en weer schiet van flauw naar melodramatisch naar zeer komisch. In een prachtig decor met op de achtergrond een langzaam ondergaande zon boven zee. Die zon is opnieuw een cliché, maar wel fraai uitgelicht.