Tuning People stopt ermee. Meer dan vijftien jaar lang hebben ze in België, en in het buitenland, furore gemaakt in het jeugdtheatercircuit met hun smaakmakende en experimentele producties. Buiten de lijntjes kleuren was hun grote troef. (meer…)
Menig schrijver weet dat het verhaal interessanter moet zijn dan de waarheid, net als menig politicus of bedrijfsleider. Het verhaal moet indruk maken, of het nu nep is of niet. Als de perceptie maar blijft hangen. Ook menig sjamaan, priester of predikant kan daarover meespreken. En dat laat Jef Van gestel aanschouwelijk en vooral heel grappig zien en horen.
Na Bonte Nacht, een spetterende productie vol speelse verf en action painting (een voorstelling die nog altijd loopt), komt Tuning People al met een volgende. Jef Van gestel regisseert deze keer niet, maar speelt zelf mee en zorgde voor de tekst.
Zijn medespeler is Peter Vandemeulebroecke, ook een Belg, en jarenlang een vaste waarde bij het Noord Nederlands Toneel. Het is de eerste keer dat ik hem zie spelen. Hij en Van gestel vullen elkaar goed aan, bespelen hetzelfde register van uitvergroten en opblazen, en weten de zaal kinderen (tijdens een overvolle schoolvoorstelling) op hun hand te krijgen. Dat alles in een vlotte eindregie van Wanda Eyckerman.
Vandemeulebroecke zorgt ook voor de muziek, daarbij gecoacht door Wannes Deneer, de vaste muziekwaarde van het muziektheatergezelschapje. Zoals in voorgaande producties van Tuning People spat ook deze keer de absurdistische humor vaak uit zijn voegen. Deze Liegenaar is uitgegroeid tot een hoogmis van grotesk en burlesk theater voor kinderen en ouderen.
Vandemeulebroecke in een zwarte Indianenjurk, doet flegmatiek zijn controleronde over het podium en spuit rookdampjes. Zijn het zuiverende airsprays of verhullende wolkjes? En daar verschijnt heel plots, in blauw pak met rode laarsjes, een geloofwaardig grijzende haardracht en blond baardje: de man die het ons allemaal zal weten vertellen. Hij palmt het jonge publiek in, doet ze schreeuwen en meeklappen. De predikant heeft zijn gewenste toehoorders. Regelmatig stelt hij vragen, antwoordt hij zelf, laat ze reageren, verovert hun hart. Ze zijn zijn volgelingen.
Hij vertelt verhalen, over mensen, over de evolutie, over gebeurtenissen. Die verhalen beginnen vaak heel gewoon en eindigen steeds als knettergekke grotesken. Verhalen die gelardeerd worden met beats en geluiden, geserveerd door Vandemeulebroecke als een soort misdienaar. Hij brengt de attributen aan en speelt de antagonist als de hoge priester dat eist.
De genesis van de aardbol wordt in een parabel over een uitdeinende worm verhaald. De gecreëerde mens zal als enig wezen verhalen kunnen vertellen, al dan niet compleet ontsproten aan de verbeelding. Als je geen antwoorden op vragen hebt, dan verzin je dat toch gewoon. Dat kunnen kleine concrete vragen zijn, maar ook existentiële. Op elke vraag past een antwoord, dat lijkt de boodschap te zijn die we in deze samenkomst meekrijgen.
Jef Van gestel brengt verhalen die zo uit het brein van surrealist en absurdist Daniil Charms hadden kunnen komen. In een stijl vol oxymorons en ongerijmde logica, groeien anekdotes van een Desiree Woest en andere figuren uit tot hele, halve of nog kleinere waarheden. Of die vrouw nu echt veertjes uitkotst die samenballen tot vogels, doet er niet toe. Het is het geloof in het verhaal dat telt. Wat is de waarde van de waarheid als de leugen waarachtig zal zijn?
Geraldine Goedgezicht draagt een masker van deeg, dat uitloopt tot een langgerekt spookgezicht. Een kist dient als altaar, een gouden gordijn maakt het allemaal nog imposanter, maskers en pruiken ondersteunen de kracht van het verhaal. Er wordt op ladders geklommen, van boven op de kansel gepredikt. Opvallend is dat de woorden ‘god’ en ‘heer’ niet vallen. Met veel schwung, en met soms wat te veel geschmier, gaat de predikant er tegenaan, verandert van rol en kleding, weet met veel charisma te overtuigen. Af en toe zijn er inzakmomenten, maar meestal komt het snel weer goed en loopt de show geolied. En de dienaar, hij spuit zijn wolkjes. Verhullend én zuiverend.
Foto: Clara Hermans