Illegaal in Nederland betekent geen papieren en dus vaak zwaar en geestdodend werk voor een hongerloontje, geen recht op een huis, geen verzekering en ook geen pasje voor de voedselbank. De ongedocumenteerden wonen in kelders, op balkons, in auto’s en op straat. (meer…)
‘Ik moet vertellen’. Zo begint deze muziektheaterproductie voor kinderen (vanaf 9) en volwassenen over een meisje dat als ongeborene in een tsunami is terechtgekomen, vlak daarna ter wereld komt, over een gave beschikt om door de mensen en de tijd heen te kijken, en opgroeit tot een koningin zonder land. Haar land bestaat alleen maar doordat ze erover vertelt. Ze is koningin van een land van woorden. Dat klinkt allemaal heel poëtisch, en de grootschalige enscenering is dat ook in scenografie, muziek, zang en filmbeelden, maar niet in de tekst van de voice-over.
Muziektheater Transparant maakt behalve producties voor volwassenen ook regelmatig voorstellingen voor kinderen en jongeren. Regisseur Wouter Van Looy werkt dan graag met teksten van Paul Verrept, auteur en illustrator van menig kinderboek. Zijn verhalen hebben meestal iets dromerigs, iets vervreemdends. Wat meewarig en in een sprookjesachtige stijl verhaalt hij over jongens en meisjes die zich zelf verloren hebben, die willen terugkeren naar zichzelf, die een nieuw ik zoeken. Wouter Van Looy bracht al Porselein en Het meisje, de jongen, de rivier ten gehore en op de planken. Wat opviel (en dat is in deze nieuwe productie ook het geval), is dat de hele tekstmonoloog van Paul Verrept alleen te horen is. Het was verteltheater dat muzikaal en met geprojecteerde beelden geïllustreerd werd. Deze keer staat praktisch de hele tekst van het leesboek op band.
We zien de deelnemende personages zich klaarmaken als koning, als koningin, als dienares, doordat ze zich verven en zich tooien. De ik-figuur staat er ook, maar je hoort haar niet spreken. Dat gebeurt op een band. Gelukkig zingt ze zelf wel echt, net als de andere personen. Het zijn geen teksten die ze laten horen, maar klankstukken, die etnisch, zelfs religieus klinken. Dat zorgt voor een mythische sfeer, nog versterkt door de kostuums die ze dragen, door de indiaan-achtige attributen die ze op hun hoofd zetten.
Zo heeft de koningin-moeder dromenvangers als grote oorbellen. Ze staan op een podium voor een groot scherm, waarop beelden van golven te zien zijn. Die rollen aan, overspoelen een zandkasteel, ze schuimen. De zware percussie, de bang klinkend stemmen, de belichting, dat alles maakt indruk op de grote toeschouwersmassa die is toegestroomd in een grote hangar. Wat later staan de personages als heiligenbeelden tegen de zijmuren, en het publiek wordt naar een ruimte aan de andere kant van het scherm geloodst. Op twee lange tribunes aan weerszijden van het speelvlak volgen we de rest van het relaas. De prinses zit aan het hoofdeinde van het speelvlak in een hut op hoogte. Ze houdt niet van leven met de voeten op de grond. Ze zit hoog, en als ze zich voortbeweegt gaat ze op stelten.
Ze overschouwt van boven de lotgevallen van haar ouders, ziet wat er met hen zal gebeuren. De koning voelt zich verantwoordelijk voor de ramp die zijn volk getroffen heeft. Hij doolt, begint met de dieren en planten te spreken en zal tijdens zo’n preek door een beer verslonden worden. Dat alles wordt poëtisch gesuggereerd aan de andere kant van het speelvlak waar takken met bladeren een bos voorstellen, en waar de koning zingend in de rook verdwijnt. Moeder en dochter blijven achter. De moeder kwijnt, de dochter haalt veel succes, zo wordt verteld, met haar profetische gave. Ze wordt het voorspellen echter beu, ze wil geen mensen meer ontvangen. Door verkeerde dingen te voorspellen, verliest ze bewust haar reputatie. Een van haar laatste klanten is een vrouw die we op een scherm geprojecteerd zien, een gezicht dat verandert in een jongensgezicht. De prinses is verliefd en zal naar de jongen op zoek gaan.
Als ze achttien wordt, sterft haar nog altijd door verdriet gekwelde moeder. Ze kroont zichzelf tot koningin van een land dat alleen uit woorden bestaat. Ze vindt haar jongen en samen vleien ze zich op een bed. Dat verhaal wordt in de grote ruimte door zang, beeld en licht sfeervol ingekleed. Klassiek geschoolde stemmen zingen de minimalistische gezangen zuiver en helder en worden daarin ondersteund en ritmisch gestuwd door het vele percussiewerk dat bestaat uit een scala van slaginstrumenten, belletjes en kristalglazen. Dat alles zonder dat het afdwaalt naar een esoterisch spektakel.
De koningin zonder land oogt mooi, de muziek en de gezangen klinken religieus, ritualistisch. Huiscomponist Wim Henderickx heeft het verhaal over heimwee en verlangen mooi vertaald. Grote stoorzender in het geheel is echter dat de tekst op band steeds hoorbaar is door de beelden en de muziek heen. Actrice Marie Vinck heeft de tekst vaak onverstaanbaar ingesproken. En die lange leestekst had echt ingekort kunnen worden. De sfeer van het verhaal en de onderliggende gevoelens en emoties zitten in het beeld, in de klanken, in de muziek, dat hoeft niet meer met woorden nog eens nadrukkelijke te worden gezegd. De grote hoeveelheid tekst, in slechte zegging en krakend op band, is er teveel aan en haalt de voorstelling uit balans. Jammer.
Foto: Koen Broos